Nieuwe stichting RundNL voor borging rundvlees
VleesveeNL, LTO Melkveehouderij en de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) hebben samen de stichting RundNL opgezet. Belangrijkste aanleiding: de verplichte monitoring op kritische stoffen.
In de pluimvee-, varkens-, en kalverhouderij bestaan ze al: zelfcontrole-programma’s op kritische stoffen. Per 1 juli 2015 zijn veehouderijen verplicht om aan zelfcontrole op residuen te doen. Veehouders moeten kunnen aantonen dat dieren die naar de slacht gaan geen gehaltes diergeneesmiddelen boven de normen bevatten, en dat dieren geen verboden stoffen (zoals groeibevorderaars) gehad hebben. Toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma nam deze verplichte zelfcontrole destijds op in de regeling Diergeneesmiddelen, nadat de productschappen beëindigd waren.
De stichting gaat uit van een bedrag onder de € 3 per geslacht dier.
Om dit ook voor rundvee collectief te organiseren, hebben belangenorganisaties VleesveeNL, LTO Melkveehouderij en de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) nu gezamenlijk stichting RundNL opgericht. Rundveehouders (met vlees- dan wel melkvee) kunnen hieraan deelnemen om samen zelfcontrole te organiseren. Ook houders van waterbuffels kunnen deelnemen. Voorzitter van de nieuwe stichting is VleesveeNL-bestuurder Focko Zwanenburg. “Wij willen de primaire veehouder ontzorgen”, zo legt hij uit. “Als individuele boer kun je dit niet presteren.” RundNL becijfert dat het een individueel bedrijf meer dan € 1.000 per dier kan kosten om deze benodigde onderzoeken zelf te laten doen.
Vrijwillige deelname
De exacte kosten van deelname aan RundNL zijn nog niet bekend, maar de stichting gaat uit van een bedrag onder de € 3 per geslacht dier. Deelname is vrijwillig, maar voor dieren die geslacht worden in Nederland is zelfcontrole verplicht. De NVWA kondigde enkele jaren geleden al aan in alle veehouderijsectoren inspecties te gaan doen of bedrijven wel voldoen aan de zelfcontroleverplichting. In principe zijn de meeste rundveehouders al enkele jaren in overtreding, tenzij zij zelf een (ingewikkeld en duur) zelfmonitoringsprogramma hebben opgezet.
Nederlandse slachterijen mogen vanaf 1 januari 2021 geen dieren meer inkopen die niet gemonitord zijn
“Boeren kunnen straks drie dingen doen”, zo schetst Zwanenburg. “Of je voldoet aan de verplichte zelfmonitoring op kritische stoffen, en dan kun je kiezen voor RundNL, of je exporteert dieren naar het buitenland, of je voert ze af naar Rendac.” In principe zullen daarmee alle runderen die in Nederland geslacht worden voor humane consumptie onder de monitoring van RundNL gaan vallen, tenzij bedrijven ervoor kiezen een eigen monitoringsprogramma op te zetten. Zwanenburg laat weten dat de NVWA er bij de rundveeorganisaties op heeft aangedrongen een zelfcontroleprogramma op te zetten. “De NVWA heeft tegen Nederlandse slachterijen gezegd dat zij vanaf 1 januari 2021 geen dieren meer mogen aannemen die niet gemonitord zijn.” Vanwege de coronapandemie heeft de sector iets meer tijd gekregen om de organisatie van de grond te krijgen, zo geeft hij aan.
Lees verder onder foto
Werkwijze
RundNL sluit aan bij bestaande certificerende organisaties in de rundveesector, zoals Q-Rund (van Qlip), IKB-Rund (van KIWA) en IKB Nederland (van Producert). Volgens de stichting valt naar schatting 95% van de Nederlandse (volwassen) runderen onder één van deze kwaliteitssystemen. Alleen houders met minder dan vijf dieren vallen hier niet onder. De certificerende organisaties zullen in hun vaste bedrijfscontroles ook een paragraaf gaan meenemen over de monitoring op kritische stoffen. Daarnaast zullen er vanuit RundNL steekproeven gedaan worden, zowel bij dieren op het bedrijf, als bij geslachte runderen. Daarbij zal risicogericht gecontroleerd worden. Zwanenburg noemt als voorbeeld ontwormingsmiddelen. “In bepaalde tijden worden die meer gebruikt. In april vind je niets, in september misschien wel. Maar een bedrijf zonder weidegang heeft hiervoor een laag risicoprofiel.”
NVWA doet nog onderzoek naar dioxines en pcb’s in vlees van dieren die in uiterwaarden grazen
Het systeem zal alleen toezicht houden op dieren ouder dan twaalf maanden. Zij moeten ook minstens 100 dagen op het UBN-nummer van de deelnemer (veehouder of handelaar) staan. Als er iets wordt gevonden wat niet aan de regels voldoet, zal RundNL contact zoeken met de veehouder om te bespreken hoe dit kan, zo geeft Zwanenburg aan. Na een hertest zal het resultaat doorgegeven worden aan de NVWA, die over handhaving gaat. RundNL wil deelnemende veehouders vervolgens bijstaan in communicatie met de NVWA.
Geen dioxines en pcb’s
De monitoring kritische stoffen is specifiek bedoeld voor residuen van diergeneesmiddelen en verboden stoffen (zoals groeibevorderaars). Dioxines, pcb’s en zware metalen vallen niet onder die regelgeving, en worden dan ook geen onderdeel van de monitoring kritische stoffen. “We vinden dat wel interessant”, geeft Zwanenburg aan. “We denken dat we daar iets mee zouden kunnen doen. Maar dat is dan bovenwettelijk.” Momenteel doet de NVWA nog onderzoek naar hoe het zit met dioxines en pcb’s in vlees van dieren die in uiterwaarden grazen. Zwanenburg denkt dat RundNL wellicht in de toekomst een losse module zou kunnen opzetten voor monitoring op dioxines, pcb’s en zware metalen, voor de bedrijven voor wie dit relevant is en indien hier vraag naar is vanuit de sector. Eerst ligt echter de focus op de wettelijk verplichte controle.
Hiermee kunnen we Nederlands rundvlees op een eenduidige manier borgen.
Deze week gaat de website van RundNL live. Op korte termijn kunnen rundveehouders zich hier aanmelden voor deelname. Ook bedrijven die zijn aangesloten bij andere certificerende instanties voor hun bedrijfscontrole moeten zich hier eenmalig aanmelden. RundNL hoopt begin 2022 van start te gaan. De stichting werkt momenteel nog aan het datasysteem.
Transport en VKI
Naast de monitoring kritische stoffen richt RundNL zich op twee andere zaken: kwaliteitscriteria voor de rundveehouderij, en de Voedsel Keten Informatie-formulieren (VKI). Dat eerste zal in eerste instantie met name gaan over transport van runderen naar de slachterij. Deelnemers zullen op hun VKI’s aanvinken dat zij deelnemer zijn van RundNL, en dat een dier transportwaardig is en volgens de Europese richtlijnen naar de slacht wordt vervoerd. RundNL wil organiseren dat in de hele rundvleesketen straks gewerkt wordt met 1 (digitaal) VKI-template.
Meerwaarde
Zwanenburg denkt dat RundNL de Nederlandse rundveehouders veel positiefs kan brengen. “Hiermee kunnen we Nederlands rundvlees op een eenduidige manier borgen. Wij kunnen ons daarmee positief positioneren ten opzichte van vlees uit andere landen.”
Het heeft totaal geen meer waarde, Want we hebben al V.K.I. En het is wel weer 3 euro per geslacht dier. Zal voor bepaalde mensen wel weer een leuk verdien model zijn.