Kamer wil eerst opheldering voor publicatie gewaslijsten

VVD, CDA, SGP en BBB willen eerst vragen stellen voordat de wetswijziging met daarin het verkorten van de uitrijperiode van drijfmest op bouwland, het verlengen van de uitrijtermijn voor vaste strorijke mest op zand en löss én de plicht om eens in de vier jaar een rustgewas te telen op zand- en lössgronden, wordt gepubliceerd.

De partijen willen een vragenronde, terwijl er vooral in de akkerbouwsector en bij loonwerkers veel onrust is over de lijst met vroege teelten. In het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP) is opgenomen dat de uitrijperiode voor drijfmest op bouwland wordt verkort en pas ingaat op 16 maart in plaats van 16 februari. Hierbij wordt een uitzondering gemaakt voor vroege teelten, maar welke teelten daar onder vallen is nog niet vastgesteld.

Vorig jaar legde LNV een lijst met gewassen voor, maar hier was veel kritiek op vanuit de sector. LNV heeft de lijst hierop aangepast. De conceptlijst met daarop 52 gewassen, is inmiddels besproken met sectorvertegenwoordigers, maar deze is nog niet gepubliceerd en daarmee niet officieel vastgesteld. Om akkerbouwers een indruk te geven welke gewassen erop staan, besloot LTO vorige week de lijst wel te delen met haar achterban.

LTO hekelt de late bekendmaking van de gewaslijsten nu er een maand voor de beoogde inwerkingtreding nog geen duidelijkheid is. Ook de lijst met rustgewassen – voor de verplichte gewasrotatie – is nog niet vastgesteld.

Tweede Kamerfracties kritisch

Meerdere Tweede Kamerfracties zijn kritisch over de gang van zaken. SGP vindt dat de sector veel te laat duidelijkheid krijgt en vraagt zich af wat er met de suggesties voor gewaslijsten vanuit de sector gaat gebeuren. Ook is de partij benieuwd naar de invoering van de verplichte rustgewassen, eens in de vier jaar. Terwijl eerder werd aangegeven dat dit op termijn zou gaan naar 1 op 3 rustgewassen, wordt nu de indruk gewekt dat met de snelle invoer van de regeling van 1 op 4, verder ingrijpen in de gewasrotatie niet nodig is.

De fracties van D66, GroenLinks, Partij voor de Dieren en Volt hebben geen opmerkingen en wilden de wetswijziging voor kennisgeving aannemen. Het voorstel zit nu in een zogeheten ‘nahangprocedure’. In een eerder stadium konden Kamerleden ook hun visie geven op de plannen. Wanneer de wetswijziging niet gepubliceerd is, kan deze niet van kracht worden. Het ministerie wil de regeling met terugwerkende kracht per 1 januari laten ingaan.