AlgemeenAchtergrond

Boerenzwaluw beschermen en toekomst bieden

Het is het jaar van de boerenzwaluw. De populatie daalt en Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland onderzoeken hoe dat kan. Daarnaast willen ze de vogel beschermen met de hulp van boeren en andere plattelandsbewoners.

De boerenzwaluw heeft het moeilijk. De populatie van dé plattelandsvogel halveerde in veertig jaar tijd. De precieze oorzaak is niet bekend. Er is wel veel onderzoek naar gedaan. De link werd al gauw met mensen gelegd, omdat de vogels altijd in de buurt van mensen leven. Maar het is niet bewezen dat mensen direct de oorzaak zijn van de moeilijke situatie van de vogel. Een andere suggestie die gedaan wordt, is dat het boerenerf tegenwoordig te schoon is. De boerenzwaluw kan geen goede plek meer vinden om te nestelen en voedsel te vergaren. Bovendien daalt het aantal boerenbedrijven en daarmee het aantal nestlocaties.

In de jaren tachtig had nog zo’n 60 procent van de boerenbedrijven nesten met boerenzwaluwen. Tegenwoordig is dat nog maar zo’n 20 procent. Nederland telt ongeveer 120.000 broedparen. Boerenzwaluwen hebben veel insecten nodig om goed te kunnen gedijen. Maar die insecten zijn tegenwoordig niet meer zo ruim vertegenwoordigd op boerenerven.

Ook zijn agrarische bedrijven steeds meer gesloten. De boerenzwaluw hoort vooral bij de melkveehouderij. Maar in varkens- en pluimveebedrijven maakt hij al helemaal geen kans meer, daar zijn de stallen hermetisch afgesloten. Fruittelers en akkerbouwers weren de vogels liever uit hun schuur, een klein beetje poep kan genoeg zijn om een partij fruit of groente af te keuren. Er is dus steeds minder ruimte voor de boerenzwaluw.

Bovenstaande wordt allemaal aangenomen, maar toch is nog steeds niet duidelijk wat de precieze oorzaak is van de achteruitgang van de boerenzwaluw. Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland willen onderzoeken hoe ze de achteruitgang van de populatie kunnen tegengaan. Daarom hebben ze 2011 uitgeroepen tot het jaar van de boerenzwaluw. Ze hebben boeren en andere plattelandsbewoners benaderd met de vraag of die daar bij kunnen helpen.

Er is een brochure opgesteld met tips voor boeren die daarmee het nestelen van boerenzwaluwen op hun bedrijf kunnen verbeteren. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk om de stal toegankelijk te houden voor de vogels en te zorgen dat ze op goede hoogte een nest kunnen bouwen. Voedsel is ook heel belangrijk. Dat halen de vogels onder andere van begraasde weidegronden, maar ook uit houtwallen, heggen, poelen, composthopen of oppervlakte water.

Niet alleen boeren en plattelandsbewoners kunnen helpen. Er is het hele jaar door ook een telling van bewoonde nesten. Mensen die zo’n nest tegenkomen, kunnen via internet doorgeven waar en wanneer ze dat gezien hebben. De broedperiode is op dit moment. De vogels komen meestal in april/mei in Nederland. Op dit moment zitten ze op hun nesten. In augustus/september verblijven ze vooral in hoog riet of mais dat ze gebruiken als slaapplaats. In september vertrekken ze naar Centraal-Afrika, waar de meeste boerenzwaluwen overwinteren.

De problemen voor de boerenzwaluw zitten niet alleen in Nederland, maar ook in Afrika. Daarom is ook een project opgezet in Zambia. In Afrika worden de grootste bedreigingen voor de boerenzwaluw gevormd door aantasting van rietmoerassen of andere slaapplaatsen. Ontginning voor landbouw of kap van bomen voor houtskool zijn hiervan belangrijke oorzaken. Maar er is nog weinig bekend over het belang en gebruik van deze slaapplaatsen door de boerenzwaluw. Daarom wordt daar op dit moment in Zambia onderzoek naar gedaan, zodat ook daar de vogels beter kunnen worden beschermd.

Tips om nestelen makkelijker te maken
Sovon Vogelonderzoek en de Vogelbescherming Nederland onderzoeken waardoor de populatie van boerenzwaluwen achteruit gaat. Ook willen ze de leefgebieden voor de vogels optimaliseren. Daarom hebben ze een lijst met adviezen opgesteld voor boeren om nestelen door de boerenzwaluw zo makkelijk mogelijk te maken.
Een aantal tips op een rij:
– Boerenzwaluwen nestelen in gebouwen. Het is belangrijk dat de staldeur altijd open staat zodat ze naar binnen kunnen.
– Kunstnesten aanbrengen is goed, maar niet buiten, want daar nestelen ze niet. De nesten moeten zo hoog mogelijk zitten op een beschutte, afgesloten en tochtvrije plek.
– Balken, lampen en plafonds moeten niet schoongemaakt worden in de nestperiode.
– Het is belangrijk dat er op 300 meter van de nestplek een begraasd weiland beschikbaar is voor voedsel. Ook houtwallen, poelen of een composthoop helpen.
– Het gebruik van insecticiden moet zoveel mogelijk beperkt worden.

Een overzicht van de prijzen voor vleesvarkens vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin