Opvolgers willen graag de familieverhoudingen goed houden, zo blijkt uit onderzoek. Ze maken zich zorgen over de relatie met de niet-opvolgende broers en zussen maar vinden begeleiding hierbij niet heel belangrijk. - Foto: Pixabay BoerenlevenAchtergrond

Opvolgers willen wel een accountant, maar geen coach

Opvolgers vinden de bedrijfsoverdracht een complex proces, zowel financieel als emotioneel. Advies inroepen van een coach of mediator heeft echter geen prioriteit.

Cijfers over bedrijfsovername zijn er volop. Zo heeft 41% van de agrarische bedrijven geen opvolger, onder de 55-plussers is dit ruim de helft. De rest heeft dus wél een potentiële opvolger maar dat de bedrijfsovername dan ook automatisch lukt, is niet gezegd. Het is een lang proces en de weg zit vol hobbels, kuilen en afgronden. Dat er een hoop geld bij komt kijken, is grotendeels bekend. Maar dat er nog veel meer emotie bij komt kijken, wordt nog altijd onderschat. Mede daarom deed het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim onderzoek naar de sociaal emotionele kant van agrarische bedrijfsopvolging. De onderzoekers werkten hiervoor samen met de groene hogescholen van Van Hall Larenstein en Aeres. De uitkomsten moeten input geven aan het nog op te zetten Kenniscentrum Agrarische Bedrijfsopvolging (zie kader).

Interessant kijkje

Voor het onderzoek zijn interviews gehouden bij 15 bedrijven in verschillende stadia van de bedrijfsovername. Ook vulden 354 studenten een enquête in over het onderwerp. De uitkomsten geven een interessant inkijkje in de gedachtewereld van deze groep die voor het grootste deel van boerenkomaf is en de ambitie heeft het bedrijf thuis later voort te zetten. Van de mannelijke studenten uit agrarische gezinnen heeft 84% deze wens, van de vrouwelijke is dat 62%.

Alle geënquêteerden zijn overwegend van mening dat niet per se het oudste kind de opvolger moet zijn maar de meest geschikte. Dat is in hun ogen iemand met veel ondernemerskwaliteiten. Communicatieve vaardigheden scoren een heel stuk minder. Afgaand op dit alles zien studenten met overnameplannen zichzelf vrijwel allemaal als een heel geschikte kandidaat.

Voor advies bij de bedrijfsovername denken opvolgers vooral aan de accountant en de relatiebeheerder van de bank. Advies van een coach of mediator is veel minder populair.
Voor advies bij de bedrijfsovername denken opvolgers vooral aan de accountant en de relatiebeheerder van de bank. Advies van een coach of mediator is veel minder populair. – Illustraties: Margreet Welink

Complex proces

Dat bedrijfsovername een complex proces is, wordt ruimhartig onderschreven. Zorgen zijn er onder andere over de financiering van het geheel. En wat te doen met de broers en zussen die niet opvolgen?

Dat bij dit alles verschillende soorten advies nodig zijn, daarover twijfelt men niet. Toch blijkt dat de helft van de studenten zelf geen behoefte ziet aan zulk advies. De onderzoekers verklaren dit, doordat de studenten vaak nog jong zijn en het bedrijf thuis nog niet in de overnamefase zit. Er wordt hooguit wat over gepraat maar verder nog niet. Bij 14% van de studenten gebeurt dit overigens helemaal niet, de overname is bij hen geen gespreksonderwerp.

Mocht er toch sprake zijn van een adviseur voor de overname, dan denken de studenten hierbij vooral aan de accountant, notaris en relatiebeheerder van de bank. Ook vrienden en kennissen worden belangrijk gevonden maar mediators en coaches vrijwel niet, terwijl de studenten wel bezorgd zijn over mogelijke familieruzies en over de gevolgen als een opvolger met het bedrijf een andere kant op wil. De vrouwelijke studenten hebben hier iets vaker zorgen over dan de mannelijke, maar een coach invliegen als begeleider om conflicten te voorkomen, is bij beide groepen weinig populair.

In veel gezinnen vinden de gesprekken niet alleen tussen opvolger en overdrager plaats maar worden ook niet-opvolgende broers en zussen en eventuele partners betrokken.
In veel gezinnen vinden de gesprekken niet alleen tussen opvolger en overdrager plaats maar worden ook niet-opvolgende broers en zussen en eventuele partners betrokken.

Voedingsbodem

Uit interviews die de onderzoekers hielden, blijkt dat er vaak een voedingsbodem is voor moeilijkheden. Onderzoeker Bart Hoogeboom is een van hen en hij merkte dat generatieverschillen van invloed kunnen zijn op de voortgang van de overname. “De ouders hebben hun hele leven keihard gewerkt, hadden weinig vrije tijd en herinvesteerden alle inkomsten in het bedrijf, wat meestal goed ging. De jongere generatie kijkt er anders tegenaan. Die is niet altijd bereid om volledig naar het bedrijf toe te leven. Ze willen meer vrije tijd en een hoger besteedbaar inkomen. Dat baart de oudere generatie zorgen. En dan zijn er nog de partners met een baan buiten de deur. Ze zijn vaak weg en helpen thuis niet of weinig mee. Ook dan kunnen de ouders zich afvragen of het allemaal wel goed komt met het bedrijf. Verschil van inzicht geeft soms spanning en onbegrip, conflicten liggen op de loer.”

Zachte kant bedrijfsovername

Hoewel jongeren zich dat realiseren, zo blijkt uit het onderzoek, leeft de zogenaamde zachte kant van de bedrijfsovername toch niet erg bij hen. Evengoed wil een ruime meerderheid hier best in investeren. De vraag is welke waarde aan dit antwoord moet worden toegekend. “Als je de vraag stelt of ze bereid zijn hierin te investeren, dan zeggen ze misschien wel ja maar of ze het ook echt zullen doen, is niet duidelijk. Dat is mogelijk iets voor vervolgonderzoek”, zegt Hoogeboom.

Uit de enquête kwam ook naar voren dat bijna de helft van hen maar matig te spreken is over de kennis die ze op school opdoen. De kennis die ze van hun ouders meekrijgen, vinden ze een stuk waardevoller. Hoogeboom: “Dat zagen we soms ook tijdens de interviews met families. De waardering voor nieuwe kennis is wisselend.”

Als het gaat om bedrijfsopvolging dan gaat het volgens de studenten op school vooral over financiering en strategie en veel minder over sociaal-emotionele aspecten. - Illustraties: Margreet Welink
Als het gaat om bedrijfsopvolging dan gaat het volgens de studenten op school vooral over financiering en strategie en veel minder over sociaal-emotionele aspecten. 

Familierelaties

De lessen op de groene scholen die specifiek over bedrijfsoverdracht gaan, zijn vooral toegespitst op financiering, belasting en wet- en regelgeving. Sociaal-communicatieve aspecten, familierelaties en familiebelangen komen volgens de studenten, minder aan bod. Daar is Diederik Sleurink, onderzoeker en docent dier- en veehouderij bij Van Hall Larenstein het niet helemaal mee eens. “Dit is als je kijkt door de bril van studenten. We hebben in het onderwijsprogramma wel degelijk modules die ingaan op hoe je bijvoorbeeld sociaal-emotioneel omgaat met bedrijfszaken. Studenten doen ook allerlei zelftesten, de resultaten houden hen echt een spiegel voor. Ze gaan er vervolgens mee aan de slag. Zo moeten ze bijvoorbeeld twee kwaliteiten van zichzelf benoemen en twee valkuilen. En hoe zijn ze van plan met die valkuilen om te gaan? Ik zie dat daar vervolgens serieus over nagedacht wordt. Dus ja, de zachte kant komt wel aan bod maar het kan altijd meer.”

Dit artikel is onderdeel van de rubriek De opvolger. Ook meedoen? Mail je naam, leeftijd, soort bedrijf en telefoonnummer naar margreet.welink@misset.com.

Reacties

  1. Ruzie ontstaat vaak door miscommunicatie (elkaar niet of verkeerd begrijpen) Het is voor iedereen zeer zinvol om een cursus sociale vaardigheden te volgen. ( = communicatie )

    1. Bij ruzi gaat er één winnen en de ander moet inbinden. Om te winnen moet je de ander overtuigen en dat probeer je met communicatie.communicatie wordt misbruikt om te winnen.

    2. In de familiesfeer zou het geen kwestie van winnen of verliezen moeten zijn maar elkaars standpunten proberen te begrijpen en te respecteren en ieder gezinslid het beste te wensen.

  2. Gaat de zoon en de ouders een ton investeren in een trekker bij een lening van 7 jaar dus ongeveer 15.000 euro jaarkosten. Afschrijving ook 7 jaar. Fiscale winst 80.000- 15.000= 65.000. Na weer 30.000 aftrek voor de ouders, blijft er 35.000 over voor iedere maat. Zoon heeft maar 17.500 euro ( zoon verdient 7 jaar lang 7.500 euro per jaar minder). Als de zoon na 7 jaar de boerderij overneemt moet hij de trekker overnemen voor de getaxeerde waarde van bv 40.000. Dit zijn voorbeelden dat de zoon uitgekleed wordt door het slechte systeem van de nederlandse maatschap.

    1. Hebben ze in Frankrijk nog nooit gehoord van lage kosten boeren? , ijzeren regel is; alleen lenen op onroerend goed, duwt de bank je vanzelf de goede richting op!!

    2. Dat met die trekker is een voorbeeld attie, om aan te geven dat opvolgers niks hebben aan de periode van maatschap voor de overname. Veel opvolgers gaan ruim 20 jaar in maatschap en hebben dan nog geen eigen vermogen. Gelukkig heeft jullie zoon al wel veel vermogen opgebouwd in die 10 jaar dat hij in maatschap zit ( maar ik geloof daar niet veel in).

    3. En toch is een maatschap/vof een sterk punt voor de opvolger farmerbn, denk bv aan overname in verpachte staat. Je denkt te veel in contanten .

    4. @attie, lees nog eens mijn eerste reactie op 8h34. Daar staat eigenlijk precies wat jullie ook gedaan hebben. Zo kort mogelijk in maatschap en overname in verpachte staat. Hierdoor de winst van het bedrijf voor de opvolger (ook de stille reserves) en de huurinkomsten van het land voor de ouders. Prima.

  3. Stel een melkveehouder heeft gemiddeld een fiscaal inkomen van 80.000 euro. Gaat in maatschap met de zoon op basis van 50%\50%. Gaat er eerst 30.000 naar de ouders voor vergoeding eigen vermogen en daarna krijgt de zoon 25.000. Dat gaat bijna helemaal op dus na 10 jaar nog steeds niks.

  4. Hier toch iets anders farmerbn, toen m’n zoon in 2013 in de vof kwam gelijk begonnen met stalbouw en de jaren erop 15ha bijgekocht, kan hij vast iets warm draaien.

    1. Sinds een jaar de helft van het bedrijf inclusief woning , woon zelf nu paar km verderop (kleine bungalow 2008 op vijf ha akkergrond.

  5. Er is een groot verschil bij bedrijfsoverdrachten tussen hoe dat gaat in nederland en bv frankrijk. In nederland gaat de opvolger in maatschap met de ouders maar blijft het bezit bij de ouders. De winst wordt verdeeld maar eerst krijgen de ouders een vergoeding voor dat bezit. Zodoende blijft er weinig over voor de opvolger, en de meerwaarde van het bedrijf blijft bij de ouders. In frankrijk koopt de opvolger zich voor een deel direct in en heeft daardoor direct een deel van het bedrijf.
    Als de ouders stoppen wordt vaak de grond gehuurd van de ouders ipv koop. Hierdoor geen achterstelling van de overige kinderen en minder ruzie/spanningen.

Beheer
WP Admin