Klimaatdoel 2030 uit zicht voor landbouw door trage daling uitstoot
De Nederlandse landbouw moet de uitstoot van broeikasgassen versneld verlagen om het klimaatdoel voor 2030 te halen. Zonder maatregelen blijft dit buiten bereik.
Als de Nederlandse land- en tuinbouw de doelstelling wil halen om in 2030 de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen tot 17,9 megaton (Mton), dan moet de vermindering de komende jaren drie keer zo snel gaan als in de afgelopen kwart eeuw. Dat zei Margreet van Zanten, hoofd van de emissieregistratie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, woensdag in een gesprek met de landbouwwoordvoerders in de Tweede Kamer.
Om de klimaatdoelen te halen, helpt het niet om in Brussel alsnog een derogatie voor de nitraatrichtlijn te bewerkstelligen. Van Zanten vatte het kort samen: de kabinetsplannen voor een nieuwe derogatie remmen de daling van de uitstoot van broeikasgassen. “Als er een nieuwe derogatie komt, is er minder daling van de uitstoot dan zonder derogatie.”
De kans dat het gestelde doel voor de landbouw wordt gehaald, is minder dan 5%, aldus Van Zanten, die zich daarbij baseert op de Klimaat- en Energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving.
In 1990 was de uitstoot nog 33 Mton. In 2022 was de emissie van broeikasgassen uit de landbouw gedaald tot 24,5 Mton; in 2023 was deze weer licht gestegen tot 25 Mton, aldus het PBL. Daarbij is de broeikasgasemissie uit landbouwvoertuigen (1,3 Mton) niet meegeteld.
Compensatie door blijvend grasland
Het zijn met name lachgas (N₂O) en methaan (CH₄) uit de veehouderij die zorgen voor het landbouwaandeel in de uitstoot van broeikasgassen. Blijvend grasland zorgt voor een compensatie, door de opslag van CO₂, maar het aandeel daarvan is beperkt tot bijna 2 Mton.
Het is aan de overheid om te zorgen voor een robuust systeem voor certificering en waarborging van opgeslagen koolstof, zodat carbon farming echt een bijdrage kan leveren aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, zei Roel Jongeneel (Wageningen Economic Research) in hetzelfde gesprek met de Tweede Kamer. Er moeten volgens Jongeneel goede regels komen, anders dreigt de opslag van koolstof in landbouwgrond niet van de grond te komen, vreest hij. Los daarvan zegt hij op basis van eerder onderzoek dat een daling van de veestapel van 20 tot 40% nodig is om de uitstoot van broeikasgassen in 2050 tot nul terug te brengen. Jongeneel geeft aan dat er nog veel milieuwinst geboekt kan worden door efficiënter te boeren. Hij constateert dat boeren die het economisch goed doen, vaak ook op milieugebied goed scoren. “Voor een deel gaan economie en milieu goed samen; denk bijvoorbeeld aan minder kunstmestgebruik. Dat is economisch goed en ook beter voor het milieu.”