Het waren in 1997 donkere dagen voor varkenshouders, ze dreigden een kwart van hun varkens in te moeten leveren. - Foto: Koos Groenewold BoerenlevenAchtergrond

Wet Herstructurering Varkenshouderij; de wet die van tafel ging

Niet elke milieuwet is een blijvertje. 25 jaar geleden kondigde de overheid de Wet Herstructurering Varkenshouderij (WHV) aan. Die trad in werking maar werd ook weer geschrapt.

Varkenshouders zaten 25 jaar geleden nog midden in de varkenspest-ellende toen landbouwminister Jozias van Aartsen een brief aan de Tweede Kamer stuurde. Op zich niets bijzonders, dat gebeurde wel vaker. Maar dit was anders. “De huidige varkenspestuitbraak geeft aanleiding tot nadere bezinning op de kaders waarbinnen de varkenssector kan produceren”, stond er. Van Aartsen schreef over “kansen om problemen op een breed gebied van gezondheid, milieu en dierenwelzijn structureel aan te pakken.”

Herstructurering van de varkenshouderij

Hoezeer de varkenspest de gemoederen ook bezighield, dit voornemen glipte er niet tussendoor. Het sloeg juist in als een bom. Wat het precies inhield wist destijds nog niemand, maar veel goeds voorspelde het niet. Dat bleek twee weken later. Toen presenteerde Van Aartsen een notitie waarin hij het had over een herstructurering van de varkenshouderij. Zijn plan was nog allerminst concreet, evenmin was het al grondig uitgewerkt. Maar de lijnen waren wel duidelijk. De sector moest af van de spaghettistructuur. In plaats daarvan moesten er een-op-een relaties komen tussen bedrijven om een gesloten bedrijfsvoering te krijgen. Hij had het ook over brandgangen tussen bedrijven om de overdracht van ziektes te minimaliseren.

Kwetsbaarheid varkenshouderijsector

Varkenshouders vroegen zich af hoe dat alles er precies uit moest zien en hoe ze dat voor elkaar moesten krijgen, maar antwoorden kregen ze niet. De varkenspest bleef namelijk om zich heen grijpen. Alle aandacht ging uit naar het indammen van het virus. De notitie verdween naar de achtergrond. Tot 10 juli van dat jaar. Toen liet Van Aartsen opnieuw van zich horen. Van zijn voorgestelde ‘bezinning’ was niet veel meer over. “Door de varkenspestcrisis zijn we op een dramatische wijze geconfronteerd met de grote kwetsbaarheid van de sector. De daaruit vloeiende risico’s en problemen leiden tot grote economische en maatschappelijke schade”, schreef hij.

Aantal varkens per bedrijf omlaag

De toon was gezet, de sector moest grondig geherstructureerd worden. Er moest niet alleen een eind komen aan de spaghettistructuur. Van Aartsen greep de varkenspest aan om meteen andere zaken door te voeren. Groepshuisvesting met stabiele groepen moest de norm worden en om het overschot van 14 miljoen kilo fosfaat weg te werken besloot hij dat het aantal varkens omlaag moest. En niet zo’n beetje ook. De uitdrukking ‘generieke krimp’ viel en die hakte er in. Het ging immers niet om het inleveren van één of twee varkensplaatsen, het ging om veel en veel meer. Van Aartsen introduceerde het begrip varkensrechten en op basis hiervan wilde hij het aantal dieren per bedrijf verminderen. De krimp moest in twee stappen worden gerealiseerd. Eerst 10%, later nog eens 15%.

Bepaling aantal varkensrechten

Hoeveel varkensrechten iemand kreeg, werd met terugwerkende kracht bepaald. Van Aartsen schreef: “Het varkensrecht komt overeen met het in 1994, 1995 of 1996 gemiddeld op het bedrijf gehouden aantal varkens, verminderd met 10%.” De totale mestproductierechten delen door 7,4 kilo fosfaat resulteerde in het aantal toe te kennen varkensrechten. Waar dus meteen een gedeelte van werd ingenomen. Om te voorkomen dat varkenshouders als een dolle varkens zouden aankopen om na de korting op zijn minst even groot te blijven, schreef de minister een uitbreidingsverbod voor tot de wet van kracht zou zijn.

Lees verder onder de afbeelding

Onrust over Wet Herstructurering Varkenshouderij
De Wet Herstructurering Varkenshouderij veroorzaakte veel onrust. – Afbeelding Misset

Halvering varkenshouderij

Voor de camera’s van het NOS-journaal reageerde varkensvoorman Cor Das aangeslagen: “Die korting is alsof je met de auto naar Amsterdam rijdt, onderweg haalt de overheid er een band af en in de stad moet je vervolgens achteruit foutloos zien in te parkeren.” Met andere woorden, varkens houden zou moeilijk, zo niet onmogelijk worden. Banken en accountantsbureaus becijferden dat zo ongeveer de helft van alle varkensbedrijven in Nederland zou moeten stoppen en dat als gevolg hiervan vele duizenden arbeidsplaatsen in de hele keten verloren zouden gaan.

Aanpassing plan herstructurering varkenshouderij

De Europese Commissie had ook bedenkingen bij de gang van zaken. Zomaar productierechten afpakken, kon dat eigenlijk wel? Van Aartsen kreeg er toestemming voor nadat hij zijn herstructureringsplan anders formuleerde. Het zou gaan om een milieuplan om aan de eisen van nitraatrichtlijn te kunnen voldoen.
Nitraatrichtlijn? Het ging toch om fosfaat? Maar niemand die erover viel, Brussel was akkoord en op 17 november 1997 stuurde Van Aartsen zijn Wet Herstructurering Varkenshouderij, kortweg de WHV, naar de Tweede kamer. Die verzandde in gesteggel over de hoeveelheid krimp. Moest dat wel 25% zijn? Was 20% niet beter? Of het grondwettelijk allemaal door de bocht kon, daarover geen woord. Daar moest de Eerste Kamer maar over beslissen. Die deed dat en gaf op 18 december groen licht. De WHV zou in 1998 in moeten gaan.

Reductie fosfaat

Varkenshouders wisten niet hoe ze het hadden. Die fosfaatreductie kon toch ook anders? Bijvoorbeeld door ander voer te gebruiken. Waarom moest dat via krimp? Je reinste diefstal, dat was het. De Nederlandse Vakbond Varkenshouderij (NVV) kondigde aan de wet juridisch aan te vechten. De aangespannen procedures leidden eerst tot niets, de rechters gingen er niet in mee. Maar op 1 januari 2006 ging de WHV dan toch van tafel. Hij was onnodig complex vond de overheid bij nader inzien. Er waren andere manieren om de milieudoelen te halen. In de Meststoffenwet kwam een integrale regeling van alle productierechten. Een mestplafond bleef nodig, zo vond de overheid, maar het verschil tussen fokzeugen- en varkensrechten verdween. Ook verschillende regels behorende bij grond- en niet grondgebonden rechten werden geschrapt en pluimvee- en varkensrechten werden onderling verhandelbaar. En die resterende 15% generieke korting? Daar had niemand het meer over.

Beheer
WP Admin