‘Hartstikke ziek’
We zijn allebei flink ziek, maar als boer werk je gewoon door. Na 10 dagen besluit ik toch de dokter te bellen.
Na alle intensieve maanden, met verdriet en veel feesten, zegt het lichaam: ‘Stop! Tot hier en niet verder’. Zere benen en armen, zere keel en hoofdpijn. Hoesten, snotteren en het eten blijft niet binnen. Luc sleept zich naar de stal, voert het vee, doet kleine klusjes en sleept zich daarna weer naar de keuken.
‘Moet ik hulp inschakelen? AB Oost bellen? Of een van de jongens vragen?’ Het hoeft niet. Op de automatische piloot zorgt hij ervoor dat het hoogst noodzakelijke gebeurt. Koeien voeren, kalveren voeren, koeien door de robot en weer naar binnen. Zo gaat het bij iedereen met een boerenbedrijf of wanneer je een eigen bedrijf hebt. Je werkt gewoon door.
Huishoudelijke taken
Gelukkig komt soms onze reddende engel, neef Tom, helpen. Luc hangt zijn favoriete rode boerenzakdoek boven de houtkachel te drogen. ‘Ieeehhh!’ roepen de meiden. Zij nemen de huishoudelijke taken over. Dat levert soms wel enige discussie op, maar wordt gelukkig uiteindelijk wel gedaan.
Op mijn menu staan de komende dagen: hoestdrankje en hoestsnoepjes. Dan, na een paar dagen, kan ik niks meer zien. Afspraken en vergaderingen worden afgezegd. Ik sleep me van bed naar bank en naar de tafel.
Onze olijke tweeling is thuis aan de studie en maakt allerlei grapjes. Die vallen deze keer slecht bij me. Huilend zit ik aan tafel. Na drie dagen bel ik de huisarts. Die zegt: ‘Het heerst, het kan wel tien dagen duren. U moet gewoon uitzieken. Er zijn heel veel mensen ziek.’
Drie schepjes en dan uitrusten
Uiteraard proberen we tussendoor wel van alles op het bedrijf. We hebben drie jassen aan, een muts op en een sjaal om, want het is koud. Samen met Luc schep ik zand van de kuilen. Steeds drie schepjes en dan weer uitrusten op het handvat van de schop. Doordat het heeft gevroren, is het zand alleen in brokken van de kuil te hakken. Gelukkig gaat het na een halfuurtje regenen. Wij vinden dat een goede reden om weer naar binnen te gaan. Ik kruip uitgeput en ziek weer het bed in. Luc slaapt onder 12 dekens maar wordt nog steeds niet warm.
Weer aan het werk
Na tien dagen besluit ik de huisarts weer te bellen. Samen met een dochter ga ik naar het spreekuur. Volgens mij wordt een zieke koe nog sneller geholpen met iets van een energiepreparaat. Gelukkig krijg ik iets voorgeschreven. Na twee dagen een ontstekingsremmer en een flinke pijnstiller ben ik weer beter. Ik ben weer in staat om aan het werk te gaan, al weet ik niet waar te beginnen. Er moet zoveel: kalverhokjes uitmesten, melkrobot schoonspuiten, waterbakken schoonmaken en stro en kalk in de boxen. Tjonge, wat zijn de koeien blij. En ik ben nog blijer. Héérlijk, gewoon weer gewoon.
Ik heb te doen met mensen die chronisch ziek zijn. Tegelijk ben ik zo blij met ons fantastische jonge lichaam dat wonderbaarlijk, passend bij de leeftijd, toch weer herstelt.