Foto: Mark Pasveer BoerenlevenOpinie

‘Uitgegleden op de maiskuil’

Het doet ontzettend veel pijn, maar ik wil me niet laten kennen.

Het is koud en glad op de maiskuil. Het heeft flink gevroren en het ijs staat erop. Wanneer opa Frans het plastic lostrekt vallen de grote stukken ijs op de grond. Opa Frans gaat de kuil niet op. Dat ziet hij niet zitten. Te gevaarlijk weet hij, maar leuk vindt hij dat niet want het liefst staat hij daar bovenop. Dus hij reikt met de schep, zo goed als het kan, om toch nog zoveel mogelijk stukken zand van de kuil naar de kant te schuiven.

Hond Finn

Boven op de kuil sta ik de enorme laag zand die in bevroren stukken afbrokkelt in de shovelbak te scheppen. Hond Finn snuffelt eerst de mesthoop af. ‘Bah Finn!’, roep ik. ‘Wat zoekt hij? ’ ‘Ik denk muizen’, zegt Opa Frans. Even later rent Finn rond. Net wanneer ik me ongerust begin te maken, komt hij na een keer roepen aangerend. Een beloning in de vorm van een klein stukje kaas smaakt hem goed.

Spiertje verrekt

Even later verdwijnt hij uit het zicht om vervolgens niet terug te komen. Ik roep en fluit… niks. Ook niet na vier keer fluiten. “Kak”, zeg ik, “ik moet op zoek.” Als ik van de kuil wil afglijden, glijdt mijn been langs het gladde kuilenplastic in een spagaat. ‘Auwaah’, nee hè, een spiertje verrekt.

Het trapje

Gelukkig komt Finn eraan gerend. Even denk ik niet meer aan de pijn, even is er afleiding. Finn klik ik aan de riem en daarna ga ik voorzichtig strompelend richting het trapje en daal heel voorzichtig kreunend en steunend een metertje naar beneden. Normaliter durf ik er nog vanaf te springen, maar dit keer ben ik dolblij met het trapje (voor bejaarden zeggen we altijd gekscherend). Finn knup ik vast, hij moet even aan de riem op de shovel wachten tot we klaar zijn.

Herpakken

Niet ellendig maar ietwat misselijk rust ik even uit. Maar het werk is nog niet af dus ik herpak me en zeg tegen mezelf ‘Stel je niet aan. Je moet door!’. Het kuilenplastic van de maiskuil moet nog weer teruggeslagen worden en opa Frans is al met de graskuil bezig. Dus ga ik via het bejaardentrappetje, kruipend de kuil op om het plastic terug te slaan. Om me vervolgens richting graskuil te begeven.

‘Op de kuk’n an’

“Zullen we deze een andere keer verder doen?” vraagt Frans. “Graag”, antwoord ik. Misschien dat hij toch door heeft dat ik me bezeerd heb en me niet fit voel. ‘Mieeppppp’ horen we vanaf de shovel. Finn is inmiddels aan het piepen. “Hij huilt”, zegt opa Frans. Strompelend schuif ik de kuil af. Frans wandelt door de ligboxenstal. “Ik goa op de kuk’n an”, zegt hij (ik ga naar de keuken).

Luc is niet onder de indruk

Wanneer ik dit ’s avonds aan Luc vertel (Ik zat in een echte spagaat, een been naar voren en een naar achteren gestrekt in een rechte hoek van 180°!) is hij totaal niet onder de indruk. “Als je alleen was geweest was je huilend naar huis gegaan”, mompelt hij. Inderdaad. “Ik verrekte van de pijn maar wilde natuurlijk niks laten blijken aan opa Frans.”

Beheer
WP Admin