‘Niet de gewenste wapenfeiten voor legalisatie PAS-melders’
In aanloop naar het stikstof-, NPLG- en natuurdebat in de Tweede Kamer van woensdag 4 september was er voor de 1.826 PAS-melders niet direct goed nieuws te melden. Eerst bleek uit een Kamerbrief van LVVN-minister Femke Wiersma dat in de afgelopen drie maanden geen enkele PAS-melder gelegaliseerd is.
In diezelfde brief bleek ook dat provincie Limburg een voorschot op een rijkssubsidie had ontvangen om PAS-melders te legaliseren, maar dat de provincie dit voorschot moet terugbetalen. De reden: de provinciale plannen strookten niet met de voorwaarden uit de regeling. Daarmee kwam er toch geen oplossing voor zeventien Limburgse PAS-melders.
De provincie erkende dat zij met haar werkwijze scherp aan de wind had gezeild, maar had ook op meer coulance van Wiersma gehoopt omdat er een grote stap voor de PAS-melders gezet had kunnen worden.
De derde en vierde tegenvaller waren ook juridisch van aard. Een generaal pardon voor PAS-melders, aangevraagd door de provincies Zeeland, Friesland en Drenthe, blijkt volgens de LVVN-minister in ieder geval op korte termijn juridisch niet houdbaar. Ook zegt Wiersma dat het Rijk geen regie kan gaan voeren op de verdeling van schaarse stikstofruimte, bijvoorbeeld ten behoeve van PAS-melders. Ook hier geldt: juridische obstakels.
Deadline voor oplossing PAS-melders in zicht
Vier keer een klein bericht, vier keer dezelfde teneur. Het blijft een hels karwei om de PAS-melders te legaliseren, terwijl de deadline van 28 februari 2025 waarop er voor alle PAS-melders een oplossing moet zijn steeds dichterbij komt.
De resultaten die wel geboekt zijn, stemmen weinig positief. Ten eerste hoeven provincies tot medio 2025 niet te handhaven bij PAS-melders. Ten tweede hebben PAS-melders vijf jaar langer de tijd gekregen om eventuele schade te laten vergoeden waar de staat voor verantwoordelijk is. Dat zijn niet de wapenfeiten waar je op hoopt. Of waar je trots op mag zijn.