Foto: Peter Roek AlgemeenNieuws

Wijziging diernormen mestproductie in 2017

De normen voor mestproductie van een aantal diersoorten worden in 2017 aangepast.

Het gaat om een deel van het vleesvee, geiten, schapen, pluimvee en een aantal diersoorten die beperkt worden gehouden. De nieuwe normen zijn door het Ministerie van EZ gepubliceerd in de Staatscourant en gaan in per 1 januari 2017.

Aangepast zijn de zogenoemde excretieforfaits voor schapen, geiten en vleesrundvee, met uitzondering van opfokkalveren. Die vallen in de diercategorieën 101 en 102. De aanpassingen zijn soms relatief klein, bijvoorbeeld voor zoogkoeien (categorie 120) waarvan de fosfaatproductie per dier daalt van 27,1 naar 26,9 kilo per dier per jaar. Voor rosékalveren van 3 tot 8 maanden daalt de fosfaatproductie van 10,9 naar 9,4 kilo per jaar, maar stijgt de stikstofproductie van 24,6 naar 26,3 kilo.

Aparte norm voor biologische melkgeiten

De fosfaatproductie van melkgeiten (categorie 600) stijgt van 3,8 naar 4,7 kilo per jaar. Voor biologische melkgeiten geldt een aparte norm van 4,1 kilo fosfaat.

Voor fokschapen (categorie 550) daalt zowel de stikstof- als de fosfaatproductie naar respectievelijk 9,9 en 3,3 kilo per dier per jaar.

Voor pluimvee gaat het om aanpassingen van de zogenoemde stikstofcorrectie per dier en de stikstofexcretie voor onder meer kippen en kalkoenen.

Wijzigingen verwerkt in tabellen op RVO.nl

De normen worden aangepast op basis van adviezen van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM). De wijzigingen worden verwerkt in de tabellen op de website van RVO.nl.

Beheer
WP Admin