RundveeAchtergrond

Inkruisen is logisch én overbodig

Inkruisen is hot. Het compenseert op eenvoudige wijze de te scherpe holsteins. Maar het hoeft niet nodig te zijn. Binnen de holsteins is voldoende variatie.
In een rijk land is armoede iets om je voor te schamen, in een arm land is rijkdom dat. Een waarheid als een koe. Het geldt zelfs voor de fokkerij.
Nederland is een rijk fokkerijland, dus moeten we ons schamen voor armoedige koeien. De perfecte koe heeft de balans tussen ‘rond genoeg om te leven en scherp genoeg om te geven’. Een armoedige koe is doorgeslagen richting de productiekant, té scherp om te leven. Ze is te enkel, te licht, te weinig capaciteit en te smal. Niet dat deze koeien zomaar dood liggen, maar ze bezorgen de veehouders veel last. Te lage weerstand leidt tot problemen en ziekten. Te weinig herstellend vermogen, dus meer moeite om er weer bovenop te komen na een afkalving of herstel na ziekte. Te kwetsbaar, te teer, leven wordt een moeizame opgave. Het is aan de veehouder om deze patiënten er doorheen te trekken.
Een groot deel van de boeren geloven stamboek- en ki-mannen dat hun koeien steeds verder verbeteren. Anderen hebben de buik ervan vol, openen hun ogen en nemen afstand van deze fokkerij. Inkruisen is hot. Logisch. Zet op te scherpe Holsteins een ras dat minder eenzijdig op productie is gefokt, of zelfs een dubbeldoelras. Dan is één ding zeker: een koe met minder melk en meer vlees. Logisch dat deze koeien ronder zijn en de conditie beter vasthouden. Gevolg: een hogere weerstand en vitalere dieren. Het heterosiseffect versterkt dat nog verder.
Zelf ben ik geen voorstander van inkruisen. Ik vind dat binnen zo’n groot ras als Holstein voldoende variatie voorhanden moet zijn om vooruit te komen met behoud van productie, met verbetering van gezondheid, vruchtbaarheid en uiergezondheidskenmerken. Heterosis is positief. Een ratjetoe van dieren en het verlies van zuivere foklijnen in de stal is dat niet.
Onlangs las ik een artikel over een eigenaar van een groot bedrijf met veel personeel en liefhebber van de Holstein-koe en het Holstein-ras. Hoewel zijn hart bij Holstein ligt, kiest hij vanwege zijn portemonnee voor kruislingen. Hij somt de voordelen op: vruchtbaarder, opvallend weinig gezondheidsproblemen en minder klauwproblemen.
Een andere Holstein-liefhebber is Hans Kerkhof. Met een compagnon richtte hij Xsires op. Dat bedrijf verkoopt sperma van uiteenlopende rassen voor verschillende soorten kruisingen. Ook bij Kerkhof wordt de keuze voor kruislingen door de portemonnee bepaald. Een stijgende vraag naar sperma vanuit het veld betekent voor Kerkhof en de zijnen meer handel, dus meer geld.
Zolang mensen zelf kiezen of ze de ene of de andere weg inslaan, is er niets mis. Het is echter jammer dat de keuze voor inkruisen bij velen voortkomt uit gebreken en tekortkomingen in de Holstein-fokkerij; een te scherpe koe ontstaan door een te lange, eenzijdige productiefokkerij. Het is dus te hopen dat foktechnici inzien dat het functioneren van een koe als totaal zich nog lang niet in indexen laat vangen. De balans in skelet, vreetvermogen, overlevingsdrang, hoeveelheid zucht in de uier, herstel na afkalven en gebruiksvriendelijkheid zijn minstens zo bepalend voor het functioneren van een koe.
De veehouder is eindgebruiker. Hij beoordeelt de koe die hij in de stal heeft en maakt keuzes voor de toekomst. Ki-mannen en foktechnici moeten zich weer gaan inzetten voor het belang van de veehouder en het belang van de koe. Dit in plaats van met dure marketing de vraag te sturen in de richting waaruit zij aanbod hebben. Ki-mannen en foktechnici hebben een grote verantwoordelijkheid voor de toekomst. Zij moeten zich realiseren wat nu armoe en wat nu rijkdom is voor de veehouder. Hun handelen bepaalt voor hoeveel veehouders Holstein in de toekomst nog het beste ras is.
Hans Kerkhof is een prima vent, ik gun hem veel. Als de auto waarin hij rijdt steeds groter wordt, is dat het gevolg van het verkeerd handelen van ki-organisaties en hun foktechnici. En da’s pas armoe!

Beheer
WP Admin