Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water moet al het water, zowel oppervlaktewater als grondwater, in de EU uiterlijk 2027 worden beschermd. Het gaat dan zowel om waterkwaliteit als de beschikbaarheid van voldoende water. Rli waarschuwt dat met het huidige beleid de doelen niet worden gehaald. - Foto: Hans Prinsen AlgemeenNieuws

Rli: neem water nadrukkelijker mee in beleid

De waterdoelen moeten nadrukkelijker worden meegenomen in wetgeving en in de gebiedsplannen van het NPLG, om te voorkomen dat boeren na de stikstof- en klimaatmaatregelen opnieuw te maken krijgen met aanscherpingen van beleid. Die oproep doet de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli).

De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur(Rli), een adviesorganisatie voor de regering en het parlement, maakt zich zorgen over de kwaliteit en de kwantiteit van het oppervlakte- en grondwater in Nederland. “Hoewel al veel is bereikt, zijn de doelen die Nederland in 2027 moet hebben gerealiseerd op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) nog buiten bereik”, aldus Rli. Met name op het gebied van de concentraties van nutriënten en chemische stoffen in het grond- en oppervlaktewater, het tekort aan water in droge perioden en de hydromorfologie – de inrichting van rivieren en oevers om natuurlijk te kunnen functioneren, is volgens de raad dringend actie nodig. Dat heeft niet alleen gevolgen voor de boer, ook voor bijvoorbeeld de industrie, de bouw, landinrichting en het waterbeheer.

Lees verder onder foto

RLI stelt voor om bij het verkleinen van de veestapel fosfaat- en dierrechten voor een redelijke vergoeding uit de markt te halen. - Foto: Michel Velderman
RLI stelt voor om bij het verkleinen van de veestapel fosfaat- en dierrechten voor een redelijke vergoeding uit de markt te halen. - Foto: Michel Velderman

Beleid niet voldoende om doelen te halen

Los van het jaartal van 2027, waar de KRW zich op richt, is het huidige overheidsbeleid is niet voldoende om überhaupt de doelen te halen, aldus Rli-voorzitter Jan Jaap de Graeff. De raad adviseert extra maatregelen, maar zelfs dan zullen volgens Rli de doelen niet gehaald worden voor 2027. “Er is eigenlijk geen enkel scenario waarbij we in 2027 aan de doelen voldoen”, aldus De Graeff. Daardoor zou een stikstofachtige situatie kunnen ontstaan, waarbij het land op slot gaat. “Het hoeft niet per se. De wet kent uitzonderingsgronden en misschien zijn er verzachtende omstandigheden, zoals de instroom van water uit het buitenland, maar of dit argument invloed zal hebben bij de rechter, is de vraag. We moeten ons daar niet van tevoren rijk mee rekenen, omdat hier een zware bewijslast aan verbonden is”, aldus De Graeff.

Rli-raadslid Krijn Poppe adviseert maatregelen die toch moeten, niet meer uit te stellen. Hij vreest dat de watermaatregelen nu te veel ondersneeuwen ten opzichte van de stikstof- en klimaatmaatregelen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG), waardoor boeren op een later moment opnieuw te maken krijgen met aangescherpte regelgeving. De Graeff erkent dat de discussie ingewikkeld is. “Aan de ene kant wil je tempo versnellen om de doelen te kunnen halen, aan de andere kant moet je zorgen voor goede inhoudelijke samenhang met de andere sporen, anders kom je in een onmogelijke situatie terecht. Je moet voorkomen dat je boeren twee of drie keer gaat lastig vallen, terwijl je dat in één keer zou moeten doen.”

Gebrek aan urgentie

De Graeff wijt de ontstane situatie aan de wet van de remmende voorsprong. In de jaren zeventig en tachtig zijn enorme stappen gezet en toen overheerste bij bestuurders het gevoel dat men wel klaar was en dat doelen werden gehaald. Daarnaast ziet de Rli-voorzitter een soort sluipende ontwikkeling waarbij door chemische vervuiling en overbemesting het watersysteem heel langzaam in gevaar komt. Door een combinatie van beide zaken is lange tijd geen urgentie gezien om in te grijpen. “Daar komt de problematiek van de droogte als recent ontstaan probleem nog bij.” Rli adviseert daarom de waterdoelen nadrukkelijker op te nemen in wetgeving en in het NPLG.

Lees verder onder foto

Rli-voorzitter Jan Jaap de Graeff: “Er is eigenlijk geen enkel scenario waarbij we in 2027 aan de doelen voldoen.” - Foto: Fred Ernst
Rli-voorzitter Jan Jaap de Graeff: “Er is eigenlijk geen enkel scenario waarbij we in 2027 aan de doelen voldoen.” - Foto: Fred Ernst

Opnieuw strenger beleid

Voor boeren betekent de noodklok van Rli dat er mogelijk aanscherpingen zullen komen in het gewasbeschermingsmiddelen- en mestbeleid. Ook zullen boeren in bepaalde gebieden er rekening mee moeten houden dat iets moet gebeuren om de droogteproblematiek aan te pakken. Op watergebied moet volgens Poppe echt een mentaliteitsverandering gaan plaatsvinden. “We zijn duizend jaar gewend geweest om water zo snel mogelijk af te voeren. Dat moet nu echt anders. We moeten leren de schaarse bronnen met elkaar te managen en aan te wenden, waarbij niet het recht van de sterkste geldt. Je zult met elkaar op een slimme manier moeten zorgen dat water wordt vastgehouden, bijvoorbeeld door beken weer te laten kronkelen. Vervolgens moet dit schaarse water optimaal verdeeld worden.”

In specifieke gebieden, zoals de hoge zandgronden, zijn de problemen met mest, gewasbeschermingsmiddelen en droogte groot. Daar liggen echt uitdagingen, aldus Poppe. In een aantal gevallen zullen technische oplossingen mogelijk zijn, in de vorm van precisielandbouw of maatregelen zoals bufferstroken. In andere gevallen zullen bepaalde teelten moeten worden vermeden, omdat er teveel uitspoeling optreedt.

Lees verder onder foto

Rli-raadslid Krijn Poppe adviseert maatregelen die toch moeten, niet meer uit te stellen. - Foto: Fred Ernst
Rli-raadslid Krijn Poppe adviseert maatregelen die toch moeten, niet meer uit te stellen. - Foto: Fred Ernst

Maatregelen zijn gebiedsafhankelijk

Hoewel Rli oproept om sneller en meer in te grijpen, doet Rli geen uitspraken over welke maatregelen concreet genomen moeten worden. Dit is sterk gebiedsafhankelijk. “Als je water en bodem en sturend wil laten zijn, betekent dit dat je het meer regionaal moet aanpakken. Bovendien hoeft ook niet iedereen in een gebied hetzelfde te doen”, legt Poppe uit. “De bedrijven verschillen, de opgaven per gebied verschillen en dus past het niet als wij met generieke maatregelen komen”, aldus Poppe. Daarnaast hangen de benodigde maatregelen ook erg af van het effect van het stikstofbeleid, het vervallen van de derogatie en van het 7e actieprogramma nitraatrichtlijn op de waterkwaliteit. “De exacte duiding van hoeveel extra maatregelen erbij moeten is er dus niet. Wij vinden wel dat boeren die duidelijkheid verdienen en dus moet een goede doorrekening worden gemaakt”, aldus Poppe.

Hoewel Rli pleit voor maatwerk, krijgen boeren vanuit de regering wel steeds te maken met generiek beleid, zoals bemestingsvrije bufferstroken, uiterste zaaidata voor vanggewassen en aanscherping van mestnormen. “Ja, dat helpt niet altijd”, beaamt Poppe. “Dat is een spagaat. Daarom hebben we twee jaar geleden in een ander rapport ook geadviseerd aan het kabinet om de normen voor lange tijd vast te stellen, zodat boeren weten waar ze naartoe moeten. Dan kan je met veel meer doelenbeleid dan met middelvoorschriften. Helaas is het nog niet gelukt om dat goed vorm te geven en zitten we nu nog met veel middelvoorschriften. Dat is niet optimaal.” Om dit verder te voorkomen, geeft Rli nu het advies aan het kabinet om de waterdoelen nadrukkelijker op te nemen in het NPLG en andere wetgeving.

Reacties

  1. Berenpas en Looman ik heb op deze side al meer dan drie jaar lang een stelletje onwillende boeren die niets maar dan ook niets geven om bodem en water kwaliteit aan het verstand proberen te brengen dat het roer om moet volgens mij horen jullie ook daarbij, maar als de werkelijkheid wordt ingehaald door de realiteit zijn er mensen die hun kop in het zand steken. Kijk ga eens echt op weg naar een (even) Anders denkende en geef hem dan aan waar jouw pijnpunten liggen, want met het ge*** dat de meetresultaten niet kloppen daar kom je niks verder mee. Ik zeg tonen jullie mijn ongelijk eerst eens aan want jullie proberen enkel jullie gelijk te halen door ongefundamenteerde maar vooral vooringenomen standpunten.
    Noem een locatie in de buurt van Raalte en ik kom met bewijzen dat de boeren on aan het vergiftigen zijn.deze reactie is automatisch gemodereerd

  2. Als het waterschap eens begint met eerlijk te communiceren waar precies welke stof gemeten wordt.
    Wat is landbouw, wat natuur(watervogels die het gras van de boer vreten en weer uitpoepen in het water ), wat doen de riooloverstorten, lozing industrie, wat is gewasbeschermingsmiddel/schoonmaakrestprodukte /medicijnen.
    Voordat de regering alles weer op het bordje van de boeren legt.

Beheer
WP Admin