1956: weken druk met de voorjaarsschoonmaak

Foto: Misset

Op deze foto uit 1956 is de voorjaarsschoonmaak in volle gang. Matrassen, dekens en vloerkleden hangen buiten in de frisse lucht om uitgeklopt te worden.

En dat is nog maar het begin. Meubels werden afgeklopt, het houtwerk ging in de boenwas. Kozijnen werden afgestoft, spinrag verwijderd, vloeren gedweild, kasten uitgesopt. Daarna ging er nieuw papier op de planken en in de laden, pas dan kon de inhoud weer terug op zijn plaats.

Stoken op kolen of petroleum

De schoonmaak was echt nodig in die tijd. Vaak werd gestookt op kolen of petroleum, de walm liet overal aanslag achter. Huizen waren lang niet zo degelijk als nu, vocht was vaak een probleem met schimmelvorming tot gevolg. Ook dat werd in het voorjaar systematisch aangepakt. Kamers werden van boven naar beneden en van achteren naar voren onder handen genomen.

De voorjaarsschoonmaak duurde soms weken en was hét gespreksonderwerp tussen boerinnen onderling: hoe ver ben jij?

Een schone boerderij was een goede boerderij

Vanaf de jaren zestig nam de schoonmaakdrukte in het voorjaar geleidelijk aan af. Er kwam centrale verwarming en allerlei apparaten maakten intussen schoonmaken makkelijker. Maar op boerderijen bleef het toch lang in stand. Het gaf namelijk ook status: een schone boerderij was namelijk een goede boerderij. Daar waar de boel in het voorhuis verslonsde, was het achter vast niet veel beter, zo was de gedachte. En dus werd er geschrobd en geklopt, geveegd en gesopt. De deadline was Pasen, dan moest de schoonmaak klaar zijn.