<em>Foto's: DCA</em> AlgemeenAchtergrond

Inzet hulpdierenarts is effectief

Met een brommer en een kist met medicijnen rijden honderden hulpdierenartsen door Afghanistan. Het Dutch Committee for Afghanistan heeft er inmiddels meer dan duizend getraind. Dierenarts Bram Schreuder uit Vledderveen is vanaf de oprichting bij de stichting betrokken. Hij schreef een boek over de aanpak van zijn organisatie.

In stilte is het Dutch Committee for Afghanistan (DCA) al meer dan 25 jaar actief in de diergezondheidszorg in het Aziatische land. De resultaten die de organisatie boekt, zijn opvallend. De inzet van zo’n duizend door DCA opgeleide hulpdierenartsen heeft geleid tot een daling van de mortaliteit onder geiten, schapen en runderen met 25 tot 40% in hun werkgebied. De vlees-, wol- en melkproductie op de kleine veebedrijven in de rurale gebieden waar deze zogeheten para-veterinairen actief zijn, is flink gestegen, blijkt uit recent onderzoek.

Kleine plattelandsklinieken

Bram Schreuder is eigenlijk niet verbaasd over de uitkomsten van deze onderzoeken. De dierenarts was in 1988 een van de oprichters van de stichting en is sindsdien altijd intensief bij DCA betrokken gebleven. Tientallen keren is hij afgelopen jaren naar zijn geliefde land afgereisd, waar hij ondersteuning gaf bij de opzet van kleine plattelandsklinieken en de rekrutering van potentiële para-veterinairen. Ook was hij verantwoordelijk voor fondsenwerving.

De aanpak van DCA sluit volgens Schreuder naadloos aan bij de behoeften van de Afghaanse veehouders. “Wij geven een training van 5 maanden aan jonge, gemotiveerde dorpsbewoners die in hun eigen regio de diergezondheidszorg op een hoger peil willen brengen. Na een korte, intensieve training zijn zij in staat om de belangrijkste dierziektes die in het land voorkomen, te bestrijden.”

Na hun examen gaan de cursisten met een brommer de boer op. Bijvoorbeeld met vaccins tegen MKZ en middelen om leverbot en miltvuur te bestrijden. Schreuder: “Onderzoek wijst uit dat elke dollar die de donoren in het programma steken bijna vijf dollar oplevert, vooral door minder sterfte onder het vee. Onze aanpak is dus effectief.”

Bram Schreuder: "De Afghaanse veehouderij wordt een volwassen economische sector."

Bram Schreuder: “De Afghaanse veehouderij wordt een volwassen economische sector.”

 

Gevluchte dierenartsen

In een recent verschenen boek waarvan Schreuder een van de auteurs is, wordt een beeld geschetst van het werk van DCA. Dat tegen de achtergrond van de politieke en militaire gebeurtenissen in het land die voor de kwaliteit van de diergezondheidszorg dramatisch hebben uitgepakt. Zo vluchtten na de Russische inval in 1979 vrijwel alle dierenartsen het land uit. Voor een land als Afghanistan waar de meerderheid van de bevolking afhankelijk is van de veehouderij was dat een drama, zegt Schreuder.

Het eerste veterinaire trainingscentrum zette DCA in 1988 op in Pakistan, net over de Afghaanse grens. Dat uit oogpunt van veiligheid. Inmiddels heeft de organisatie driehonderd werknemers, vier trainingscentra, drie regionale kantoren en begeleidt het honderden veterinaire klinieken in zowat alle provincies.

De opleiding van para-veterinairen is nog steeds de kernactiviteit van DCA. Daarnaast geeft de organisatie voorlichting aan lokale veehouders over huisvesting en voeding en ondersteunt zij inmiddels organisaties die wol, vlees en zuivel vermarkten.

De para-veterinairen verdienen tegenwoordig hun eigen salaris. Volgens Schreuder zegt dat veel over hun meerwaarde voor de sector: “Minder sterfte en hogere productiecijfers leiden tot betere inkomens. De veehouders worden niet meer gratis geholpen, maar zij krijgen gewoon een rekening en kunnen die ook betalen. De veehouderij wordt langzaam maar zeker een volwassen economische sector.”

Inzet hulpdierenarts is effectief


 

Lokale gemeenschappen

DCA organiseert de diergezondheidszorg kleinschalig, toegankelijk en betaalbaar voor de lokale veehouders, zegt Schreuder. “Bij de selectie van nieuwe para-veterinairen overleggen we met de dorpsoudsten. Wie is daarvoor geschikt en gemotiveerd? Kunnen rekenen en schrijven is daarbij randvoorwaarde. Zo betrekken we de lokale gemeenschappen bij de opleiding van dierenartsen. Ze zien na de opleiding hun dorpsgenoot weer terug, maar dan met de basiskennis om de lokale veestapel gezond te houden.”

Schreuder geeft onmiddellijk toe dat de para-veterinairen niet elk probleem kunnen oplossen. “Daarvoor is de opleiding te kort. Met een jaarlijkse bijscholing van een maand proberen we hun kennis op een hoger peil te brengen. Maar het worden geen academici en dat hoeft ook helemaal niet. Ze weten de meest voorkomende dierziektes op een juiste manier te bestrijden en dat heeft effect.”

Meer informatie: www.dca-vet.nl

Beheer
WP Admin