Foto: Canva BoerenlevenAchtergrond

Regels zitten ontwikkeling kinderopvang op boerderij in de weg

Theoretische regels zitten de groei van kinderopvang op een boerderij in de weg, terwijl de vraag en meerwaarde groot is.

Begin dit jaar begonnen Ilse en Wouter Kimmels in het Drentse Odoorn met de voorbereidingen voor een kinderopvang op hun boerderij, een melkveebedrijf. Twee groepen van elk veertien kinderen, zo is de bedoeling. Het blijkt een traject waar veel geduld bij komt kijken, onder andere door de vele regels. Als het een beetje meezit, kunnen volgend jaar tegen de zomer de deuren open.

Ilse en Wouter zijn niet de enigen die graag hadden gezien dat het wat sneller zou gaan allemaal. Bij de VAK, de coöperatie Verenigde Agrarische Kinderopvang staan meerdere bedrijven ingeschreven met de status i.o. ofwel in oprichting.

Gemeenten en regels kinderopvang op boerderij

Dat het opzetten van professionele kinderopvang op de boerderij tijdrovend is, komt deels door de gemeentes. Hoewel het fenomeen al bijna twee decennia oud is, worstelen zij nog altijd met de vraag hoe ermee om te gaan. De ene gemeente acht een bestemmingswijziging noodzakelijk, de ander stelt voorwaarden aan de maximale oppervlakte en weer een ander stelt als eis dat de neventak financieel ondergeschikt moet zijn en blijven aan de hoofdtak.

Gemeente denkt met ons mee

Los van de gemeentelijke onduidelijkheid, spelen er inmiddels ook nog andere zaken mee: het personeelstekort en de energiecrisis. Die eerste maakt dat bijvoorbeeld architecten en onderzoeksbureaus meer tijd nodig hebben. De tweede maakt alles duurder, ook bouwen. Voor Ilse en Wouter was dat de reden om hun plan nog eens tegen het licht te houden. Ilse: “We wilden graag nieuw bouwen maar dat werd zo ontzettend duur dat we nu aan het kijken zijn of we eerst met losse units kunnen beginnen. Die aanpassing vertraagde ons vergunningstraject want er moest opnieuw naar gekeken worden. De gesprekken met de gemeente verlopen tot dusver goed. Ze denken op zich wel met ons mee.”

Lees verder onder de foto

Procedures blijven vaak hangen in onlogische theoretische sessies zegt voorzitter Monique Litjens van de Vereniging Agrarische Kinderopvang. Helemaal lastig wordt het als de kinderopvang onverhoopt groter wordt dan de hoofdtak. - Foto: Fred Libochant
Procedures blijven vaak hangen in onlogische theoretische sessies zegt voorzitter Monique Litjens van de Vereniging Agrarische Kinderopvang. Helemaal lastig wordt het als de kinderopvang onverhoopt groter wordt dan de hoofdtak. - Foto: Fred Libochant

Kosten aanvraag kinderopvang

Dat kan niet iedereen zeggen, de verschillen blijken groot. Melkveehouder Erik krijgt naar eigen zeggen een punthoofd van zijn gemeente. Omdat hij nog verder met ze moet, wil hij niet volledig genoemd worden, maar ‘man, man, man wat een stelletje papiervreters’, gromt hij. Het was zijn vrouw die inmiddels drie jaar geleden de wens uitsprak om thuis op de boerderij een kinderopvang te beginnen.

Het kostte klauwen met geld en we zijn nog geen steek verder

Erik: “Gewoon kleinschalig, niks bijzonders. Ze merkte duidelijk dat er vraag naar was. Maar de gemeente lijkt het wel niet te willen. Stápels rapporten moesten we laten maken alleen al voor de voorbereidingsprocedure. Het kostte klauwen met geld en we zijn nog geen steek verder. Ze zijn hier bang voor versnippering van het buitengebied. Als de opvang goed gaat lopen en uiteindelijk misschien beter draait dan mijn 84 koeien, dan is er geen sprake meer van een agrarische activiteit maar van een maatschappelijke. Dat is kennelijk niet de bedoeling, maar ik zie het probleem niet.”

Monique Litjens ziet het probleem evenmin. Ze is voorzitter van de VAK en weet van de problematiek waar veel van de leden mee kampen. “Eén is tien jaar bezig geweest om de vergunning rond te krijgen. Steeds waren er weer nieuwe ambtenaren die ermee bezig gingen.”

Wat zijn de regels voor starten kinderopvang, onder andere op een boerderij? De rijksoverheid heeft hiervoor een speciale website over kinderopvang.

Kinderopvang op boerderij groter dan hoofdtak

Procedures blijven volgens Litjens vaak hangen in onlogische theoretische sessies. Helemaal lastig wordt het als de kinderopvang onverhoopt groter wordt dan de hoofdtak. Wat ‘groter’ precies is, verschilt per gemeente. Er kan getoetst worden op economische kenmerken, functionele en ruimtelijke. Bij die laatste hanteren veel gemeenten, maar ook weer niet alle, een maximum van 350 vierkante meter. Wie over de grens van oppervlakte, functie of financiën heen gaat, heeft geen neventak meer.

Litjens: “Dat is op zich geen probleem, je moet alleen de neventak als hoofdtak laten registreren”, zegt Litjens. “Maar dan komt het. Dan krijg je ineens met andere regels te maken zoals minimale afstanden tot naburige bedrijven en de geurtoets. Natuurlijk gaat een buurman met varkens dan bezwaar aantekenen want anders zit hij zelf klem. In de praktijk zat die buurman er altijd al en dat was nooit een probleem. Maar als je neventak op papier een hoofdtak wordt ineens wel.”

Lees verder onder de video ‘Neventak agrarisch kinderopvang ’t Koetje in Bathmen’

Regels kinderopvang zijn ‘gedrocht’

Litjens concludeert dat al die regels ‘een gedrocht’ zijn die de hoognodige ontwikkeling van de agrarische kinderopvang in de weg zit. “Ik zou zeggen: overheid, wees nou blij dat die vorm van kinderopvang er is. Overal zijn problemen met kinderen die last hebben van obesitas en allergieën en die te weinig buiten spelen. Op de boerderij hebben ze de ruimte en komen ze in aanraking met dieren en natuur. In de stad zitten kinderdagverblijven naast snelwegen en uitlaatgassen en dat kan allemaal zomaar. Maar wij hier in het buitengebied worden getoetst. Het slaat echt nergens op.”

Litjens wijt dat allemaal aan wet- en regelgeving die gigantisch achterloopt op de ontwikkelingen op het platteland. Omdat beleid per gemeente verschilt, kan de VAK ook weinig doen om er landelijk iets aan te veranderen. Er zijn boeren en boerinnen die door de stroperige procedures tijdens het opstartproces afhaken of die later alsnog met de opvang stoppen. En dat terwijl de vraag juist groot is. Bijna elke agrarisch kinderdagverblijf heeft te maken met wachtlijsten.

Fijn stof

Litjens zou graag zien dat er bij de overheid meer boerenverstand aanwezig was. “In Barneveld bijvoorbeeld adviseerde de GGD tegen de oprichting van een agrarisch kinderdagverblijf. Het is een pluimveegebied en er zou te veel fijn stof in de lucht zitten. Gevaarlijk voor kinderen dus. Toen zei de betreffende ambtenaar bij de gemeente: maar kinderen die van de beoogde opvang gebruik gaan maken komen allemaal hier uit de buurt. Die ademen die lucht sowieso al in.” De vergunning werd verleend, maar zo gaat het lang niet altijd. Litjens zucht: “Waren er maar meer van zulke ambtenaren.”

Nieuwe omgevingswet

Gaat de nieuwe Omgevingswet die in januari 2023 van kracht wordt misschien iets veranderen? Volgens Litjens ligt het er heel erg aan met welke ambtenaar je te maken krijgt. “Ik vind dat er gekeken moet worden naar wat er wel kan in plaats van wat er niet kan. Er zijn echt wel goede ambtenaren, maar je hebt er ook die al 30 jaar op dezelfde plek zitten. Gaan die door die nieuwe wet ineens anders denken? Ik hoop het, maar ik heb mijn twijfels.”

Beheer
WP Admin