De regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie tijdens een informele bijeenkomst afgelopen vrijdag in de Hongaarse hoofstad Boedepast. Foto: Europese Unie / Europees Parlement AlgemeenCommentaar

‘Meer focus op interne markt Europese Unie’

Grillig. Zo valt de politieke en economische situatie na de verkiezing van Donald Trump tot 47e president van de Verenigde Staten (VS) het best te omschrijven. De president-elect kiest voor zijn Amerika. De wereld zal het weten.

Trump heeft in de campagne hard uitgehaald naar onder meer Europa dat wel wil exporteren, maar handelsbelemmeringen opwerpt als het om Amerikaanse producten gaat. Hij dreigt met importtarieven tot wel 60%. Wat hij straks als president daadwerkelijk inzet, is ongewis.

Herbezinning op handel buiten de EU

Europa kan zich er maar beter op voorbereiden. Of eigenlijk, zich überhaupt herbezinnen op handel buiten de unie. Natuurlijk, de VS is Europa’s belangrijkste handelspartner. Ingezoomd op export van Nederlandse producten komt de VS op plek drie, na het Verenigd Koninkrijk en China. Volgens cijfers van Wageningen University & Research (WUR) ging in 2023 voor €2,6 miljard aan landbouwgoederen de Atlantische oceaan over. Kaas en zuivel zijn de belangrijkste producten.

Op de totale export van €123,8 miljard stelt dit aandeel niet direct heel veel voor. De Europese interne markt is veel belangijker. De meeste handel in landbouwgoederen is met buurlanden Duitsland (24%), België (12%) en Frankrijk (9%). In dit rijtje is plek voor ex-lid Verenigd Koninkrijk met 8%.

Protectionisme neemt toe na verkiezing Trump

Moet het dan Europe First worden, als tegenhanger van Trumps slogan? Dit is te veel gezegd, maar extra aandacht voor de buren is niet verkeerd. Een goede buur tenslotte, is beter dan een verre vriend. Focus op de EU-regio komt ook tegemoet aan maatschappelijke aandacht voor klimaat, CO2-voetafdruk en biodiversiteit.

Voorwaarden aan import

Niemand zit op een handelsoorlog te wachten. Tegelijkertijd, er is niks mis met voorwaarden op import. In Europa hebben wij nu eenmaal andere standaarden ten aanzien van (dieren)welzijn, gewasbescherming en medicijnen dan in de VS of Zuid-Amerika. Het heeft niks met handelspolitiek of afscherming van de markt te maken.

Wat ondergesneeuwd afgelopen week, is het aanstaande handelsakkoord van de EU met Mercosur-landen Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay. Op het terrein van landbouw is dit akkoord een drama. Europa dreigt straks overspoeld te raken met goedkoop rundvlees, gevogelte en suiker. In Brazilië is inzet van groeihormonen dagelijkse praktijk. In Argentinië wordt nog atrazine in mais gebruikt. In Europa is dit al vijftien jaar verboden. Hier moet een beperking op zitten, omwille van Europa’s normen, maar ook omwille van een eerlijk speelveld.

Herbezinning EU op wereldmarkt

Een herbezinning op de positie op de wereldmarkt is niet verkeerd. En tegelijkertijd mag er ook best meer aandacht naar de ontwikkelingen die zich dichter bij huis afspelen. Duitsland bijvoorbeeld verkeert in een politieke crisis, een economische crisis dreigt. De auto-industrie heeft het daar moeilijk, en die geldt figuurlijk als motor van de Duitse economie. De impact hiervan voor de Nederlandse economie kan wel eens groter zijn dan de verkiezing van Trump.

Natuurlijk, dit is allemaal ver weg. Op het boerenerf kun je hier niet direct iets mee. Maar het is wel de wereld waarin we wonen, werken en leven. Daar mag je best een positie in innemen. Voor nu, en voor de toekomst.