Onduidelijkheid aan basis afwijzingen graasdierpremies. - Foto: Mark Pasveer RundveeNieuws

Onduidelijkheid aan basis afwijzingen graasdierpremies

Dat vrijwel alle aanvragen voor de graasdierpremie over 2015 zijn afgewezen komt volgens Jos Bolk, voorzitter LTO-vakgroep Vleesveehouderij, vooral door het feit dat veel van de aangevraagde hectares natuurgrond al onder de toeslagrechten vielen.

Het grootste deel van de afwijzingen gaat om bedrijven die voldoende grasland in beheer hebben om hun gehele rundvee- of schapenstapel op te laten grazen. In die hectares zijn veelal ook de meeste typen natuurterrein meegerekend. Zodra een hectare onder de toeslagrechten valt is hierop geen graasdierpremie meer aan te vragen, terwijl de exacte grens niet bekend was bij het instellen van de graasdierpremie, stelt Bolk. “Zelf zat ik op het randje en heb de aanvraag wel ingevuld, met in het achterhoofd dat ik waarschijnlijk net aan de afwijzingskant zou zitten. Zo zullen er veel meer veehouders zijn.”

Volgens de vakgroepvoorzitter is het niet zo dat rundvee- en schapenhouders nu bewust iets fout hebben gedaan. Het zit meer in de communicatie en het programma waar alles mee moet worden ingevuld. Bij twijfel is de kans groot dat een veehouder een hokje aankruist van iets waar hij geen recht op heeft.

‘Grote aantal afwijzingen zorgelijk’

Het grote aantal afwijzingen op basis van de I&R-regeling vindt Bolk zorgelijk. Een totaal aantal dieren van 77.000 op 285 bedrijven betekent dat de gemiddelde bedrijfsgrootte 270 dieren is. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen schapen en zoogkoeien. Wat de vakgroepvoorzitter betreft moet er worden uitgezocht welke fouten er bij de twee sectoren zitten en wat er aan kan worden gedaan. Morgen zitten de LTO-bestuurders met RVO.nl om tafel om meer duidelijkheid te krijgen rond het grote aantal afwijzingen van de premieaanvragen.

Beheer
WP Admin