Boeren zijn meestal niet van die praters. Zorgen en problemen houden ze voor zichzelf, terwijl erover praten enorm kan opluchten. Bij de nieuwe hulplijn Taboer zitten mensen die boeren begrijpen. - Foto: Hans Prinsen BoerenlevenReportage

Hulplijn Taboer is voor boeren én hun netwerk

Taboer is een nieuwe hulplijn voor de agrarische sector. Boeren kunnen er terecht, familie en vrienden ook. Het motto: praten helpt.

Twintig jaar geleden waren boeren een beroepsgroep met bijzonder weinig stress op het werk. Dat blijkt uit de toenmalige cijfers van het CBS. Samen met ambtenaren en medewerkers bij financiële instellingen voerden ze de lijst aan met beroepen waarin mensen de minste stress ervaarden. Tegenwoordig staan boeren juist hoog op de lijst van stressberoepen. Dat is grotendeels toe te schrijven aan onzekerheid en die is weer terug te voeren op de sterk wisselende wet- en regelgeving van de laatste jaren. De recente stikstofproblematiek doet er nog een schep bovenop.

Schaamte en onbegrip remt de vraag om hulp

Onzekerheid is fnuikend. Het kan gepaard gaan met allerlei fysieke en mentale klachten, die zich uiten in bijvoorbeeld slecht slapen, zich niet meer kunnen concentreren, geliefden afsnauwen, bedrijf en vee verwaarlozen, of zich terugtrekken in de stal om alles daarbuiten maar te ontvluchten. Hulp zoeken, doen boeren niet snel. Ze schamen zich en voelen zich door mensen van buiten de sector niet begrepen.

Daarom is er sinds kort Taboer, een platform waar boeren, boerinnen, familie, buren en erfbetreders terecht kunnen als ze zelf vastlopen of vermoeden dat het met iemand niet goed gaat. Het is een initiatief van LTO-Noord en de ZOB, de naam is een samentrekking van taboe en boer, omdat praten over persoonlijke problemen voor velen nog altijd een taboe is.

De taal van de landbouw spreken is belangrijk

Op de website is veel informatie te vinden over signalen waaruit blijkt dat het niet gaat zoals het zou moeten gaan. Verschillende boeren en boerinnen vertellen er over hun eigen ervaringen en steeds is de boodschap dat praten helpt. De medewerkers van Taboer spreken de taal van de landbouw en dat moet de drempel om contact op te nemen verlagen.

Die taal is belangrijk, want een hulpverlener die adviseert om het maar eens een poosje rustig aan te doen, is al meteen het vertrouwen kwijt. Vee moet te vreten krijgen, aardappels moeten gepoot. Dat alles kun je niet even een paar weken stilleggen, omdat het in je hoofd een warboel is. En aan een hulpverlener die niet weet wat stikstof is, of PAS of een NB-vergunning, heeft een boer voor zijn gevoel ook niets.

Taboer is niet het eerste platform voor mentale problemen in de landbouw. Sinds jaar en dag is er de ZOB, de stichting Zorg om Boer en tuinder. Hier kunnen boeren of hun partner naartoe bellen en praten met iemand die veelal zelf boer is of is geweest. De medewerkers, vrijwilligers, bieden een luisterend oor en verwijzen eventueel door. “Eigenlijk hebben wij een beetje de functie van huisarts”, zegt Victor Munster, regiocoördinator bij de ZOB voor de regio Oost.

Naast de ZOB is er sinds 2019 de AgroZorgWijzer en ook verschillende coaches hebben hun eigen hulplijn. De hulpverlening lijkt daardoor erg te versnipperen, maar de bedoeling is dat dat juist niet gebeurt. Taboer werkt landelijk en centraal. Hier komen alle hulpvragen binnen, waarna ze eventueel doorgezet worden naar bijvoorbeeld de ZOB of agrarische coaches.

Wat dat betreft, is er overlap met de AgroZorgwijzer. Ook daar zijn er overzichten met signalen en ook daar is er een verwijsschema wie waar terecht kan en met welke klachten. “Klopt”, zegt Sandra Katerberg, bestuurssecretaris van de ZOB. “Maar de zorgwijzer is vooral gericht op erfbetreders en was gefinancierd door de zuivelbranche. De behoefte ontstond om het breder te trekken naar de hele land- en tuinbouw. We hebben veel punten uit de zorgwijzer geïntegreerd in Taboer en gaandeweg zal de zorgwijzer naar de achtergrond verdwijnen.”

Taboer is gericht is op boeren zelf, maar ook op het netwerk om hen heen: familie, partners en erfbetreders. Er is een telefoonnummer en wie wil, kan ook via het contactformulier om hulp of informatie vragen. Katerberg: “Sinds de lancering in maart wordt al behoorlijk veel gebruik van dat formulier gemaakt. Daarom overwegen we om ook een chatfunctie in te bouwen. Praten helpt, maar schrijven misschien ook. Taboer is wat dat betreft nog in ontwikkeling.”

Zelf hulp zoeken is belangrijk

Wat lastig blijft, is dat boeren die in de knoop zitten zelf niet makkelijk hulp zoeken. Zoals jongveeopfokker Arjen. Hij wil niet met zijn volledige naam ‘in de krant.’ “Het gaat niemand wat aan.” Echt lekker loopt het al een hele tijd niet, vindt hij. “De lol is eraf.”

Het ondernemerschap en eigen baas zijn, trokken hem juist zo aan in het boerenvak. Nu lijkt het wel of de overheid de baas is op zijn bedrijf in plaats van hijzelf. Hij ziet niet hoe praten met iemand iets kan veranderen aan zijn moeilijkheden. Hij weet bijvoorbeeld niet of hij tot de piekbelasters gerekend wordt of niet. “Misschien moet ik wel stoppen met boeren”, denkt hij hardop. “Wat kan een coach of dokter daaraan doen, niks toch? Waarom zou ik dan naar zo’n nummer bellen?”

De intiatiefnemers van Taboer herkennen deze houding. Ze weten dat boeren veelal geen praters zijn en dat ze zorgen liever aanpakken met hard werken dan met een goed gesprek. Als ze zelf niet aan de bel trekken, is er echter de hoop dat anderen dat doen. De wet- en regelgeving verandert er niet door, maar praten werkt als het ventiel van een hogedrukketel halen: de druk gaat eraf.


Een reportage over Taboer 19 maart jl. bij Nieuwsuur.

Reacties

  1. Wat mij enorm frustreert is dat we op de sociale media (de bekende kanalen) geen toegang meer krijgen tot het echte nieuws en al wat gaande is achter de schermen.

    Hierdoor raken veel mensen (niet alleen de boeren) de weg min of meer kwijt.

    Hoe kun kun je nu leven of bedrijfsvoering doen wanneer je niet de volledige informatie krijgt?

    Pas wanneer de media het wel moet vertellen, laten zien Zijn de wetten er al door, moet je je maar aanpassen , vaak investeren of een extra controle erbij.

    Deze gang van zaken is nu al een paar jaar gaande. Loopt wel gelijk met de toename van depressie.

    persoonlijk sta ik al bekend als de protesteerboer of de Wappie boer. Maar graag wil ik waar het kan en wat in mijn vermogen ligt mensen ( boeren) er op wijzen wat er aan zit te komen.
    Maar vaak is dit nieuws niet te bevatten, we leven nu eenmaal in een bijzondere wereld/tijd momenteel.
    De reactie van de boer is dan ook vaak dat ze zich er niet in verdiepen en liever het land in en om stappen of de koeien gaan voeren, melken.

    Ik kan ze daar ook niet ongelijk in geven maar het vreet wel aan je. Omdat er geen vinger op te leggen is.
    Maar wel nodig is om nog mee te doen in deze tijd.

    Persoonlijk zou ik het fijn vinden wanneer de vakbladen of vak sites ook de diepliggende verhalen zou plaatsen. Of mensen laten praten onder elkaar zonder verwijdering of weg te zetten als Wappie taal.

    Dit zou al een mooie stap zijn voor wat lucht bij de mens

  2. Waarom oest er naast ZOB Taboer worden opgezet? Kon ZOB niet worden aangepast aan de Taboer werkwijze? het lijkt voor mij op onze Nederlandse maatschappij geen gebruik maken van bestaande kanalen maar voor de reeds bekende hulpvragen een nieuwe instituut opzetten met alles er op en er aan. Het verbaasd me dan ook niet dat Nederland onbetaalbaar wordt en de hulp dermate versnipperd is, dat de probleemoplossing leidt tot nieuwe problemen in plaats van de problemen op te lossen. Jammer dat onze organisaties ook besmet zijn met dit Neerlanditus virus. Ik zie versnippering leiden tot specialisatie, waarbij het geheel uit het oog wordt verloren en een oplossing steeds verder weg is.

Beheer
WP Admin