Foto: Pixabay BoerenlevenAchtergrond

Vertrouwensloket: ‘We zijn nog steeds nodig’

Het Vertrouwensloket Dierverwaarlozing bestaat 20 jaar. Veel is bereikt maar klaar is het nog niet.

Op 5 november bestaat het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren 20 jaar. Dat wordt in verband met corona gevierd met een onlinefeestje. Bestuursvoorzitter Jeanette van de Ven: “Een feestje klinkt een beetje raar, want het gaat om dierverwaarlozing, maar we hebben in die 20 jaar veel goeds kunnen doen. Vandaar dat we het jubileum toch vieren.”

In 2000 startte het loket onder de naam Vertrouwensloket Dierverwaarlozing. Mensen konden hier, al dan niet anoniem, melden als ze ergens een geval van dierverwaarlozing vermoedden. Vaak was het dan al te laat, dieren stonden tot hun buik in de mest of waren sterk vermagerd door verschimmeld voer en gebrek aan drinkwater. Nooit was sprake van opzet. Soms bleek iemand gewoon geen goede manager te zijn, maar meestal was de verwaarlozing terug te voeren op een opeenstapeling van allerlei problemen. De dierhouder zag door de bomen het bos niet meer en kwam in een neerwaartse spiraal terecht met onder meer dierverwaarlozing tot gevolg.


Lees verder onder de kaders in dit artikel.

De cijfers

In 2019 kwamen bij het Vertrouwensloket 129 meldingen binnen van dierwaarlozing op een agrarisch bedrijf.
De meldingen zijn voor 50% afkomstig van burgers.
24% van alle meldingen ging over boeren die in voorgaande jaren ook al gemeld waren, de zogenaamde recidieven.
Van alle meldingen gaat 56% over rundvee, 18% over paarden en 9% over varkens.

Buren, familie, collega’s, erfbetreders

Om verwaarlozing te voorkomen, zette het Vertrouwensloket de afgelopen jaren steviger in op preventie. Buren, familie, collega’s en erfbetreders worden nu ingeschakeld om tijdig aan de bel te trekken zodat de problemen nog bij te sturen zijn en het niet tot dierverwaarlozing komt. De naam van het loket veranderde daarom ook in Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren.

Deze signalen kunnen erop wijzen dat een veehouder in de problemen zit

► De dieren hebben onvoldoende of vies voer en de drinkwatervoorziening is niet in orde.
► Dieren zijn smerig, blijven achter in groei of vermageren.
► De stal wordt niet meer onderhouden, de boel lekt, tocht, kiert en verzakt.
► Er zijn veel dieren waar iets mee is: ziek, kreupel, gewond of met een dof haarkleed.
► De boer zelf gedraagt zich anders dan je van hem gewend bent.

Melden is helpen

De preventieaanpak werpt vruchten af, maar dat wil niet zeggen dat het loket niet meer nodig is. Het aantal meldingen stijgt al jaren, deels omdat het meldpunt meer bekendheid kreeg en omdat meer en meer sectoren zich aansluiten. Zoals in 2018 de sectorraad paarden. Sindsdien steeg het aantal meldingen over verwaarloosde paarden met 18%. In totaal steeg het aantal meldingen vorig jaar met 26% ten opzichte van 2018.

Van de Ven: “Meldingen komen voor de ene helft van burgers en voor de andere helft van erfbetreders. Met name erfbetreders bellen niet zomaar, de drempel is hoog. Ze hebben het gevoel dat ze iemand aan het kruis nagelen. Terwijl wij juist zeggen: melden is helpen.” Ook erfbetreders die een klantrelatie hebben, worstelen vaak met de vraag of ze hun vermoedens dat het met iemand niet goed gaat wel moeten delen met het Vertrouwensloket. “Ze zijn bang dat als de klant erachter komt, ze nooit meer terug hoeven komen. Dat is begrijpelijk, maar wij moeten het wel hebben van dergelijke erfbetreders. Zij zijn ontzettend belangrijk voor de vroege signalering.”

Door corona minder erfbetreders

Door corona komen er nu minder bezoekers op het erf. Signalen die duiden op problemen en dierverwaarlozing, kunnen daardoor gemist worden. Voormalige erfbetreders kunnen daarom ook op deze signalen letten:
► Worden rekeningen nog wel betaald?
► Hoe is de boer aan de telefoon? Vriendelijk of kortaf?
► Wordt er nog voer besteld?
► Gaat de melkkwaliteit ineens achteruit?
► Worden slachtrijpe dieren nog wel opgehaald?
► Wordt de dierenarts nog gebeld?

Het lukt niet meer

Een boer met problemen probeert die vaak zo lang mogelijk zelf op te lossen. Hij werkt zich een slag in de rondte om het werk gedaan te krijgen, maar blijft achter de feiten aanlopen. Intussen verbergt hij wat er aan de hand is, want meestal schaamt hij zich. Van de buitenwereld vreest hij oordelen zoals: wat een bende hier, ruim de zooi toch eens op. Ook vreest hij allerlei adviezen. Hij wéét wel hoe het moet, maar het lukt niet meer. “Als onze preventieteams komen, dan oordelen ze niet en ze komen ook niet met adviezen. Ze luisteren alleen maar. De rest komt later. En dat vinden boeren achteraf juist heel fijn”, zegt Van de Ven.

Dierverwaarlozing is van alle tijden

Hoewel het loket al twee decennia bestaat, daalt het aantal gevallen van dierverwaarlozing niet structureel. Een verband met de aangetrokken regelgeving van de laatste jaren is niet zomaar te leggen al is niet uit te sluiten dat boeren die al in de problemen zitten, hierdoor net een zetje de verkeerde kant op krijgen. “Toen in de jaren tachtig de melkquotering werd ingevoerd, waren er bijvoorbeeld ook meer meldingen”, weet Van de Ven. Het loket bestond toen nog niet, meldingen kwamen toen binnen bij de politie, de Dierenbescherming en de RVV, nu de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). “Dierverwaarlozing is van alle tijden, al moet ik zeggen dat in 2015, toen er nog zoveel onduidelijk was over de fosfaatregels, het aantal meldingen voor de melkveehouderij opvallend toenam. Ik weet niet of er toen echt meer dieren verwaarloosd werden of dat erfbetreders toen alerter waren en eerder aan de bel trokken.”

Het loket viert nu haar 20-jarig bestaan, maar daarmee is de kous niet af. “We hebben nog ambities genoeg. Met name vroege signalering kan nog beter, zodat problemen bij boeren niet leiden tot dierverwaarlozing. We zijn nog steeds nodig, maar streven ernaar om overbodig te worden.”


Lees verder onder de foto.

Door corona komen er veel minder bezoekers op het erf. Problemen kunnen daardoor gemist worden. - Foto: Pixabay

Door corona komen er veel minder bezoekers op het erf. Problemen kunnen daardoor gemist worden. – Foto: Pixabay

Dierenwelzijn is complex

Wanneer precies sprake is van dierverwaarlozing, is niet altijd even makkelijk te zeggen.

De extremen zijn vaak wel duidelijk, maar er is een grijs gebied. Lang is geprobeerd om dierenwelzijn meetbaar te maken. Dr. Hans Hopster, onderzoeker dierenwelzijn en lector diergedrag bij respectievelijk Wageningen Universiteit en hogeschool Van Hall Larenstein: “20 jaar geleden ging het over de minimale spleetbreedte in varkenshokken en hoeveel lux licht ze per dag moesten hebben. Het waren pogingen om dierenwelzijn in regels te vatten en als je er niet aan voldeed, was het dierenwelzijn niet in orde en was je in overtreding. Dat is veranderd, nu zijn er open normen. Binnen de gestelde kaders kunnen boeren zelf doen wat bij hun situatie past. Om dat goed te begeleiden, ben ik erg voor ketenconcepten. Wie daarin zit, voldoet aan gemeenschappelijk opgestelde voorwaarden. Maar daarbij hoort ook een goede communicatie naar de maatschappij toe. Je moet je als boer realiseren dat burgers vaak een ander vertrekpunt hebben als het gaat om dierenwelzijn. Ze zien de hond thuis voor zich en vinden dat boeren dan nog steeds niet goed genoeg voor hun dieren zorgen.”
Hopster noemt dierenwelzijn enorm complex, mede omdat niet iedereen er hetzelfde over denkt. En zolang er geen eenduidigheid is over wanneer het dierenwelzijn in orde is, zullen er bezorgde mensen zijn die een meldpunt bellen omdat ze verwaarlozing vermoeden. Dat neemt niet weg dat Hopster voorstander is van het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren. ”Maar de naam is wel een beetje misleidend. Eigenlijk gaat het niet over het welzijn van dieren maar over boeren met psychosociale problemen. Het is overigens wel goed dat daar aandacht voor is.”

Hier kun je terecht met vragen: Het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren is bereikbaar op 06 22 43 57 57 of via de site.

Beheer
WP Admin