Kwartiermaker Lenteland zoekt ‘hoofdboer’ voor nieuwe boerderij
Lenteland opent dit najaar in Boekelo zijn vijfde regeneratieve (en coöperatieve) boerderij. Kwartiermaker is Eline Veninga. Voedselproductie in gemeenschappelijk eigendom en in samenwerking met de natuur is de essentie van de regeneratieve landbouwpraktijk op Lenteland-boerderijen. “Contact met onze nieuwe buren is essentieel.”
Opeens gaat het snel. Met voorfinanciering van stichting Lenteland is eerder dit jaar boerderij De Wieckse in Boekelo (Ov.) aangekocht. Lenteland is de organisatie die regeneratieve boerderijen in Nederland opzet. Met belangstellenden die het bedrijf willen runnen worden deze weken sollicitatiegesprekken gevoerd. Komend najaar gaat de bedrijfsvoering echt van start, verwacht Eline Veninga (42), chef de mission van Lenteland en kwartiermaker op deze vijfde boerderij van Lenteland.
Ik raakte geboeid door het ambacht, de liefde van boeren voor hun land en dieren, hun inzet en doorzettingsvermogen
Een paar dagen hield Veninga een ‘buurtkoffie’ met bewoners uit de omgeving. Dat was niet aan dovemansoren gericht. “Verbinding met de directe omgeving is voor ons cruciaal. Als het gaat om voedselproductie pakken wij het anders aan dan veel andere boeren. Niet beter, maar anders. Zo leggen wij uit wat we gaan doen, nodigen mensen uit om als vrijwilliger of oogst-aandeelhouder mee te doen of om mede-eigenaar te worden. Op die manier leidt voedselproductie tot verbinding. Dat is gelukt bij onze eerste vier boerderijen en dat gaat in Boekelo ongetwijfeld ook gebeuren. De eerste signalen zijn positief. We voelen ons hier welkom.”
Boerderij in het Twentse coulisselandschap
Boerderij De Wieckse (10 hectare) ligt verscholen in het Twentse coulisselandschap. De gebouwen dateren uit 1909. Tot 1988 was de locatie in gebruik als melkveebedrijf, vervolgens werd er tot 2005 vleesvee gehouden. Daarna werd het een landgoed. De laatste eigenaren verkochten de boerderij en het land aan Lenteland, die er nu een regeneratieve boerderij van gaat maken.
Veninga werkte eerder bij een vredesorganisatie en daarna in de supermarktbranche, onder meer als inkoper van verse producten. “Daar raakte ik geboeid door het ambacht, de liefde van boeren voor hun land en dieren, hun inzet en doorzettingsvermogen. Met Lenteland probeer ik daar nu een bijdrage aan te leveren. Bijvoorbeeld door nieuwe locaties te zoeken, crowdfunding te organiseren en bekwame boeren te zoeken voor onze nieuwe boerderijen.”
Beter bodemleven het uitgangspunt
Voedselproductie in samenwerking met de natuur, dat is volgens Veninga de essentie van de regeneratieve landbouwpraktijk die Lenteland nastreeft. Geen chemie, kunstmest en zware machines, wel maatregelen om de bodemkwaliteit te verbeteren. Zoals niet-kerende grondbewerking, en zoveel mogelijk bodembedekking. “Om de aarde op lange termijn leefbaar en voedzaam te houden, is een verandering nodig. Verbeteren van het bodemleven is voor ons uitgangspunt. Klimaatverandering maakt dat nog belangrijker. Een groeiende groep in de samenleving voelt dat ook zo en wil daarom meedoen met onze bedrijven.”
Die verbinding met de omgeving is voor Veninga superbelangrijk. “In de supermarktwereld heb ik ervaren dat de voedselketen anoniem is. Mensen hebben geen idee waar hun producten vandaan komen en wat er voor nodig is om groenten, eieren en vlees in het schap te krijgen. Onze Lenteland-coöperaties maken voedselproductie inzichtelijk. Daarom kunnen betrokkenen meehelpen op het land. Zo zien ze met eigen ogen wat het effect is van langdurige droogte of overvloedige regenval. Ook zorgen we ervoor dat onze boeren worden beloond bij misoogsten. Andersom profiteren onze leden ervan als de opbrengst overvloedig is.”
Onze boeren worden ook beloond bij misoogsten
Ondernemerskwaliteiten essentieel
Deze solidariteit gaat bij Lenteland nog een stap verder. “We zetten ook in op inclusiviteit. Daarom vragen we mensen met een dikke portemonnee om meer te betalen voor hun producten dan mensen met een smalle beurs. Door dit draagkrachtbeginsel is voedsel van onze Lenteland-boerderijen voor iedereen toegankelijk.”
Veninga is niet degene die de bedrijfsopzet van De Wieckse bepaalt, dat doet straks de aangenomen boerenondernemer in samenspraak met de leden van de coöperatie. “Tuinbouw, graasdieren, kippen, een pluktuin, fruit- en notenbomen, alles is mogelijk. Op onze bedrijven wordt vaak voor meer takken gekozen. Om die reden moeten onze boeren over ondernemerskwaliteiten beschikken, naast natuurlijk basiskennis van de landbouw.”
Ondernemers begrijpen niet hoe werknemers gemotiveerd blijven met een gelijkblijvend loon bij wisselende omstandigheden. Ze denken dat er altijd een directeur moet zijn die zelf pijn lijdt bij slechte prestaties. Maar hoe werkt dat dan bij ambtenaren? Die krijgen gewoon gelijk loon bij slecht functioneren en kunnen niet ontslagen worden? Geldt ook voor de hoogste ambtenaar.
Misschien met de beste bedoelingen, maar al zulke iniatieven komen van mensen die het ijzeren gordijn en communisme niet of nauwelijks kennen. Dit soort opzetten lijken meer de oude Oost-Duitse LPG’s. Alles in het begin ” vrijwillig” , maar dat veranderde snel. Hoe kun je met volle inzet boeren, als je niet de pijn van een misoogst voelt of de vreugde van een topjaar.