Staat moet schade geuroverlast vergoeden aan twee omwonenden veebedrijf
De Nederlandse staat moet schade vergoeden aan twee omwonenden van intensieve veebedrijven vanwege extreme geuroverlast. Dit oordeelt het gerechtshof Den Haag. Hoe hoog de schade is, moet via een aparte procedure bepaald worden.
De claims van veertien andere omwonenden van veebedrijven zijn afgewezen. In de twee gevallen wordt het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens overtreden, oordeelt het gerechtshof. Artikel 8 daarvan borgt het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven en de woning. Zeer ernstige stank dan wel geurhinder kan dit recht schenden, geeft het gerechtshof aan.
In de twee situaties is sprake van een dusdanige hoeveelheid geur (die via een bepaalde systematiek wordt gemeten dan wel berekend) dat de rechter dit gelijk acht aan een mate van stankoverlast die het RIVM als ‘zeer slecht’ bestempelt. Daarmee is sprake van een overtreding van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Als de situatie zo slecht is, moet de overheid maatregelen nemen, stelt het gerechtshof. Ook als de desbetreffende bedrijven een vergunning hebben om deze hoeveelheid geur te mogen uitstoten, zoals hier het geval is.
Omwonenden voelen zich onvoldoende beschermd
De zestien omwonenden stapten naar de rechter omdat volgens hen de geuroverlast van intensieve veehouderijen in de omgeving hun woongenot ernstig aantast en mogelijk hun gezondheid bedreigt. Zij vinden dat de Nederlandse overheid hen te weinig beschermt en te veel kijkt naar de economische belangen van de desbetreffende veebedrijven. Het gaat om situaties in de provincies Limburg, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant.
In twee situaties geeft de rechter hen hierin (deels) gelijk. In één geval hiervan is de bewoner inmiddels verhuisd met behulp van overheidsmaatregelen, waarmee de overheid wel voldoet aan zijn verplichting om maatregelen te nemen. Desondanks is de periode voor de verhuizing onrechtmatig, geeft de rechter aan, net als de situatie van de tweede omwonende. Hoe groot hun schade is, moet via een aparte zogenoemde ‘schadestaatprocedure’ bepaald worden.
Geen nieuwe norm, maar wel gevolgen
Het Hof benadrukt met zijn uitspraak niet een nieuwe landelijke norm te willen stellen. Wel geeft de rechter aan dat nieuwe wetenschappelijke inzichten reden kunnen zijn dat de wettelijke geurnormen omlaag moeten. Daarnaast kan ook geuroverlast onder de in de uitspraak genoemde grens van 25 odour units per kubieke meter (een geureenheid) dusdanig zijn dat de Staat toch verplicht is om maatregelen te nemen.
Het gerechtshof zegt met zijn uitspraak niet de wetgeving te willen sturen. De overheid kan ook op andere manieren maatregelen nemen, geeft de rechter aan, zonder hiervan specifieke voorbeelden te noemen. Het hof benadrukt verder dat de uitspraak niets zegt over de situatie van andere mensen die last hebben van een bepaalde mate van stankoverlast. Ieder geval zal apart beoordeeld moeten worden.
Reacties
Je moet een account hebben om te reageren
Voordelen van een account:
Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.
Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.