Het blijven bemoeien en niet los kunnen laten, blijkt één van de belangrijkste factoren van een stroef of langdurig overnameproces. - Foto: Canva BoerenlevenAchtergrond

Waar gaat pa straks naar het toilet na bedrijfsovername?

Geld is belangrijk maar een bedrijfsovername gaat vooral over emoties. Die tijdig benoemen, vergroot de kans op succes. Onderzoekers stelden elf aandachtspunten op.

Dat een bedrijfsovername veel meer is dan een handtekening zetten, is voor de meeste ondernemers en adviseurs wel duidelijk. Maar hoeveel meer, dat blijkt wel degelijk nog onbekend. Om dat in kaart te brengen, bundelden zes hogescholen hun krachten. Ze vormden ‘living labs’ wat een term is voor een bepaalde manier van onderzoek uitvoeren. Gaandeweg formuleerden ze maar liefst 11 aandachtsgebieden die belangrijk zijn voor een succesvolle bedrijfsovername. Opvallend: van die 11 gaan er maar drie over de zogenoemde harde kant: de ondernemingsvorm, de strategie en de centen. De rest gaat over zaken als emotie, loslaten, vertrouwen geven, familiebanden en de partner van de ondernemer.

Lees verder onder het kader.

Voorwaarden en kostenplaatje

Ondernemers in de landbouw houden van aanpakken. Niet lullen maar poetsen, dat is veelal het credo. Zo wordt ook een bedrijfsovername vaak geregeld: de accountant stelt de voorwaarden en het kostenplaatje op. Bij de notaris wordt dat nog even formeel vastgelegd en dan weer snel aan het werk in de veronderstelling dat het verder allemaal vanzelf gaat.
“Dat optimisme is mooi”, vindt Koos Dekker, projectleider Living Lab Zuid, “maar door al te snel van start te gaan, kun je ook eerder gaan botsen.” Die kans is groter als mogelijke obstakels niet voor het zetten van de handtekening al worden benoemd. Soms gaat het om kleine dingen maar die kunnen uitgroeien tot grote problemen met knallende ruzie tot slot.

Dekker: “Neem nou het toiletgebruik. We spraken een gezin waarbij vader gewend was om ’s ochtends na het melken zijn grote boodschap te doen. Het klinkt minuscuul, maar hoe gaat dat na de overname als vader niet meer op de boerderij woont? Blijft hij dat dan doen of vindt zijn schoondochter dat toch niet zo prettig? En zo nee, wat kan dan een oplossing zijn?”

Zoon was zich van geen kwaad bewust omdat de vader er nooit iets over gezegd had

Dekker heeft nog veel meer voorbeelden waar je vooraf niet zo bij nadenkt maar die gaandeweg kunnen uitgroeien tot irritaties die de samenwerking na de bedrijfsovername in de weg staan. Hij noemt de vader die zich kapot ergert als zijn zoon hem in aanwezigheid van de medewerkers aanspreekt bij zijn voornaam. ”Maar de zoon was zich van geen kwaad bewust omdat de vader er nooit iets over gezegd had.”

En dan is er de kwestie ‘wonen’. Ouders die verhuizen, blijken het best lastig te vinden als de functie van de voormalige woning verandert. In hun tijd was de keuken de plek waar gezamenlijk koffie gedronken werd en waar iedereen kwam binnenvallen. De opvolger, en dan meestal de partner, kan behoefte hebben aan meer privacy. Als dat niet vooraf benoemd en besproken wordt, kan het uitgroeien tot onbegrip en hevige irritaties.

Moeite met loslaten

Nog een klassieker: de vader die er moeite mee heeft het bedrijf los te laten en achter de rug van zijn opvolger nagaat of het werk wel goed is gedaan. Het blijven bemoeien en niet los kunnen laten, blijkt één van de belangrijkste factoren van een stroef of langdurig overnameproces. Wim de Bont begeleidt namens Has Hogeschool dit onderdeel in de living labs. “Studenten zijn nu bezig uit te zoeken waaróm sommigen het zo moeilijk vinden het bedrijf los te laten. Het lijkt mee te spelen dat boeren die hun hele leven intensief op het bedrijf gewerkt hebben en daarbuiten geen actief sociaal leven hadden, er meer moeite mee hebben dan boeren die ook nog een leven buiten de boerderij hadden.”

Nieuwe adviesroute

En zo zijn er talloze struikelblokken die de bedrijfsovername kunnen tackelen en waar de living labs de vinger op proberen te leggen. De bedoeling is dat alle opgedane informatie voeding vormt voor het nog op te zetten Kenniscentrum bedrijfsoverdracht. Dit is een initiatief van het NAJK dat hiermee een nieuwe adviesroute wil ontwikkelen voor het proces van bedrijfsovername. Met alle kennis die in het centrum voorhanden gaat is, moet dan vanaf volgend jaar 80 procent van alle overnames begeleid worden.

Of deze ambitie gehaald gaat worden, is nog onzeker. Voor het project is subsidie aangevraagd bij de overheid maar die stelde wel aanvullende eisen. Zo moet het centrum binnen vier jaar zonder subsidie kunnen draaien. Wie in een overnameproces zit, of daar vlak voor staat, moet er dus wel gebruik van willen maken en ervoor willen betalen. En dat willen ze als ze inzien dat er bij hen zaken zijn die aandacht en eventueel begeleiding behoeven.
In hoeverre dat inzicht er is, is de vraag. In elk geval de jongere generatie heeft de neiging de emotionele kant van de overname over te slaan. Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim deed er samen met de groene hogescholen van Van Hall Larenstein en Aeres onderzoek naar. Ze ondervroegen 354 studenten, de meeste met plannen het ouderlijk bedrijf voort te zetten. Als het gaat om begeleiding, blijken zij vooral te denken aan de accountant, notaris en relatiebeheerder van de bank. Ook vrienden en kennissen worden belangrijk gevonden maar mediators en coaches vrijwel niet, terwijl de studenten wel bezorgd zijn over mogelijke familieruzies. De vrouwelijke studenten hebben hier iets vaker zorgen over dan de mannelijke, maar een begeleider inschakelen om conflicten te voorkomen, is bij beide groepen weinig populair.

‘Soft gedoe’ niet populair

Dat kan met de leeftijd te maken hebben, wie jong is, houdt zich meestal niet erg bezig met ‘soft gedoe.’ Toch kan ook de oudere generatie hier moeite mee hebben. Ze zijn veelal niet opgegroeid met dingen bespreekbaar maken, hard werken was altijd de vermeende oplossing voor alles. Dat deze aanpak meestal niet werkt, en zelfs averechts kan werken, is wel bekend maar er wordt lang niet altijd iets mee gedaan. Men durft niet, of men wet niet hoe. En hier kan dus het Kenniscentrum van waarde zijn. Koos Dekker benadrukt dat mensen het wel zelf moeten willen. “Families moeten zelf zeggen: hoe zit dit bij ons, kan het een probleem worden en wat kunnen we er nu aan doen om dat te voorkomen?”

Dingen onder het tapijt vegen werkt nou eenmaal niet. Vroeg of laat komen ze eronder vandaan en dan blijken ze veel moeilijker aan te pakken dan wanneer er al in een vroeg stadium over is gesproken.


Afsluitend event

Op 10 en 11 juni is er een afsluitend event bij de Boerinn in Kamerik. Niet alleen worden dan de uitkomsten van het onderzoek besproken, ook wordt uitgelegd hoe families, adviseurs en docenten de aandachtsgebieden kunnen gebruiken bij het overnameproces zodat ze geen struikelblokken gaan worden.


Reacties

  1. Je mag het niet het probleem van de oude boer noemen maar dat is het eigenlijk wél, volgens dit artikel. Als de oude boer werk of bezigheden zoekt aan het eind van zijn actieve leven dan gaat de overname beter. Nu zie je te vaak dat pa op het bedrijf blijft werken en de teugels in handen houdt terwijl de opvolger na zijn studie buiten de deur gaat werken. Stopt die opvolger daarmee en neemt ie het bedrijf over, dan kan pa opkrassen. Pa mag wel komen blijven werken maar eigenlijk niet meer in het voorhuis komen; dat geeft teveel gedoe en kans op irritaties. Beter is als pa buiten de deur gaat werken of iets anders gaat doen. Vroeger ging het zo. Pa had een uitkering van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid en ging voor lto de vergaderingen af.

Beheer
WP Admin