Boeren zijn van huis uit vaak geen makkelijke praters. Liever vluchten ze de schuur of stal in dan dat ze op tafel gooien dat het niet zo lekker met ze gaat. Foto: Hans Banus BoerenlevenAchtergrond

Als je geen plezier meer hebt in het werk

Het boerenwerk staat nooit stil. Als het te veel wordt, gaat de lol eraf en liggen depressie en burn-out op de loer. Hulp vragen is moeilijk. Deze tips kunnen helpen.

“Kun je het kort houden, we zijn erg druk.” Hij heet Pieter en hij wil niet met zijn volledige naam in de krant omdat hij wel aanvoelt dat het niet helemaal goed gaat. Zo druk als hij is, zou hij niet moeten zijn, althans niet structureel. “Ik weet ook wel dat dat niet gezond is. Maar het lukt nu even niet om het anders te doen.” Sociale contacten schieten erbij in, zijn nachtrust soms ook. Dat laatste schuift hij op het ‘zwabberbeleid van de overheid’.

Met 130 melkkoeien heeft hij zijn handen vol. 32 jaar is hij en vast van plan het bedrijf over te nemen van zijn ouders. Hij werkte altijd samen met zijn vader. Sinds die twee jaar terug rugklachten kreeg en minder inzetbaar is, komt het meeste werk op Pieter neer. Leuk vindt hij het al een hele tijd niet meer. “Je kunt wel zeggen: investeer in melkrobots of huur hulp in. Maar dat kost allemaal geld en waar halen we dat vandaan? De stal is vrij nieuw, de financieringslasten zijn enorm. Ik zie niet hoe het anders kan dan alles zelf doen en hopen dat het een keer beter wordt.”

Geen hoofd- en bijzaken meer onderscheiden

Veel boeren zullen zich herkennen in Pieters situatie. Als boer draai je voor het gevoel altijd 24-uursdiensten. Even een blik hulptroepen opentrekken klinkt wel mooi, maar dan moet je wel zo’n blik hebben. Plus het geld om ervoor te betalen. Als dat er niet is, buffelen ze zelf door, want voor hun eigen arbeid rekenen ze bijna niets. En hoe erg is het nou helemaal? Even wat extra doen, daar is nog nooit iemand slechter van geworden, dus hup, niet zeuren en aan de slag.

Het zijn klassieke patronen die de opmaat kunnen zijn voor een depressie, burn-out of andere mentale klachten. Wat eerst nog voelt als even de schouders eronder, kan uitdraaien op een zware last. Werkplezier is er niet meer, alles voelt als een opgave, overzicht verdwijnt, belangrijke en onbelangrijke zaken zijn niet meer van elkaar te onderscheiden en uiteindelijk kun je volledig vastdraaien en geen idee hebben hoe je er ooit nog weer bovenop komt.

Je kunt het niet alleen

Het antwoord op die vraag is kort en helder: dat kun je niet alleen. Op eigen houtje lukt het niet de ontwikkelde patronen te zien en te doorbreken. Daar is hulp bij nodig van naasten, buren, erfbetreders, huisarts of een coach. Het begint met te erkennen dat je er geen plezier meer in hebt en dat het allemaal niet loopt zoals je graag zou willen dat het loopt. Stap twee is om dat uit te spreken naar iemand in je naaste omgeving of naar een hulpverlener. Met een beetje geluk heeft de omgeving zelf ook al gemerkt dat er iets hapert en met nog meer geluk is dat ook aangekaart. Vanzelfsprekend is dat niet.

Boeren zijn er vaak meesters in om problemen onder het gras te schoffelen. Ze zeggen niets en verstoppen zich als het ware op hun erf, verminderen de menselijke contacten en als iemand toch eens een poging waagt, wuiven ze de vermeende problemen weg. Het valt allemaal wel mee, zeggen ze dan. Of nee hoor, gewoon een slechte dag, kan iedereen wel eens hebben. Voor de omgeving ligt er dus ook een taak. Laat je niet afschepen, vraag verder, luister en oordeel niet en als het nu tot niets leidt, zeg dan dat je volgende week nog wel even een keer aan komt waaien. Zo houd je als buren, vrienden of erfbetreders een vinger aan de pols.

Kom in elk geval niet met dooddoeners aan als ‘ga eens lekker een eindje fietsen’ of ‘zoek een leuke hobby’. Goed bedoeld, maar de boer in kwestie heeft in zijn of haar hoofd niet altijd meer de souplesse om iets buiten het werk om te doen.

Niet de stal in vluchten

Als ondernemer zou het beter zijn om al in een eerder stadium aan de bel te trekken. Gooi het op tafel als je ergens mee zit. Signalen die alarmbellen moeten doen afgaan zijn onder andere het ontwikkelen van een kort lontje, vermoeidheid die maar niet overgaat, rug- en schouderpijn, langdurige hoofd- en maagpijn, zombie-gedrag, niet meer kunnen focussen, alles even belangrijk vinden en niet tot rust kunnen komen. Wie merkt dat hij om het minste of geringste tegen de kinderen, partner of medewerker begint te snauwen of alweer rugpijn heeft, doet er goed aan dat serieus te nemen.

Vlucht niet de stal of schuur in, maar bespreek het. Je hoeft niet te weten hoe en wat precies, alleen al zeggen dat het niet zo lekker gaat, kan een begin zijn. Dan komt er iets in beweging. Geen situatie is zo hopeloos of er is weer uit te komen. Maar dan moet je dus wel laten weten dat je hulp nodig hebt.

Die hulp gaat niet inhouden dat iemand anders de problemen oplost. De hulp zit er eerder in dat je er niet meer alleen voor staat. Vervolgens kan er ruimte ontstaan om alles weer op een rij te zetten, zodat je uiteindelijk weer baas wordt over het bedrijf en niet andersom.