216 melkveehouders bevestigen LBV-aanvragen

De eerste melkveebedrijven die zich hebben ingeschreven voor de regelingen LBV- en LBV-plus (Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties) zijn vergevorderd met het beëindigingsproces van hun bedrijf. Dit blijkt uit cijfers van RVO.

Elf ingeschreven melkveebedrijven hebben het tweede voorschot aangevraagd. Dat betekent dat er geen dieren meer op het bedrijf aanwezig zijn en de mest is afgevoerd. Slopen van de stallen gebeurt na uitbetaling van het tweede voorschot.

In totaal hebben tot en met 27 november 406 melkveebedrijven zich ingeschreven, 158 op de LBV-regeling en 158 op de LBV-plusregeling. Inmiddels zijn daarvan 387 aanvragen toegekend. 216 veehouders hebben de overeenkomst ook ondertekend, meldt RVO.

193 vleeskalverhouders dienden een aanvraag in

Vanuit de vleeskalverhouderij zijn er 193 aanvragen ingediend voor de LBV-plus, 182 daarvan hebben een positieve beslissing ontvangen. Met 116 teruggestuurde overeenkomsten is tot nu toe bijna twee derde van de aanvragen toegekend. De eerste 28 kalverhouders hebben het tweede voorschot aangevraagd en slopen de stallen dus op korte termijn.

Als alle 406 inschrijvingen omgezet worden tot een beschikking, dan gaat het om 2,9% van het totale aantal melkveehouders. De 193 inschrijvingen betekent dat ruim 13% van de kalverhouders stopt.

De meeste ingeschreven melkveehouders zijn in de provincies Overijssel (87), Gelderland (81) en Noord-Brabant (78) gevestigd. Met 152 inschrijvingen zitten de meeste kalverhouders in Gelderland, vanuit Noord-Brabant hebben zich 18 kalverhouders ingeschreven.