Oogst van erwten. De groenteteelt kan groeien door de nieuwe mestnormen. Dit blijkt uit een studie naar de effecten van de afbouw van mestderogatie. - Foto: Mark Pasveer AlgemeenNieuws

Onderzoek: strengere mestnormen kunnen leiden tot verschuiving in landgebruik

Nieuwe strengere mestnormen voor gevoelige gebieden kunnen leiden tot intensivering van groenteteelt en meer behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen.

De nieuwe mestnormen in Nederland kunnen een verschuiving naar groenteteelt veroorzaken. Economische factoren spelen hierin een rol. Dat blijkt uit het rapport ‘Effecten van de afbouw van mestderogatie op emissies van ammoniak en broeikasgassen en op waterkwaliteit’. Het onderzoek voerde Wageningen University & Research uit in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

“Het wegvallen van de regel dat op derogatiebedrijven minimaal 80% van het oppervlak gebruikt wordt als grasland zou kunnen leiden tot het omzetten van grasland naar maisland of naar akker- en tuinbouwteelten, waarmee de behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen toeneemt”, aldus het onderzoek.

Specialisatie in groenteteelten

Teelt van akkerbouwgewassen met een hoge stikstofbehoefte wordt moeilijker als mestgebruiksnormen in sommige gevoelige gebieden omlaag gaan. Dat zijn de door nutriënten verontreinigde gebieden. Om economische redenen kan dat leiden tot intensivering en specialisatie in groenteteelten. Dat kan dan weer leiden tot een ruimere behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen, concluderen onderzoekers van WUR in dat rapport.

Het doel van strengere mestnormen is dat teelten extensiveren. Dat wordt bereikt door rustgewassen te telen die minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben. Dat die ontwikkeling zich zal voordoen, is dus niet zeker.

Lees ook: Tot 20% minder mestruimte door opstapeling regels

Bufferstroken

De onderzoekers wijzen ook op de verplichte inrichting van bufferstroken. Dat kan leiden tot verhoogde onkruiddruk, waardoor de behoefte aan onkruidbestrijdingsmiddelen toeneemt. Aan de andere kant leiden bufferstroken tot vermindering van het beteelde oppervlak waarmee ook minder middelen nodig zijn.

En met een bloemrijke rand, met Europese subsidie, neemt driftemissie af en wordt na een hevige regenbui het risico op oppervlakkige afstroming verkleind. De effecten van de mestregels op gebruik van middelen zijn dus niet eenduidig.

Lees verder onder het kader

Verdere afbouw derogatie

Vanaf 2023 wordt de uitzondering op mestnormen, mestderogatie, in Nederland afgebouwd. Daarna mag vanaf 2026 op alle landbouwgrond maximaal 170 kilo stikstof in dierlijke mest per hectare worden toegediend. Aanvullend daarop nam de Europese Commissie enkele extra maatregelen in de derogatiebeschikking op.

Zo is er sprake van verlaging van mestproductieplafonds. Tevens moeten telers langs alle waterlopen mestvrije bufferzones inrichten en gaan de gebruiksnormen in gevoelige gebieden (nutriënten verontreinigde gebieden) omlaag. Daarnaast zijn nog de regels van het 7e actieprogramma nitraatrichtlijn van kracht, met regels voor rustgewassen en vanggewassen op zand- en lössgronden.

‘Minder dierlijke mest, toename gebruik kunstmest’

De WUR-onderzoekers berekenden verwachte effecten van deze maatregelen. De stikstofbemesting met dierlijke mest zal gemiddeld met 18% afnemen. Dat geldt ook voor de fosfaatbemesting. De stikstofbemesting met kunstmest neemt met gemiddeld 3% toe. De uitstoot van methaan neemt door de regels met 0,7 Mton af in 2023 (ten opzichte van de referentieraming). Bufferstroken en andere maatregelen zoals vanggewassen leiden tot meer biodiversiteit. Als grasland wordt omgezet in mais leidt dat weer tot verlaging van de biodiversiteit.

Beheer
WP Admin