Het aandeel ruw eiwit in het totale rantsoen van melkvee gaat omlaag van gemiddeld 163 gram per kilo droge stof vorig jaar naar gemiddeld 160 gram in 2025 en dan naar 158 gram in 2026. Foto: Van Assendelft Fotografie RundveeNieuws

Nieuwe afspraken over minder eiwit in voer melkvee

Minder eiwit in voer melkvee, daarover hebben verschillende sectorpartijen een afspraak gemaakt en vastgelegd in een convenant. Doel is om de uitstoot van stikstof in rundveemest te verkleinen.

Het aandeel ruw eiwit in het totale rantsoen van melkvee gaat omlaag van gemiddeld 163 gram per kilo droge stof vorig jaar naar gemiddeld 160 gram in 2025 en dan naar 158 gram in 2026. Het gaat hierbij om het totale rantsoen, van krachtvoer en ruwvoer samen.

Hiermee wordt invulling gegeven aan het zogeheten voerspoor: via voermaatregelen de hoeveelheid stikstof in rundveemest verminderen. Dit is nodig om onder het stikstofplafond te blijven, ofwel onder de totale hoeveelheid stikstof in dierlijke mest die de veehouderij mag produceren. Wordt dat overschreden, dan dreigt generieke korting in de melkveehouderij. Dit convenant moet helpen zo’n korting te voorkomen, aldus LTO.

Sturen op ureumgetal

Het convenant bevat geen dwingende maatregelen maar mikt op kennisvergroting en bewustwording. Daar werken verschillende organisaties aan mee, van voerbedrijven tot zuivelindustrie en zelfs accountants. Belangrijk instrument is het ureumgetal dat elke veehouder van het eigen bedrijf heeft of kan krijgen. ZuivelNL zorgt voor regionale cijfers waarmee veehouders zich kunnen vergelijken, maar die niet herleidbaar zijn tot een individueel bedrijf. B

Bedoeling is dat bedrijven met sterk afwijkende ureumgetallen hierover in gesprek gaan met de voer- en teeltadviseurs. Ze zouden dan een verbeterplan moeten maken. Maar dit is niet afdwingbaar. Daarvoor zou een algemeen verbindend verklaring nodig zijn, maar die zit niet in de pijplijn.

De ondertekenaars zien het convenant als overgang naar een systeem met doelsturing op basis van een afrekenbare stoffenbalans, aldus Erwin Wunnekink, voorzitter LTO-melkveehouderij. “Dan ga je naar een stikstofbodemoverschot, ofwel Minas 2.0.” In zo’n systeem wordt meer integraal naar stikstof gekeken, en niet meer apart naar voermaatregelen. Daarom is in het convenant ook nog geen verdere verlaging opgenomen voor de periode na 2026.

6-9 miljoen kilo minder N in mest

Bij de huidige veestapel van anderhalf miljoen koeien komt 1 gram ruw eiwit in het voer overeen met 2 miljoen kilo stikstof in mest. Het convenant voorziet in 5 gram minder eiwit in twee jaar tijd. Daarmee zou de stikstofproductie in mest dus 10 miljoen kilo minder worden. Omdat de veestapel ook krimpt, houdt Wunnekink het op 6-9 miljoen kilo. Dat is volgens hem genoeg om het stikstofplafond van 2026 te halen.

Dat wil niet zeggen dat het mestprobleem dan opgelost is, want het tekort aan mestplaatsingsruimte is hiermee nog niet opgelost. En er dreigt nog een fosfaatprobleem doordat het fosfaatplafond overschreden zal worden. Daarvoor zou een zogenoemde partiële opkoopregeling een oplossing moeten bieden. Of die er komt en hoe die er uit ziet, is nog onduidelijk.

Agractie tekent niet

Het convenant is ondertekend door LTO, DDB, NAJK, De Natuurweide, Netwerk Grondig, Zuivel NL, NZO, Nevedi, Boerenverstand, PPP-Agro Advies, Groeikracht, VLB en Wageningen UR. Het ministerie van LVVN ondersteunt het.

Van twee organisaties mist de handtekening: NMV en Agractie. Die laatste licht in een rondgestuurd bericht toe waarom. Agractie wil dat eerst het zogeheten stikstofgat wordt gedicht. Dat is het verschil tussen berekende en werkelijke hoeveelheid stikstof in mest. In reactie daarop zegt LTO’er Wunnekink dat dat stikstofgat inderdaad gedicht moet worden, maar dat hier aan gewerkt wordt, maar dat het convenant niet langer kon wachten omdat er nog dit jaar resultaten geboekt moeten worden.