Boerin José: ‘Ik weet niet of mijn zoon nog wel boer kan worden’
Trekkerwerk vindt ze leuk om te doen. Muziekje aan en rijden maar. Zo komt ook haar hoofd tot rust, want ‘de regelgeving maakt me bezorgd en erg verdrietig.’
Ze is niet van boerenkomaf, maar het boerenleven was voor José Welhuis niet totaal onbekend. Veel vrienden en vriendinnen hadden namelijk wel een bedrijf thuis en via hen kreeg ze de sfeer mee. Maar wat het écht inhield om op een boerderij te wonen, daar kwam ze pas achter nadat ze trouwde met melkveehouder Robert. “Alles was nieuw voor me.”
Inmiddels is ze volleerd boerin. Het boerenleven past haar als een warme jas. “De ruimte is heerlijk, net als werken in de natuur. Al zien de groene rakkers dat helaas anders. Verder is het erg fijn om je eigen tijd in te kunnen delen. Daar ben ik zo gewend aan geraakt dat ik laatst op mijn werk in de bakkerij helemaal vergat ergens vrij voor te vragen. Hier thuis hoeft dat namelijk niet.”
Vrijwel vanaf het begin pakte ze taken op het bedrijf op. “Ik wilde graag meehelpen. Het jongvee leek me wel wat. Om de emmers en melkautomaat te vullen, gebruik ik een melktaxi. Die kochten we zeven jaar geleden toen ik schouderklachten kreeg. Geweldig ding is dat. Als ie ooit kapot gaat, komt er beslist een nieuwe. Het scheelt veel sjouwen en tillen.” Dat ze de verantwoordelijkheid wilde voor de kalfjes schrijft ze ook toe aan het geringere formaat. “Koeien zijn groot. Kalfjes zijn handzamer. En liever.”
Ook eigenwijze kalfjes
Terwijl ze het zegt, schiet ze in de lach, want ja, er kunnen erg eigenwijze exemplaren tussen zitten. “Dan weigeren ze te drinken bijvoorbeeld. Heel irritant, helemaal als Robert even later binnenkomt en zegt dat het bij hem wel gelukt is. Misschien heeft hij met kalfjes iets meer geduld dan ik. In het voorhuis heb ik juist meer geduld. De kinderen helpen mee in de huishouding en ze koken en bakken, maar als het een keer anders loopt, pas ik mijn schema makkelijk aan. Die flexibiliteit moet je ook wel hebben als boerin.”
Ze noemt het klassieke voorbeeld van een koe die wil afkalven als je op het punt staat om naar een verjaardag te gaan. Of het alarm van de melkrobot dat piept als je net het erf afgereden bent. “Daar moest ik in het begin aan wennen, nu weet ik: zulke dingen kunnen gebeuren.”
Ook gras inkuilen is zo’n agenda-omgooier waarbij flexibiliteit gewenst is. “Ik ben van het schudden. Trekkerwerk is leuk om te doen. Ontspannen rijden, muziekje erbij aan.” Ze vat het samen als ‘mooi broez’n op de olde Fiat 70-90’ maar het is duidelijk meer dan alleen maar mooi broez’n. “Het is ook nodig om rust te krijgen in mijn hoofd.
We zijn piekbelaster maar over mijn zorgen praat ik niet veel. Ik word er zo verdrietig van
Er speelt zoveel op het gebied van regelgeving, onze toekomst hier is zo onzeker.” Ze zucht ervan. “We zitten hier midden in een Natura 2000-gebied. We zijn piekbelaster. Onze zoon wil het bedrijf graag overnemen, maar ik hou m’n hart vast of dat nog wel kan.” Het houdt haar erg bezig. Toch praat ze er niet zoveel over. “De sfeer wordt er gespannen van en het maakt me zo verdrietig.”
Orde en regelmaat nodig bij diabetes
Gelukkig is er ook veel waar ze blij van wordt. Zoals taarten bakken. Opgeleid als bakker maakt ze van verjaardagen letterlijk een lekker feest. “Ik maak alles zelf, er komt geen pakje of zakje aan te pas.” Mee-eten van haar eigen creaties kan echter niet zomaar. Twee jaar geleden bleek dat ze diabetes type-1 heeft ofwel suikerziekte. “Ik dronk heel veel, echt liters. En ik begon af te vallen. Na een bezoek aan de huisarts ging het balletje rollen. De diagnose was een schok. Ik dacht: waarom ik? De oorzaak is een raadsel.”
Haar lichaam maakt geen insuline aan om het bloedsuikergehalte in balans te houden. Daarom moet ze dat bij zichzelf inspuiten. “Er zit een sensor op mijn huid die het glucosegehalte in mijn bloed meet. Wordt het te hoog of te laag, dan gaat mijn telefoon. Er zit een speciale ringtone op zodat ik het geluid herken. Dan weet ik: ik moet nu spuiten. Of, als het gehalte heel laag is, juist glucose innemen.”
Wie diabetes heeft, is gebaat bij een regelmatig leven. “Dat heb ik. De boerderij is hierbij echt een voordeel. Er zijn uitschieters met het werk, maar verder zijn we erg stipt. We eten altijd rond dezelfde tijd, dat maakt dat ik goed kan functioneren. Leuk is het natuurlijk niet, ik zal het de rest van mijn leven hebben.”
Intussen snort de stofzuigrobot door de keuken. José is er vol lof over. “Hij begint ’s ochtends om vijf uur zodat de vloer schoon is als we beneden komen. Overdag is er zoveel inloop dat hij het niet helemaal honderd procent bij kan houden, maar dat geeft niet. Ik zeg altijd: het is hier geen laboratorium, hier wordt geleefd.”