Foto's: Fred Libochant BoerenlevenAchtergrond

‘Mijn zoon vond me in een plas bloed’

Zij kreeg een hersenbloeding, hij raakte bewusteloos na een val op het beton. Beiden hielden er iets aan over en daar gaan ze verschillend mee om.

Bekijk meer foto’s onderaan het artikel.

Arie

‘We kennen elkaar via de kerk. Ik kon Lenie met een knappe auto – een witte Opel Rekord van mijn vader – ophalen. Onze gesprekken duurden steeds langer. Ze zat in een moeilijke periode, haar moeder was overleden. Inmiddels zijn we 28 jaar getrouwd. Lenie is sociaal en gezellig aanwezig, zonder dat ze heel druk is. Haar karakter past wel goed bij mij. Wel is ze te bescheiden vind ik.

Ik zorg voor de koeien en ben degene die nadenkt over de toekomst van het bedrijf. De vorige boer had hier al recreatie en dat hebben we uitgebreid. We verhuren een appartement boven de stal, het voorhuis, een stukje griend en hebben boxen voor opslag. Het is uit sociaal oogpunt dat we een zorgboerderij begonnen. Ik sta altijd open om mensen te helpen. Dat het ooit om mijn eigen vrouw zou gaan, zag ik niet aankomen. Ik weet nog dat de politie belde, dat Lenie niet goed geworden was. Ik dacht eerst nog aan een flauwte of zoiets maar het bleek een hersenbloeding. Ik was bang haar te verliezen of dat ze niet meer zou kunnen praten.

Mijn zoon van 14 vond mij bewusteloos in een plas met bloed

Tijdens haar revalidatie moest de zorg voor de kinderen doorgaan. Maar er was ook werk op het bedrijf. Een Hongaar die hier in een recreatiehuisje zat hielp mee. Nadat ik zelf een ongeluk kreeg, is hij dat blijven doen. Ik moest omhoog om het dekzeil over het stro vast zetten. Op de terugweg naar de ladder viel ik in een gat en kwam met mijn hoofd op het beton terecht. Mijn zoon van 14 vond mij bewusteloos in een plas met bloed. Het is nog verdrietig als je eraan terugdenkt maar toch, als het je zelf overkomt heb je er minder zorgen over. Ik was mijn geheugen en mijn evenwicht kwijt maar alles is weer teruggekomen.

Lichamelijk ben ik nu minder fit maar er is mee te leven. Wel ben ik gauw overprikkeld. Daar loop ik soms tegenaan. Het bedrijf is in evenwicht en ik wil nog wel een jaar of tien, vijftien door. Dat ik geen opvolger heb, is niet zo belangrijk. Wel wil ik graag nog meer slaapkamers bouwen voor de opvang van vluchtelingen. Lenie vindt dat ik te veel hooi op mijn vork neem maar als ik moet kiezen tussen ruzie met mijn vrouw of meer opvang, dan kies ik toch voor het laatste.”

Foto: 3

Lenie

Arie en ik zijn in Stolwijk opgegroeid, hij een paar boerderijen terug. We leerden elkaar kennen op de jeugdvereniging van de kerk. Ik was 18 en ging altijd op de fiets. Toen bood hij aan om mij voor de vergaderingen op te pikken met de auto. Hij verleidde mij daar niet mee hoor, want heb niets met auto’s. Mijn moeder overleed jong aan kanker, we hadden het daar over. Ik vond hem wel leuk, maar het groeide langzaam. We zijn nu al weer 28 jaar getrouwd en met plezier. Arie heeft humor en ik waardeer zijn ondernemerskant.

Op vakanties logeer ik het liefst in een drukke straat. Je kiest toch vaak iets wat je thuis mist. Hier ga ik geen warme croissantjes halen. Ja, eigenlijk zou ik wel graag wat dichterbij het dorp willen wonen.

Ik ben geen boerin geworden, maar dat was geen bewuste keuze. Ik werkte als secretaresse bij een bouwbedrijf. Bij de geboorte van ons eerste kind ben ik minder gaan werken. Toen de jongste naar de peuterschool ging, koos ik voor een administratieve baan op een basisschool want daar had ik betere werktijden. Dat werk doe ik nog steeds twee ochtenden in de week. Het is prima te combineren met mijn werk op onze zorgboerderij.

Ik mis nog steeds de fijne motoriek in mijn linkerhand

De kinderen helpen Arie mee op de boerderij, ik doe de administratie. We vangen hier ook vluchtelingen op. Arie wil het liefst nog meer ruimte voor opvang. Dat zie ik niet zitten. Toen ik daarom op de rem trapte, werd hij boos. Maar hij neemt echt veel te veel hooi op z’n vork denk ik. Organiseer nu eerst eens goed wat we hebben…. Durf eerlijk te zeggen dat je het met die plannen voor meer opvang verkeerd hebt gezien. Maar dat vindt hij lastig. Zelf denk ik wel eens dat ik te weinig doe, dat ik wat meer taken van hem moet overnemen.

Ik kreeg in 2013 een hersenbloeding tijdens het winkelen met mijn zoon. Hij was 14. Mijn oudere zussen vingen mij op en hielpen mee in het huishouden. Ik mis nog steeds de fijne motoriek in mijn linkerhand. Een knoopje van een jurk dichtmaken kan ik niet meer. Ik was nog aan het revalideren toen Arie een ongeluk kreeg. Hij was van een hoogte op het beton gevallen. Het was heftig om met hem mee te gaan in de ambulance.

Arie kan door zijn val minder dan vroeger tegen prikkels. Als er een kind in de kerk wat zit te draaien, dan ergert hij zich bijvoorbeeld. Al had hij dat voor het ongeluk ook al wel.”

Foto: 4

Lees ook: ‘Ze wilde niet bij haar schoonouders inwonen’

Beheer
WP Admin