Met M2erlin-melkrobots meer melk uit eigen ruwvoer

Herman en Judith de Munnik hebben vier zoons. Dennis en Ronald zijn de beoogde opvolgers. Dennis werkt in de zomermaanden deels bij een loonwerker. Ronald heeft een fulltimebaan als bedrijfsadviseur bij Flynth accountants en adviseurs. “We doen het landwerk in eigen beheer”, vertelt Herman de Munnik.

Vof De Munnik boert op een prachtige locatie in het buitengebied van Kampen (Ov). De vennoten houden 120 melk- en kalfkoeien op 86 hectare pachtgrond. Dennis de Munnik woont op een nabijgelegen boerderij. De 75 stuks jongvee staan bij hem op stal.

Familie De Munnik streek in 1990 neer op deze locatie. Ze begonnen er met 65 melkkoeien op 40 hectare. Destijds waren er 22 melkveehouders in het gebied. Daarvan zijn er nu nog 11 over. De melkveehouders gingen in 2009 een samenwerking aan met een buurman. “Hij is inmiddels gestopt. Ik ben op zijn boerderij gaan wonen”, vertelt Dennis de Munnik.

‘Melkrobots passen op een lagekostenbedrijf’

De melkveehouders hadden ooit plannen voor een uitbreiding naar 210 melk- en kalfkoeien. Toen de vergunning lang op zich liet wachten en de wet- en regelgeving veranderde, werden de plannen aangepast. “Het was een onzekere tijd”, zo blikt Judith de Munnik terug.

In 2013 dachten de melkveehouders nog serieus na over de investering in een 2×14-melkstal. De voorkeur van opvolgers Dennis en Ronald ging met het verstrijken van de jaren uiteindelijk uit naar robotmelken. “Automatisch melken zorgt niet alleen voor gemak en flexibiliteit, maar is ook veel minder belastend voor de boer. Melkrobots passen ook op een lagekostenbedrijf”, vertelt Ronald de Munnik, die als bedrijfsadviseur de investering kritisch tegen het licht hield, een begroting opstelde en met de bank om tafel zat.

In 10 maanden forse stijging melkproductie

De melkveehouders hebben in 10 maanden tijd een serieuze productiestijging gerealiseerd. Het rollendjaargemiddelde in maart 2020 was 9.067 liter. In december 2020 was het rollendjaargemiddelde gestegen naar 9.665 liter. “Het verschil komt nog beter tot uiting in de 305 dagenproductie. In maart 2020 zaten we op 9.440 liter, in december op 10.411 liter”, vertelt Ronald de Munnik. De productie is in 10 maanden tijd met meer dan 10 % gestegen. “We hadden een stijging van 6 tot 7 % begroot”, aldus Ronald de Munnik. De melkveehouders produceren meer melk uit eigen ruwvoer. Het aandeel krachtvoer per 100 kilo melk daalde van 33,7 naar 32,9 kilo.

Melkstal uitgebreid

De keuze voor twee nieuwe M2erlins ging bij vof De Munnik gepaard met een uitbreiding. De melkveehouders breidden de bestaande stal uit met een nieuw staldeel, zodat ze 120 melkkoeien achter de robots kunnen houden. “Met de robots zijn we een stuk efficiënter geworden. We halen veel meer melk uit een dierplaats”, aldus Ronald de Munnik.

De keuze voor de M2erlin-melkrobots van Fullwood Packo was snel gemaakt. De melkveehouders zijn lovend over dealerbedrijf Van der Weerd in Kampen. Voor Herman de Munnik – die ooit nog werkzaam was bij deze dealer – was de keuze voor de M2erlins van Fullwood Packo dan ook volkomen logisch. “De service van Van der Weerd is super. De monteurs zijn praktisch ingesteld en bovendien altijd bereikbaar.”

De melkveehouders zijn van mening dat hun succesvolle overstap op robotmelken mede te danken is aan de tijd en aandacht die Van der Weerd in het voortraject aan hen besteedde. “Onze keuze voor een groot plein bij de robots is gemaakt op advies van Van der Weerd. Als melkveehouder vind je het zonde dat dit ten koste gaat van enkele ligplaatsen, maar in de praktijk is het koeverkeer met zo’n plein optimaal”, aldus Ronald de Munnik.

De melkveehouders zijn zeer goed te spreken over de elektrische aansluitarm van Fullwood Packo, die de dieren bijna geruisloos aansluit. “Alle koeien worden aangesloten, ook de dieren met lage uiers”, vertelt Dennis de Munnik, die ziet dat de koeien goed worden uitgemolken. “De spenen zien er sinds de overstap op robotmelken echt beter uit. We zien ook veel minder melk in de boxen.”

Naast de robotruimte hebben de melkveehouders ruimte vrijgemaakt voor een stalcomputer. De gemiddelde melktijd bedraagt 9 minuten per koe. De tussenkalftijd is mede door de stappentellers gedaald van 417 naar 390. De koeien worden via de robots op automatische wijze gesepareerd. Er is een 3-wegselectiepoort, die de dieren de weg wijst: naar buiten, naar het strohok of naar de separatieruimte.

Weidegang en driemaal daags melken

De melkveehouders doen aan weidegang. De koeien worden via de robots naar buiten gestuurd. Dat loopt als een trein. De koeien kunnen in de zomer al vanaf 3 uur ’s nachts naar buiten. “Gedurende de dag zie je koeien teruglopen naar de robot. Ze vertonen daarbij geen kuddegedrag”, vertelt Herman de Munnik. Na het melken willen de koeien graag drinken. Tegen de achterzijde van de stal is daarom een waterbak geplaatst. “Ze lopen na het melken direct naar de waterbak, om vervolgens terug het land in te lopen. Dat gaat perfect”, zegt Ronald de Munnik. De koeien lopen via de kleine deur naar buiten en gaan via de grote deur weer terug de stal in.

In het weidegangseizoen worden de koeien rond 4 uur ’s middags gevoerd. “We voeren dan vers gras op stal”, vertelt Dennis de Munnik. De koeien zijn dan allemaal binnen. “We hoeven geen koe op te halen”, vertelt Herman de Munnik. Ook ’s zomers worden de koeien gemiddeld driemaal daags gemolken door de robots.

Er heerst veel rust in de stal; het is net alsof we andere koeien hebben

De melkveehouders zijn zeer goed te spreken over de uitbreiding van de stal en de overstap op robotmelken. “Het bevalt prima. Er heerst veel rust in de stal. Het is net alsof we andere koeien hebben”, aldus Ronald de Munnik.

Bij vof De Munnik zien ze de toekomst met vertrouwen tegemoet. De bedrijfslocatie en de aanwezige hectares bieden ruimte voor verdere groei. Het nieuwe staldeel kan in de toekomst eenvoudig worden verbreed. Met twee melkrobots kunnen we in principe doorgroeien naar 140 melk- en kalfkoeien. Met 200 melk- en kalfkoeien heb je een mooi bedrijf voor twee man”, stelt Ronald de Munnik.