Foto: Anton Dingemanse AkkerbouwFoto

Witlof: van zaaien tot krop in eigen hand

Nico Vermue teelt en trekt al 35 jaar witlof in Kwadendamme op het Zeeuwse Zuid-Beveland. Het trekken van de krop gebeurt jaarrond. Vof Vermue-Steijn teelt zelf het grootste deel van de benodigde witlofpennen.

De gerooide pennen komen mooi uit de grond en zijn vrij uniform in de maat. De Grimme witlofrooier kan door de loopbodem in de bunker snel lossen.

De oogstrijpe kroppen worden uit de cel gehaald voor de eindverwerking. Rechts worden de pennen met de krop op een schijf geplaatst. De schijf draait langs een mes waardoor de krop van de pen wordt gescheiden. De kroppen vallen op de inpakband waar ze worden geschoond en ingepakt.

Omdat de witlofkwekerij veel energie vergt zijn dit jaar 324 zonnepanelen geplaatst. De jaaropbrengst is goed voor bijna de helft van de energiebehoefte. Hier de drie omvormers voor ieder 108 panelen.

Na 23 dagen in de trekcel is de witlof geschikt om te oogsten.

Een volle trekcel met groeiende witlof. Hier krijgen de pennen continu nieuw water uit een gesloten circulatiesysteem. Om te voorkomen dat het water onbenut doorloopt wordt er voor gezorgd dat de uitlopen van de trekbakken om en om staan.

Een witlofpen na enkele dagen in een trekcel. De wortelontwikkeling is duidelijk op gang gekomen. Ook de krop begint zich al te ontwikkelen.

De trekbakken worden 10 hoog in de trekcel geplaatst. De starttemperatuur is 16 graden. Deze wordt geleidelijk verlaagd naar 13 graden.

De volgende fase is het besproeien met een verdunning van calciumchloride. Dit middel helpt de pen uit zijn rust te komen. Deze methode wordt ook wel verjongen genoemd.

Omdat de intafelplaatsen haaks op de kettingband staan moeten de trekbakken gedraaid worden. Dit gaat via een eveneens zelf ontwikkeld draaiplateau.

De logistiek om de volle trekbakken via een sproeisysteem te stapelen is door de familie Vermue zelf ontwikkeld. De basis is een aangekochte kettingbaan. Een volle trekbak, afkomstig van een van de twee intafelplaatsen, staat in de wacht totdat de baan vrij is. Een andere trekbak is op weg naar de stapelinstallatie.

Vanuit de stortbak komen de pennen op de aanvoerband naar de intafelband. Vader Nico en zoon Remco Vermue zetten de pennen rechtop in een trekbak. Van tijd tot tijd wordt de aanvoerlijn gestart voor een nieuwe voorraad pennen. In het roulatie-systeem wordt op jaarbasis uit 6.000 trekbakken witlof getrokken.

De kisten met pennen die de witlofkroppen moeten gaan voortbrengen zijn 12 dagen van te voren uit de vriescel gehaald en in een andere cel op een temperatuur van 4 graden gebracht. Een kist met pennen wordt in de kantelaar geplaatst en geleidelijk in de stortbak gekiept.

De vers gerooide witlofpennen moeten minimaal 10 dagen bij een temperatuur van 4 graden in de cel staan voor ze geschikt zijn om kroppen van te trekken. Voor de lange bewaring wordt de temperatuur terug gezet op 1 à 1,5 graad onder nul. In de vijf bewaarcellen is ruimte voor de opbrengst van 13 hectare.

De gesorteerde pennen worden met hulp van een kistenvuller in kisten gedaan. Deze gaan vervolgens de bewaring in.

Vanuit de stortbak komen de pennen op de sorteerinrichting. Omdat Vermue de witlofkroppen uit 1 maatsortering trekt hoeft ook maar 1 maat te worden gesorteerd. De maat die Vermue gebruikt is 3,5 centimeter tot 6 centimeter doorsnee. Alles wat hier van afwijkt is tarra. Geen veevoer. Daar zijn alleen getrokken pennen geschikt voor.

Op het erf van Vermue worden de pennen los gestort. Met een shovel worden de pennen in de stortbak geschept voor het vervolgtraject.

Het rooien gaat goed. Dat is aan het gerooide deel in het veld goed af te lezen; mooi gezeefde grond en de sporen zijn niet dieper dan het profiel van de band. De kopakker is een ander verhaal. Daar wordt steeds heen-en-weer gereden om de bunker te lossen. Op de achtergrond is de rooier op weg naar de wagen om te lossen.

Loonwerker Kloosterman rooit met een Grimme-bunkerrooier drie rijen gelijk.

Het rooien van de pennen besteedt Vof Vermue-Steijn uit aan loonbedrijf Kloosterman. De loonwerker oogst begin oktober de 3 hectare van de 16 hectare witlofpennen die Vermue op jaarbasis teelt. De witlofpennen van vorig seizoen, die nog in de bewaring liggen, zijn binnen enkele weken op. Het is daarom tijd de vroege rassen van dit jaar te oogsten. Om de regen voor te zijn is de loonwerker daarmee een dag eerder begonnen dan gepland. - Foto's: Anton Dingemanse

Een overzicht van de kettingbaan. Op de voorgrond de stapelinrichting met regelkast. Elektrotechnicus Remco Vermue ontwierp het elektrische meet- en regelgedeelte.

De kettingbaan voor het intafelen wordt ook gebruikt om de lege trekbakken te reinigen. Nu gaat de trekbak via een draaiplateau naar de spoelinrichting waar de bak wordt uitgespoeld. Daarna gaat de bak naar de stapelinrichting aan het andere eind van de kettingbaan.

De kroppen worden gesorteerd op grootte. De kroppen rechts hebben de gewenste maat, geheel links de bovenmaat en in het midden de ondermaat. Deze witlof wijkt wat af van de Nederlandse maat en wordt via de Belgische veiling van St-Catalijne-Waes vermarkt voor een specifiek segment voor de Belgische markt. Voor dit specifieke product zijn speciale rassen en een aangepaste teelttechniek nodig.

De witlof wordt verpakt in dozen van 5 kilo en wordt dezelfde of de volgende dag opgehaald.

Beheer
WP Admin