Oogstwerkzaamheden in het Oldambt, Groningen. - Foto: Michel Velderman BoerenlevenOpinie

‘Je wilt toch vooruit’

De ambitie van boeren is gelijk gebleven, de aanpak verandert langzaamaan.

In al die jaren die ik nu bij Boerderij werk, heb ik veel boeren en boerinnen gesproken. Een van de rode draden in al die ontmoetingen is toch wel hun diepe wens om het bedrijf koste wat kost door te geven aan de volgende generatie. De meestgenoemde manier om dat te doen, was vaak door te groeien. ‘Je wilde toch vooruit’, was hun argument.

Opgroeien met vier of vijf koeien en handvol varkens

De generatie die de jaren voor de oorlog nog mee heeft gemaakt, groeide op met vier of vijf koeien, een handvol varkens, wat kippen en een paar bunder grond. Een gemiddeld bedrijf hadden ze, tegen de grote jongens werd hoog opgekeken. Boeren die toen 25 koeien molken, waren mega.

Zulke boeren waren niet alleen rijk, ze hadden ook invloed. Ze zaten vooraan in de kerk en hadden functies bij bank, gemeenteraad en waterschap

Zulke boeren waren niet alleen rijk, ze hadden ook invloed. Ze zaten vooraan in de kerk en hadden functies bij de bank, de gemeenteraad en het waterschap. Zou dat voor de overige boeren, zij die klein of gemiddeld waren, de drijfveer zijn geweest om te willen groeien? Zodat ze ook aan konden schuiven bij de macht? Om gehoord te worden en aanzien te genieten?

Lees verder onder de foto.

Landwerk op landbouwbedrijf, zo'n 60-70 jaar geleden, toen boeren met enkele koeien en een handjevol varkens nog middelgroot waren. Als je 25 koeien had, was je een megabedrijf. - Foto: Jan Willem Schouten

Landwerk op landbouwbedrijf, zo’n 60-70 jaar geleden, toen boeren met enkele koeien en een handjevol varkens nog middelgroot waren. Als je 25 koeien had, was je een megabedrijf. – Foto: Jan Willem Schouten

De grote boeren werden gehoord

Als oude boeren daar nu op terugkijken, erkennen ze dat dat zeker meespeelde. De grote boeren werden gehoord, zij kregen dingen makkelijker voor elkaar dan de kleintjes …

Ach, de kleintjes. Na de oorlog wilde landbouwminister Sicco Mansholt ze wegsaneren. Dat inefficiënte geploeter paste niet bij zijn streven naar ‘nooit meer honger.’ Alleen grote bedrijven konden snel, betaalbaar en voldoende produceren.

Daar had je het weer. Je kon dus maar beter groot zijn, dan mocht je tenminste blijven. Je werd gezien, je deed ertoe en niemand die over je heen walste. Geen wonder dat groeien een algemene en diepgewortelde drijfveer was.

Terugkijkend is vast te stellen dat degenen die het gelukt is om te groeien, meestal ook boer zijn gebleven. Hun groeiambitie is beloond en in de gedragsleer is het zo dat je datgene waarmee je succes had, steeds opnieuw wilt doen.

Maar er is iets veranderd de laatste jaren – het groeisucces wordt niet meer als vanzelf beloond

Maar er is iets veranderd de laatste jaren. Het groeisucces wordt niet meer als vanzelf beloond. Er is meer en meer maatschappelijke weerstand, er zijn problemen met de natuur, er is van alles. Regelgeving dwingt tot investeringen om de negatieve effecten van groei teniet te doen. Om die terug te verdienen, vallen de iets oudere boeren in eerste instantie terug op hun bekende succesnummer: groeien.

Groei en gij zult floreren … Het valt me op dat de jonge generatie dit niet meer standaard denkt

De afgelopen jaren zijn ze daarin ook steevast gestimuleerd door banken, adviseurs en al die andere organen rond een boerenbedrijf: groei en gij zult floreren. Het valt me op dat de jonge generatie dit niet meer standaard denkt. Ze bedenken andere manieren om het hoofd boven water te houden. Een neventak, eigen verwerking, andere afzetkanalen, het kan van alles zijn. Waarom? Om precies dezelfde reden als de generaties voor hen: ze willen vooruit.

Beheer
WP Admin