Foto: Anton Dingemanse AkkerbouwFoto

Winters regenwater sparen voor zomerse behoefte

Om de droogte in de zomer het hoofd te bieden start Alex van Hootegem van bio-dynamisch akkerbouwbedrijf Meulwaeter in het Zeeuwse Kruiningen een innovatief zoetwaterproject om het water, dat anders via de drains wegloopt, op te slaan voor gebruik in droge periodes.

Voor er water via de opvangputten kan worden geïnfiltreerd zal eerst moeten worden gedraineerd. In dit perceel van 23 hectare gaat 55 kilometer drain, ongeveer het dubbele van een traditionele drainage.

Van elke 2 meter die wordt geboord wordt een monster genomen. Van links naar rechts liggen hier 10 monsters die zo het bodemprofiel weergeven. Links de toplaag van klei ongeveer 2,5 meter. Daarna 8 tot 10 meter fijn zand gevolgd door een schelpenlaag van ongeveer 2 meter. Daaronder zit de zandlaag van grover zand waarin wordt geïnfiltreerd.

Om het water in het zandpakket te krijgen wordt er met een boor van 50 centimeter middellijn tot 22 meter diep geboord. In het boorgat worden infiltratiebuizen geplaatst.

Hier wordt een gewone drain aangesloten op een hoofddrain, deze zit per afdeling rechtstreeks aangesloten op bijbehorende opvangput. De drains liggen waterpas op ongeveer 80 centimeter diepte.

In deze pompput wordt het water vanuit de opvangputten via een centraal punt naar de infiltratiebuizen in het zandpakket gevoerd. Het water wordt met pompen via filters naar beneden gepompt. Het zandpakket kan 550.000 kubieke meter water bevatten.

In de overwegend zilte ondergrond van de Zeeuwse bodem komen enkele gebieden voor die geschikt zijn voor zoetwateropslag. Dat zijn de uit zand bestaande voormalige waterlopen: de zo geheten kreekruggen. Diep onder percelen van Van Hootegem ligt een oeroude kreekrug die hij nu wil gaan benutten voor zoetwateropslag. Opvangputten voor drainwater zijn daar een onderdeel van. - Foto's: Anton Dingemanse

Er zijn 6 onderling verbonden opvangputten geplaatst. Op elke put wordt een drainagesysteem aangesloten. De drains wateren dus niet af naar een sloot, maar naar de opvangputten. Vanuit deze putten kan het water in droge perioden terug gepompt worden in de drains.

Ondanks dat met groot en zwaar materiaal wordt gewerkt blijft precisie de leidraad. Op de tekening staat precies hoe alles moet komen te liggen.

Het nog lege interieur van de container. Tussen de toevoer en infiltratie komt een installatie met pompen en filters waaronder uv-filter om te voorkomen dat de buisperforaties gaan verstoppen. De rode buizen zijn bedoelt voor bedrading van sensoren. De installatie had al moeten draaien, maar onderdelen uit Italië zijn vanwege de coronacrisis nog niet geleverd.

Tussen de inmiddels gefreesde peenruggen staat als centraal punt de container waarin de meet- en regel apparatuur komt die de pompen gaat aansturen.

De buizenstraat naar de infiltratie- en onttrekkingsputten met stijgleidingen waar de container geplaatst zal worden. De stijgleidingen van de opvangputten moeten nog geplaatst worden.

Over de buisuiteinden worden putten van kunststof geplaatst om de aansluitingen naar het centrale punt te maken.

Afhankelijk van het doel worden er 1 of 2 buizen geplaatst. In dit geval is de ene buis een infiltratieput en de andere een peilput. Het water zal via de infiltratiebuizen in de bodem worden gebracht met de druk van een waterkolom van 2,5 meter die, zolang water uit de opvangputten beschikbaar is, door pompen op peil wordt gehouden.

Voor het afdichten van de boorput wordt voor het onderste deel van ruim 4 meter grof zand van 0,8 tot 1,25 millimeter gebruikt. Voor de overige 18 meter worden deze kleikorrels gebruikt die bij nat worden ongeveer 100% uitzetten en er zo voor zorgen dat de infiltratiebuizen stevig in de boorput verankerd zitten.

De buizen hebben een diameter van 12,5 centimeter en zijn 4 meter lang. Alleen de onderste 4 meter buis is poreus voor infiltratie en onttrekking van het water.

Beheer
WP Admin