Fije Visscher - Foto: Koos Groenewold RundveeAchtergrond

Belangenbehartiger Visscher: verrekijker van achterban

Agrarische belangenbehartiging is mensenwerk. Wat zijn de drijfveren van de bestuurders die zich het vuur uit hun sloffen lopen voor hun achterban? Daarover gaat deze serie verhalen. Deze keer Fije Visscher, kalverhouder in Nijkerk, en onder meer actief als voorzitter van de LTO-afdeling Gelderse Vallei.

Vergaderen, bellen, e-mailen, rondleiden; veel van het werk van agrarische belangenbehartigers is compleet onzichtbaar voor hun achterban. Fije Visscher weet er alles van. De ene ochtend zit hij op het gemeentehuis, de volgende middag op het provinciehuis. Uitleggen, argumenteren, weerwoord bieden. En stoïcijns reageren als weer eens blijkt dat de gesprekspartners aan tafel niet weten wat er allemaal op het boerenerf gebeurt.


Belangen veiligstellen voordat beleid is vastgesteld

Op het provinciehuis in Arnhem gaat het de laatste jaren bijvoorbeeld over het zogeheten plussenbeleid. Provincie Gelderland wil veehouders die investeren in dierenwelzijn en milieu extra bedrijfsontwikkeling gunnen. De strategie van Visscher is om lang voordat het beleid is vastgesteld de belangen van boeren en tuinders veilig te stellen. De provincie mag dan positieve intenties hebben, voordat je het weet is de beloofde ruimte weer dichtgetimmerd.

Dat kost hem veel tijd, maar hij weet zeker dat beïnvloeding vooraf meer oplevert voor zijn leden dan dat hij achteraf boos naar de media stapt. Tja, zijn manier van belangen behartigen is tamelijk onzichtbaar. Het zij zo, zegt Visscher. Hij gaat gewoon door met trekken en sleuren. “Ik ben een bestuurder die gelooft in het poldermodel. Omschrijf mij in het artikel maar als een echte polderaar, heb ik geen moeite mee. Ik ben geen man die wacht tot de regels zijn vastgesteld en dan boos op een zeepkist gaat staan om vervolgens tevreden naar huis te gaan over de aandacht van de media. Ik ga voor het resultaat.”

‘Ik geloof in het poldermodel’

Roeping om iets te doen voor ander

Visscher is kalverhouder in Nijkerk. Hij is nu voorzitter van de afdeling Gelderse Vallei van LTO Noord, een grote afdeling die onlangs is gevormd door samenvoeging van vier kleinere afdelingen. In zijn eigen sector is hij actief als vicevoorzitter van de LTO-vakgroep Kalverhouderij. Eerder was Visscher bestuurlijk actief in het kerkelijk jeugdwerk en jarenlang lid van de Raad van Commissarissen van ABZ Diervoeding.

Het is een soort roeping, zegt Visscher. “Iets doen voor een ander, dat is me met de paplepel ingegoten. Maar ik vind het vooral ook leuk, ik moet er niet aan denken om dag in, dag uit alleen maar hier op het bedrijf te zijn. Belangenbehartiging inspireert mij. Ik ontmoet andere mensen, hoor andere meningen, het verbreedt mijn wereldbeeld.”

Bezoekers rondleiden

De agrarische sector positioneren in de samenleving en zo ruimte voor bedrijfsontwikkeling creëren, zo omschrijft hij zijn drijfveer. “Wethouders, gedeputeerden, ambtenaren, ze nemen beslissingen over onze bedrijven, vaak zonder kennis van zaken. Ik vind het mijn taak om hen goed te informeren. Tientallen keren heb ik op mijn bedrijf bezoekers rondgeleid. De SP, Partij voor de Dieren, ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken, raadsleden, ze zijn hier allemaal geweest. Steeds maar weer uitleggen wat ik precies doe en waar ik als veehouder tegenaanloop. Regelgeving wordt vaak gemaakt op basis van emotie, zonder kennis van de praktijk. Ze mogen bij mij in de keuken kijken, ik heb niks te verbergen. Zo’n open gesprek in de stal, tussen de kalveren die toekijken, ik weet zeker dat dat op termijn effectief is.”

‘Open gesprek met ambtenaar in de stal is effectief’

Trots op netwerk melkvee- en kalverhouders

Waar is Visscher trots op? “Vanuit de vakgroep Kalverhouderij ben ik afgelopen jaar samen met de Melkveeacademie nauw betrokken geweest bij de oprichting van een netwerk van melkveehouders en kalverhouders. Doel daarvan is om kennis uit te wisselen over de opfok van kalveren. De terugkoppeling van ervaringen met specifieke kalveren naar de ondernemers waar die kalveren zijn geboren, is ontzettend belangrijk. Uitwisseling van kennis leidt bijvoorbeeld tot minder gebruik van antibiotica. Het eerste netwerk draait nu, na de zomer komen er stap voor stap twintig van zulke groepen in het hele land. Ook dat is belangenbehartiging, we leggen een verbinding tussen twee sectoren die elkaar nauwelijks kennen, maar sterk met elkaar verbonden zijn.”

Grootste frustratie: de markt

Wat is zijn grootste frustratie? Visscher reageert onmiddellijk: “De markt.” In zijn omgeving hoort hij de verhalen van melkveehouders en varkenshouders. Om triest van te worden. Op zijn eigen bedrijf heeft hij marktrisico’s afgedekt via contracten. Melkveehouders en varkenshouders hebben die mogelijkheid niet of nauwelijks. Als belangenbehartiger staat hij met lege handen, hij heeft geen invloed op de marktprijzen voor melk en vlees.

“Ik sta erbij en kijk ernaar. Het landbouwbeleid is geliberaliseerd en dat leidt tot forse prijsschommelingen. Dat is voorspeld, maar de klappen komen hard aan. Hier in de regio zijn wij bezig om afzet te krijgen voor lokale voedselproducten, bijvoorbeeld in de kantines van gemeentehuizen. Ik realiseer mij dat dat slechts voor een kleine groep perspectief biedt. En toch trek ik daar hard aan. Ik weiger mijn handen in de lucht te gooien.”

‘Verbinding tussen sectoren nodig’

Steeds meer verloopt de belangenbehartiging volgens de sectorale lijnen. Visscher toont daar begrip voor, maar maakt zich toch ook zorgen. “Mest, milieu, water, klimaat, het zijn allemaal thema’s die alle sectoren direct of indirect raken. Verbinding tussen de sectoren is daarom nodig. De agrarische sector smeekt om een koepel die over alle sectoren heen een gemeenschappelijke visie uitdraagt. Bij de TTIP gaat het dus verkeerd. De varkenshouderij is tegen, de andere sectoren voor. Zo worden we tegen elkaar uitgespeeld. Blijkbaar ontbreekt het aan leiderschap in de top van onze organisaties.”

‘Agrarische sector smeekt om overkoepelende belangenbehartiger’

Hij ziet zichzelf als de verrekijker van zijn achterban. “In de overleggen waar ik aan deelneem, hoor ik wat er komende jaren mogelijk gaat gebeuren. Ik vind het belangrijk om die kennis te delen met mijn achterban zodat je samen, bestuur en leden, een strategie kunt bepalen. Zo krijg je draagvlak en dat is voor een belangenbehartiger natuurlijk cruciaal.”

Visscher denkt er niet aan om te solliciteren op de functie die vrijkomt als landelijk voorzitter Albert Jan Maat komend najaar vertrekt. “Ik treed net aan als voorzitter in de Gelderse Vallei. Er is hier genoeg te doen. Bijvoorbeeld het betrekken van jonge ondernemers bij de organisatie. In ons bestuur hebben we een zogeheten verbindingsofficier die daarvoor verantwoordelijk is. Voor de belangenbehartiging is weinig belangrijker dan ledenbinding, te beginnen met de aanstormende generatie boeren.”

Beheer
WP Admin