Nederlandse zoete bataat beoordeeld op kwaliteit AkkerbouwFoto

Nederlandse zoete bataat beoordeeld op kwaliteit

De vraag naar zoete bataat, een exotisch knolgewas, neemt in Nederland nog steeds toe. Reden om te onderzoeken in of dit gewas in Nederland commercieel geteeld kan worden. Onderzoekorganisatie Delphy is onder de noemer `Kennisnetwerk zoete bataat` een meerjarig project begonnen om de lokale teelt op een zodanig niveau te brengen dat het kan concurreren met de import. In 2017 is door Delphy en Agrarisch Kennis en Innovatiecentrum Rusthoeve op Tholen een proef aangelegd met 11 rassen. Deze zijn halverwege de bewaarperiode in de aardappelveiling in Sint-Annaland op hun kwaliteit beoordeeld.

Van elk ras worden beide bewaarmethoden beoordeeld. Er wordt beoordeeld op schimmelpluis, rot, knolvorm, beschadiging, schot, uitdroging en huidvastheid. Het beoordelen wordt gedaan door medewerkers van Delphy en Rusthoeve, met mensen uit de handel. Hierna volgt nog een smaaktest. De smaak wordt vergeleken met die van geïmporteerde zoete bataat.

Na de beoordeling werd nog gekeken in de cellen van de Alvantho aardappelveiling, waar de door Thoolse telers geteelde zoete bataat wordt bewaard. Mits onder goede omstandigheden kan de zoete bataat zonder kwaliteitsverlies jaarrond worden bewaard. Dit is voor de lokale teelt meteen een nadeel, omdat de import vanuit de traditionele teeltgebieden in geconditioneerde containers betrekkelijk goedkoop en ook zonder kwaliteitsverlies kan plaatsvinden.

Bij deze proef met 11 rassen blijken enkele rassen op bijna alle punten goed te scoren. Een daarvan is Evangelina, met een mooie, niet te dikke knol en de kenmerkende oranje kleur.

De optimale bewaartemperatuur van de zoete bataat ligt tussen de 15 en 20 graden, in ieder geval niet lager dan 12 tot 13 graden. Meteen na het rooien moet de oogst een week op 30 graden gehouden worden om wonden te laten helen. Rot en uitdrogen wordt zo tegengegaan. De gevolgen van onvoldoende wondheling zijn op deze foto te zien: rottende en verdrogende knollen.

Aan het gewas is duidelijk te zien dat de zoete bataat geen familie van de aardappel is. De zoete bataat hoort tot de familie van de haagwinde, dat is dan juist weer een kruid dat liever niet op de akker wordt aangetroffen.

Deze proef op Tholen is aangelegd op zavelgrond van 10 tot 15% afslibbaar en zoals te zien, onder biofolie. De proef is in twee keer geplant, op 27 mei en 3 juni. De foto is gemaakt op 8 augustus en laat de ruimte tussen verschillende rassen zien. Vervolgproeven worden alleen nog gedaan op zandgrond of lichte zavel.

De zoete bataat is als exoot zeker niet gevrijwaard van hier voorkomende plagen. Dit is schade door een ritnaald. Deze schade kan zich ontwikkelen tot inwendige rot.

Het bewaardeel van de proef werd dubbel uitgevoerd. Een deel ging behandeld en een deel ging onbehandeld de bewaring in. Het verschil is duidelijk, links kreeg een speciale behandeling, rechts is onbehandeld.

Onderzoekers en andere deskundigen beoordelen de bataten, daarbij wordt onder andere gekeken naar kleur, vorm en maatsortering. - Foto's: Anton Dingemanse

Het vruchtvlees van de zoete bataat is niet per definitie oranje. Dit is Bonita, een ras met wit vruchtvlees.

Na de beoordeling zijn de namen van de verschillende rassen bekendgemaakt en ontstond er onder de beoordelaars een levendige discussie. Onder andere over wat de consument wil en hoe daar in tegemoetgekomen kan worden.

Niet alle rassen vragen een speciale voorbereiding om ze te kunnen bewaren. Dit ras laat op dit moment van bewaring weinig verschil zien in behandeling.

Een zoete bataat met uitlopers. Dit soort uitlopers wordt gebruikt om uit te planten. De zoete bataat ontwikkelt zich aan wortels die ontstaan uit de knopen. Daarom wordt een uitloper niet rechtop geplant, maar in de grond gelegd, om zoveel mogelijk knopen in de grond te hebben. Ook dit is een kenmerk van de haagwinde-familie. De vermeerdering vindt hoofdzakelijk in Zuid-Europa plaats.

Beheer
WP Admin