Tineke de Vries van LTO Akkerbouw verwacht dat veel boeren afhaken bij het GLB. "Dat is niet alleen jammer van het bedrag dat ze daarmee mislopen, maar doelen zullen daardoor ook niet gehaald worden.” - Foto: Mark Pasveer AkkerbouwNieuws

LTO: regelgeving komt te laat voor akkerbouw

De onduidelijkheid over het beleid maakt het voor veel akkerbouwers onmogelijk om komend jaar mee te doen aan het GLB en om aan de nieuwe mestregelgeving te voldoen. Voorzitter Tineke de Vries van de vakgroep Akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt van LTO Nederland luidt de noodklok en roept het ministerie op om met een overgangsjaar te komen. Het is domweg te laat om nog in te grijpen met nieuwe regelgeving. “Dat moet geen verloren jaar worden, we moeten wel door om doelen te kunnen halen.”

Nu het ministerie nog steeds geen duidelijkheid heeft gegeven over de nationale invulling van het nieuwe GLB, het Nationaal Strategisch Plan, tasten boeren in het duister over wat er van hen verwacht wordt komend jaar.

De Vries merkt dat boeren daarom twee dingen doen: óf ze boeren gewoon zoals ze afgelopen jaren hebben gedaan, waardoor er geen maatregelen meer mogelijk zijn, óf ze wachten af en maken geen afspraken over de teelt of uitwisseling van gronden omdat ze niet weten wat er mag. Groenteverwerkers en de cichoreiverwerker hebben daardoor tot nu toe veel minder contracten af kunnen sluiten voor teeltjaar 2023 dan ze normaal al hebben rond deze tijd.

Op het verkeerde been

Omdat nog steeds niet duidelijk is aan welke regels (basisconditionaliteit) boeren moeten voldoen voor het NSP, weten boeren ook niet of ze in aanmerking kunnen komen voor de eco-regelingen. De simulatietool die is ingericht werkt volgens De Vries ook niet goed en zet boeren op het verkeerde been. “Ik verwacht dat er veel boeren afhaken bij het GLB. Dat is niet alleen jammer van het bedrag dat ze daarmee mislopen, maar doelen zullen daardoor ook niet gehaald worden”, aldus De Vries. Ze voorziet dat er dan nog meer regelgeving zal volgen.

LTO Akkerbouw reageert ook zeer kritisch op de extra generieke maatregelen die zijn opgenomen in de derogatiebeschikking. “De bufferstroken van 3 meter worden zomaar zonder enige wetenschappelijk onderbouwing opgenomen. Zelfs de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet zegt dat de effectiviteit van bufferstroken heel beperkt is en dat het afhangt van zaken als de ligging, de grondsoort, de aanwezigheid van drainage en het weer. Er wordt hier voor een minimaal effect een grote hoeveelheid landbouwgrond uit productie gehaald. Voedselproductie lijkt geen issue bij dit beleid”, zegt De Vries merkbaar geïrriteerd.

Effectief beleid nodig

Ze benadrukt dat boeren niet niks willen doen. “Er zijn zeker maatregelen nodig omdat de doelen voor de waterkwaliteit niet overal gehaald worden. Maar daar hebben we een effectief beleid voor nodig. Met dit beleid lijkt juridische borging het argument voor de maatregelen, in plaats van de effectiviteit ervan.” LTO vindt dat de maatwerkaanpak zoals opgenomen in het 7e Actieprogramma meer ruimte en aandacht moet krijgen om goed uitgewerkt te worden. Hierbij kunnen ondernemers zelf sturen op vermindering van het stikstofbodemoverschot of op emissies naar het oppervlaktewater. De Vries vindt dat de overheid er te weinig haast achter zet om mee te werken aan de borging van dit systeem.

De Vries begrijpt het gevoel bij veel akkerbouwers dat ze moeten bloeden voor de extra mestruimte in de melkveehouderij. “Ik snap het gevoel, maar we schieten er niks mee op om als sectoren tegenover elkaar gezet te worden. Het is in ieders belang dat er werkbaar en effectief beleid komt en dat we ons inkomen op peil houden. Het 7e AP en het addendum waren voor Brussel niet genoeg om de waterdoelen te halen. Dat is ook duidelijk. De commissie gebruikt deze weg om meer maatregelen op te leggen.”

Slecht onderhandeld

De Vries vindt dat Nederland heel slecht heeft onderhandeld in Brussel. “We zitten nu met generiek beleid dat niet werkt, terwijl er een effectief alternatief is. Er moet een minister met gezag naar Brussel gaan en zeggen dat we gaan zorgen dat we de waterdoelen gaan halen, maar dat we nu tijd nodig hebben om de werkwijze verder uit te werken”, vindt De Vries.

De reactie van minister Schouten dat dit niet kan, legt ze naast zich neer. “Hoe moeten we er anders uit komen? Iemand moet zijn gezond verstand gaan gebruiken. Op deze manier draaien we een innovatieve en effectieve sector de nek om, terwijl er wereldwijd grote zorgen zijn over de voedselvoorziening.”

Reacties

  1. Hoe de landbouw denkt of de regelgeving wel of niet haalbaar is maakt voor onze beleidmakers niet uit. De stedeling weet exact waar zijn eten vandaan komt; De supermarkt of Pick Nick en andere leveranciers. Hoe het daart komt is voor hen geen vraag “Het is er en zolang je betaalt ktijg je het” . Onze regering en ons parlement denken net zo, alle inspanning van de Landbouw en de bedrijven heeft op deze mensen geen enkele invloed, zij weten hoe het moet. Zij denken alleen aan hun eigen idealen. Uitspraak van een beleidsmaker van LNV m.b.t. de opkoop van bedrijven geeft precies aan zij denken. Zijn uitspraak; “de boeren krijgen toch miljoenen als hun bedrijf moeten wijken voor Natuur en Klimaat”, waar zeuren ze over. Hij zei dus “Geld maakt gelukkig”. Maar tevens dat voedselproductie overal op de wereld kan plaats vinden behalve in Nederland, milieu risico’s

Beheer
WP Admin