‘Hoog tijd voor nieuw agrarisch leiderschap’
Nu is het moment voor agrariërs die vooruit willen en gebiedsgericht willen werken, om krachten te bundelen en door te pakken. Toekomstgerichte agrarisch ondernemers moeten kunnen meepraten als er straks een nieuw parlement komt. Het is hoog tijd voor nieuw leiderschap, stelt Willem Lageweg.
Nu een Landbouwakkoord is mislukt en het kabinet is gevallen, dreigt voor zowel de agrarische sector als de natuur een impasse. Oude krachten, zoals een gegijzeld LTO Nederland en een verdeeld kabinet, bleken niet in staat te doen wat goed is voor boer, burger en milieu.
Hoog tijd voor nieuw leiderschap en nieuwe vormen van krachtenbundeling. Dat nieuwe leiderschap diende zich in de afgelopen periode – hoewel nog niet altijd even zichtbaar – steeds duidelijker aan. Denk aan de voorzitter van NAJK, aan de partijen achter het Groenboerenplan en aan diverse gebiedscollectieven. Het is nu het moment om krachten te bundelen en door te pakken, zodat deze toekomstgerichte agrarisch ondernemers voluit kunnen meepraten als er straks een nieuw kabinet moet komen.
Sleutel bij jonge boeren
De sleutel ligt daarbij in handen van jonge boeren, van boeren die integraal en gebiedsgericht werken, van boeren die uit de ratrace stappen van steeds verdergaande intensivering en van partijen die van onderop aan de slag zijn met grondgebruik waarin meerdere doelen op het gebied van voedselproductie, natuurbeheer en maatschappelijk diensten samen komen. Deze groepen beginnen zich in toenemende mate te organiseren en hun krachten te bundelen.
Namens de jonge boeren is NAJK, ondersteund door de regionale AJK’s, een steeds krachtiger en gezaghebbender stem. Bij de groene boeren zijn er organisaties als Biohuis, Caring Farmers, stichting Demeter, de Biodynamische vereniging (BD-vereniging), Herenboeren en de Federatie van Agro-ecologische Boeren. Deze partijen werken steeds nauwer samen onder de vlag van het Groenboerenplan. Zij worden ondersteund door inmiddels ruim 8.000 personen, bedrijven en organisaties die hun tienpuntenplan onderschrijven.
In de regio groeit het aantal gebiedscollectieven met de dag. Denk aan de boerencollectieven op het gebied van agrarisch natuurbeheer, gebundeld in BoerenNatuur, denk aan Wij.land in het westelijk veenweidegebied, de Vereniging Agrarisch Landschap Achterhoek, de Brabantse Duinboeren, Living Lab Fryslân en de bundeling van noordelijke partijen in de Agro Agenda Noord Nederland.
Op nieuwe leest schoeien
Uitgangspunt bij deze partijen is dat het bodem- en watersysteem in het desbetreffende gebied sturend zijn voor het type landbouw, natuur en grondgebruik dat daar kan plaatsvinden. Voorts kiest men voor kringlooplandbouw of andere concepten van duurzaamheid. Dergelijke uitgangspunten zijn bepalend voor de nieuwe leest waarop de Nederlandse landbouw geschoeid moet worden.
Integraal en gebiedsgericht werken komen in de plaats van de focus op schaalvergroting, intensivering en lage prijzen
Principes als integraal en gebiedsgericht werken, komen in de plaats van de focus op schaalvergroting, intensivering en lage prijzen. Het combineren van meerdere vormen van productie en diensten wordt voor veel boeren belangrijker dan specialisatie in een sector. Daarin ligt de essentie van de overgang die de Nederlandse landbouw nu doormaakt. De sector wordt gevarieerder, creatief ondernemerschap wordt belangrijker en de boer wordt veel meer dan een producent van veel voedsel tegen de laagst mogelijke prijs. Een omslag die op steeds meer plaatsen al is ingezet.
Die lijn met kracht voortzetten, is hard nodig, willen boeren een positie houden in een land waarin de ruimte steeds schaarser wordt en maatschappelijke opvattingen over klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn, chemie en het belang van gezonde voeding met de dag sterker worden.
Partijen vertegenwoordigen 20.000 boeren
Deze fundamentele omslag vraagt ook om nieuwe coalities waarin partijen met diverse achtergronden en belangen samenwerken aan gemeenschappelijke doelen. Coalities waarin boeren en burgers nauw samen optrekken. In de huidige landbouw is het eenzijdig op specialisatie gebaseerde model van sectororganisaties, met een verdeeld en daardoor onmachtig LTO Nederland, een achterhaalde vorm van belangenbehartiging. Het negeert de constructieve krachten aan de basis, ook bij LTO-afdelingen, die op een andere manier stappen vooruit willen zetten.
Omslag vraagt ook om nieuwe coalities
Het is hoog tijd dat de organisaties van jonge boeren, van groene boeren, van multifunctionele boeren en van boeren die gebiedsgericht samenwerken hun krachten gaan bundelen. Om naast de dominante sectorstem uit de landbouw ook gezaghebbende gebiedsgerichte en duurzame stemmen te laten horen. Met elkaar vertegenwoordigen deze partijen al gauw zo’n 20.000 boeren die een sterk groeiende groep betrokken burgers aan hun zijde weten.
Als ‘coalition of the willing’ zijn ze maatschappelijk een factor van belang. Het is nu het moment dat zij hun krachten bundelen om bij de verkiezingen en de daarop volgende kabinetsvorming een stem van betekenis te zijn.
Als antwoord op de vragen ‘wie mij betaalt’ en hoe ik ‘mijn zakken vul’ een korte reactie: Als boerenzoon, geboren en getogen op het platteland, maak ik mij sterk voor oplossingen die bijdragen aan een toekomstbestendige landbouw. Ik ga daarbij de ongemakkelijke waarheid niet uit de weg. En hou me verre van misplaatste en feitelijk onjuiste beschuldigingen die afleiden van de inhoud. Ik doe dat de afgelopen jaren zonder daarvoor enige vergoeding te vragen en puur uit betrokkenheid bij de sector. Het is van het allergrootste belang dat boeren over de dag van vandaag heen kijken en onderwerpen als krachtenbundeling en leiderschap op een constructieve en eigentijdse manier bespreken en invullen. Ook daar horen ongemakkelijke observaties bij met concrete suggesties hoe het anders kan. Vandaar mijn column. En natuurlijk is iedereen vrij om daar wel of niet wat mee te doen.
nou willempie wat een onzin verhaal ga iets nuttigs doen met je leven.
“Deze fundamentele omslag vraagt ook om nieuwe coalities waarin partijen met diverse achtergronden en belangen samenwerken aan gemeenschappelijke doelen. Coalities waarin boeren en burgers nauw samen optrekken”.
—————-
Een voerman op een wagen en het paard voor de wagen werken ook nauw samen. De voerman geeft de richting aan en het paard trekt de wagen. Of het paard de gekozen richting vol kan houden of onderweg crepeert is voor de voerman geen zorg. Er zijn genoeg andere paarden.
De burger in de rol van voerman en de boer in de rol van paard. Of de boer het vol kan houden is voor de burger geen zorg: er blijft altijd voldoende voedsel in de supermarkt, desnoods uit het buitenland.
Het komt er op neer dat boeren zich minder moeten richten op voedselproductie en meer op het produceren van ecologische/recreatieve belevingswaarde.
De ecologische/recreatieve belevingswaarde is een product wat je niet kunt verkopen. Je beurt er geen cent voor.
Voedsel, wat je wel kunt verkopen, wordt zoveel minder geproduceerd dat je de kosten niet meer kunt betalen. Zonder structureel financiële ondersteuning is dit het einde van de boerderij.
Nergens in het verhaal wordt duidelijk hoe die structurele financiële ondersteuning georganiseerd wordt en welke garanties hier in gegeven worden.
Weer zo’n directeur die zijn zakken vult en niks toevoegd. En dat is ook meteen het grooste probleem van de Nederlandse landbouw er zijn veel te veel van zulks soort mensen. En daar wordt ook nog naar geluisterd door de mensen die de beslissingen nemen.
Nog 50000 boeren en tuinders die passen in 1 voetbalstadion Ongeveer 0,5 prc van de bevolking Die hebben veel te vertellen??
Ach ja, tis ook maar een mening die Willem geeft…. Ik heb ff op de site van Transitiecoalitie Voedsel gekeken en ik weet genoeg, bla-bla-bla en vooral ecologisch, kringlooplandbouw, biologisch, regeneratief (iemand een idee wat dat betekent en hoe je dat inhoudelijk doet?), gericht op plantaardig eiwit, etc. Ik denk dat we ook deze Willem wel kunnen missen op de Boerderij-site?
Yep, veel wollige taal. Wie betaalt eigenlijk die willem?
Willem blaast hoog van de toren.., wie betaalt Willem? Wie betaalt ons na Willem??
Hoe we de landbouw ook organiseren het zal nooit kunnen zonder financiele onderbouwing, die de toets van de economishce wetten kan weerstaan. Al de tot nu toe gekozen vormen bestaan bij de gratie van ondersteuning van buiten af. Alle vormen zowel de algemeen gebruikelijke als de altrnatieve landbouwproductie blijken niet zonder steun van buiten af te kunnen bestaan. Deze steun geven dan passende namen als Gebiedsgericht, Biobased proefopject of Biodiversiteits landbouw (denk aan bloemeveldjes met subsie) en dergelijke. Zo lang de Grote voedselproducenten en Retailers niet van plan zijn hun eigen productie op te zetten is er financieel iets goed mis met landbouw en zal het altijd een van “steun” afhankelijke activiteit blijven waarbij het politieke krachtenspel de macht heeft. Wordt het een lukratieve activiteit dan nemen de verwerkers het over, denk aan de Rubber plantages of Palmolie plantages. Dit zijn geen boeren activiteiten maar verlengstukken van de verwerkers.