Foto: Michel Velderman AlgemeenNieuws

Schouten: vaststellen koolstofvastlegging is moeilijk

Het relatief hoge organischestofgehalte in de Nederlandse landbouwbodems maakt het moeilijk om de additionaliteit van de vastgelegde koolstof aan te tonen, terwijl dit wel noodzakelijk is om de vastlegging te verwaarden.

Dat erkent demissionair landbouwminister Carola Schouten in antwoord op Kamervragen van CDA. Eurocommissaris Frans Timmermans zei tijdens een webinar van LTO al dat Nederland niet geschikt is voor het op grote schaal vastleggen van koolstof in landbouwbodems, vanwege de relatief lage prijs voor ‘carbon credits’ ten opzichte van de hoge grondprijzen en de opbrengsten in Nederland. De opbrengst van de credits op de internationale markt dekt dan niet de alternatieve kosten die Nederlandse boeren maken om extra koolstof vast te leggen. “De verwachting is echter dat regionale koolstofprojecten boeren mogelijk een hogere prijs kunnen bieden voor hun ‘carbon credits’, vergeleken met de huidige internationale marktprijs”, schrijft Schouten.

Agroforestry

Voor minerale landbouwbodems is in het Klimaatakkoord afgesproken dat vanaf 2030 0,5 Mton CO2-eq. koolstof per jaar extra moet worden vastgelegd. Voor veenbodems gaat het vooral om het behoud van koolstof in de bodem en daarmee het voorkomen van CO2-emissie. Voor deze gronden is in het Klimaatakkoord afgesproken dat er in 2030 1 Mton CO2-eq. broeikasgasemissiereductie gerealiseerd zal zijn op ongeveer 90.000 hectare veengrond. Dat is op bijna de helft van het totale areaal van 200.000 hectare.

Voor koolstofvastlegging in bomen in combinatie met landbouw, oftewel ‘agroforestry’, is de potentie in de eerste 10 jaar 2,3 tot 3,1 ton CO2-eq./ha/jaar. Doelstelling is dat er in 2030 7.000 hectare agroforestry is. Schouten onderzoekt de ambitie om dit areaal op termijn te verhogen naar 25.000 hectare.

Beheer
WP Admin