WUR: dierwaardige veehouderij gaat miljarden kosten

Dierwaardige veehouderij kost miljarden. WUR schat jaarlijkse kosten op €1 miljard. Prijsstijging voor consumenten en financiële druk op boeren verwacht.

De plannen zoals die voorliggen bij het convenant dierwaardige veehouderij vragen een investering van €4 miljard tot €5 miljard. De jaarlijkse kosten van de dierenwelzijnsmaatregelen bedragen €1 miljard. Op bedrijfsniveau zullen de maatregelen die de convenantspartners voorstellen tot een kostprijsstijging van zo’n 12% zorgen. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research (WeCR) en bureau Connecting Agri&Food (CAF) in opdracht van Elbert Roest, voorzitter van het convenant dierwaardige veehouderij.

Afspraken over dierenwelzijnsregels

In dit convenant maken sectorpartijen samen met de overheid, dierenwelzijnsorganisaties en afnemers afspraken over dierenwelzijnsregels per sector, waarmee invulling wordt gegeven aan het traject naar dierwaardige veehouderij in 2040. Wie uiteindelijk de rekening moet betalen, is een politieke keuze, die volgens de onderzoekers mede afhangt van de mate van ondersteunend overheidsbeleid, substitutie-effecten en de ontwikkeling van dierenwelzijnsstandaarden in de EU.

“Als de rekening volledig bij de veehouders zou worden gelegd, heeft dat ingrijpende consequenties voor de rentabiliteit en inkomens op de bedrijven. Zou de rekening volledig bij de consument worden gelegd, dan zouden, rekening houdend met de vierkantsverwaarding, 12% hogere kosten leiden tot een om en nabij 6% hogere winkelprijs voor zuivel, vlees en eieren. Dit leidt tot enige afname in de vraag. Per saldo stijgen de jaarlijkse huishouduitgaven voor zuivel, vlees en eieren met ongeveer 3%”, aldus de onderzoekers. In totaal gaat het dan in totaal om €450 miljoen.

Financierbaarheid verduurzamingsplannen onzeker

De onderzoekers constateren dat als de kosten bij de veehouders worden neergelegd, hun inkomens zodanig onder druk komen te staan dat de financierbaarheid en haalbaarheid van de verduurzamingsplannen twijfelachtig is. Om de plannen succesvol uit te rollen, is gezamenlijke en gelijktijdige inzet van alle betrokken partijen nodig, volgens de onderzoekers. Het gaat dan om het beleid, (inter)nationale markt- en ketenpartijen, en consumenten. De overheid kan daarbij een belangrijk rol spelen door de transitie te faciliteren met geld en passend beleid, voorzien de onderzoekers. Om de kosten voor bedrijven niet onnodig hoog te maken, adviseren de onderzoekers de welzijnsmaatregelen af te stemmen op het investeringsritme van bedrijven.  

Reactie van landbouwminister Wiersma

Landbouwminister Femke Wiersma schrijft in haar brief aan de Tweede Kamer dat ze het belangrijk vindt dat de maatschappelijk gewenste verandering van de veehouderij tot stand wordt worden gebracht vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van veehouders, overheid, financiers, ketenpartijen en consumenten. “Dit punt heeft mijn bijzondere aandacht in het vervolgproces. Ik zal de conclusies van dit rapport meenemen in de gesprekken die ik voer met de partijen van het convenanttraject dierwaardige veehouderij”, aldus Wiersma.