Foto: Michel Velderman AlgemeenNieuws

Verwachte fosfaatexcretie melkveehouderij 4,4% hoger

De fosfaatproductie van de melkveehouderij is in het eerste kwartaal met 4,4% gestegen ten opzichte van het laatste kwartaal van 2023.

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De jaarlijkse fosfaatproductie van de melkveehouderij wordt op basis van de resultaten in het eerste kwartaal geschat op 76,6 miljoen kilo fosfaat per jaar. De verwachte stikstofexcretie van de melkveehouderij steeg in dezelfde periode met 1,5%, naar 277,5 miljoen kilo.

Boven productieplafond 2025

De hogere fosfaatexcretie in de melkveehouderij is de oorzaak van de verwachte hogere fosfaatexcretie voor de hele veehouderij. De fosfaatexcretie van de pluimveehouderij steeg in het eerste kwartaal ook licht, met 0,4% naar 22,5 miljoen kilo. De fosfaatexcretie in de varkenshouderij daalde met 2,1% naar 32,4 miljoen kilo. Bij overige dieren was de daling 1,2% naar 16 miljoen kilo. De fosfaatexcretie van de gehele veestapel komt hiermee op 147,5 miljoen kilogram, 1,7% meer dan in het vierde kwartaal van 2023. Dat is 2,1% onder het geldende productieplafond van 150,7 miljoen kilo, maar nog 9,2% boven het productieplafond dat vanaf 2025 geldt.

De stikstofexcretie van de gehele veestapel is volgens de momentopname in het eerste kwartaal van 2024 468,9 miljoen kilogram. Dat is een toename van 0,3% ten opzichte van het derde kwartaal van 2023. De toename is het gevolg van de toename van de stikstofexcretie van de melkveehouderij. Voor de stikstofexcretie voor 2024 van varkens wordt een daling verwacht van 1,2% naar 84,2 miljoen kilo. De stikstofexcretie van pluimvee daalt met 1,5% naar 52,5 miljoen kilo en van het overig vee, inclusief vleesvee, met 1,3% naar 54,7 miljoen kilo. De stikstofexcretie zou in 2024 op basis van deze prognose 4,2% onder het geldende stikstofplafond van 489,4 miljoen kilo komen. Het is nog wel 6,5% boven het plafond van 440 miljoen kilo stikstof dat vanaf volgend jaar geldt. CBS benadrukt wel dat er vooral in het eerste kwartaal nog een grote onzekerheid aan de cijfers zit.

Lager ruweiwitgehalte

Om de excretie van de melkveehouderij te verlagen, heeft demissionair landbouwminister Piet Adema afspraken gemaakt om het ruweiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen te verlagen en deze in 2025 niet hoger te laten zijn dan 160 gr Ruw Eiwit/kg droge stof. Wegens gebrek aan gegevens kon CBS echter over het eerste kwartaal nog geen Ruw eiwitgehalte bepalen.

De toename van de fosfaatexcretie van de melkveehouderij komt mogelijk door de hogere fosforgehaltes in de graskuilen van 2023, ten opzichte van de graskuilen van 2022. In het eerste kwartaal waren er 1,2% minder dieren in de melkveehouderij; het ging om 0,4% minder melkkoeien en 1,9% minder jongvee. De melkproductie wordt in het eerste kwartaal met 9.075 kg/koe/jaar iets lager ingeschat te opzichte van de 9.125 kg/koe/jaar. Het stikstof- en fosforgehalte in mengvoer voor melkvee was in het eerste kwartaal gemiddeld lager dan in het laatste kwartaal van vorig jaar.

Het demissionaire kabinet werkt in overleg met de sector aan een plan om de fosfaat-en stikstofexcretie van de veehouderij te verlagen om een generieke korting van de veestapel te voorkomen. Zo zullen er sectorale productieplafonds worden ingevoerd en zal een afroming bij de handel in dier- en fosfaatrechten van 30% worden ingevoerd.


Reacties

  1. Mijn collega’s mogen minder eiwit voeren
    Ik kies voor een rantsoen met minimaal 170 gram ruw eiwit. Ik wens het ministerie en de sector veel succes.
    We gaan keihard richting een generieke korting.

Beheer
WP Admin