Een perceel weidegrond op de boerderij van de familie Albring in Drouwenermond (Dr.) - Foto: Hans Banus RundveeOpinie

‘Grondgebonden melkveehouderij moet echt zijn’

Het Landbouwakkoord zal naar verwachting afspraken bevatten over de grondgebondenheid van de melkveehouderij. Als criterium wordt vaak genoemd: grootvee-eenheden (GVE) per hectare. Maar dat criterium is alleen bruikbaar met aanvullingen.

De melkveehouderij is van oudsher grondgebonden en dat heeft deze sector op verschillende beleidsterreinen voordelen opgeleverd. Bestemmingsplannen bieden relatief veel ruimte aan de melkveehouderij en er is geen geurbeleid voor de sector. Ook in het mest- en ammoniakbeleid zijn diverse regels minder vergaand of soepeler dan voor de intensieve veehouderij. En grondgebondenheid maakt weidegang mogelijk en dat is van groot belang voor het maatschappelijk draagvlak. Grondgebondenheid is belangrijk voor de melkveehouderij.

Gevolgen afschaffing melkquotering

De afschaffing van de melkquotering zorgde in de periode 2005-2016 voor een sterke intensivering van de Nederlandse melkveehouderij. De intensiteit nam toe van circa 12.500 naar 17.500 kilo melk per hectare. En doordat in dezelfde periode ook steeds minder dierlijke mest op het eigen land mocht worden gebruikt, moesten steeds meer melkveebedrijven (van 40% naar bijna 80%) mest afvoeren. Daarmee is de grondgebondenheid van de sector sterk verminderd. De afgelopen jaren hebben de Wet grondgebonden groei melkveehouderij en het advies van de Commissie Grondgebondenheid daar weinig of geen verandering in kunnen brengen.

Kan het criterium GVE (grootvee-eenheden) per hectare wel voor een ommekeer zorgen? Het criterium telt alleen staarten en hectares. Daarbij wordt de productiviteit van de koeien, die in Nederland op bedrijfsniveau tussen 5.000 en 15.000 kilo melk per koe per jaar ligt, niet meegenomen. Daardoor zal de invoering van het criterium veehouders stimuleren om de melkproductie per koe te verhogen. Om dat te bereiken, zullen ze de koeien vaker permanent op stal houden en meer krachtvoer voeren.

Criterium GVE per hectare werkt averechts

Minder koeien in de wei verarmt het Nederlandse cultuurlandschap, vermindert de biodiversiteit en verhoogt de emissie van ammoniak. Bovendien dwingt een hogere melkproductie tot meer afvoer van mest en meer aanvoer van ruw- en krachtvoer. Kortom, voor het bevorderen van de grondgebondenheid van de melkveehouderij werkt het criterium GVE per hectare averechts.

De afgelopen jaren heeft CLM verschillende criteria voor grondgebondenheid onderzocht. Daarbij bleek dat elk criterium plussen en minnen heeft. Zo zijn enkele criteria gebaseerd op het bedrijfsspecifiek verantwoorden van de mestproductie met behulp van de KringloopWijzer.

Bij dat instrument passen enkele kanttekeningen. Zo zijn de rekenregels gebaseerd op ongeveer 80% van ‘de meest gemiddelde bedrijven’ en zijn er geen accountants die de juistheid van de ingevoerde gegevens durven te garanderen. Daardoor zijn criteria gebaseerd op de KringloopWijzer, behalve het bedrijfsoverschot ofwel Minas 2.0, niet bruikbaar.

Voordelen grondgebonden bedrijfsvoering

Alle criteria hebben nadelen en daarom heeft CLM ook gekeken of combinaties van criteria, of criteria met aanvullende randvoorwaarden beter bruikbaar zijn. Zo kunnen melkveebedrijven met een productie beneden 18.000 kilo melk per hectare in veel situaties alle fosfaat in de dierlijke mest op hun eigen gronden aanwenden. Op deze bedrijven kan een combinatie met GVE per hectare een echte grondgebondenheid garanderen.

Een echt grondgebonden bedrijfsvoering zou op eigen gronden ruimte moeten bieden voor de productie van alle ruwvoer en het gebruik van alle geproduceerde dierlijke mest. Dat voorkomt veel transporten over grote afstand van mest en ruwvoer. En grondgebondenheid is robuust als het ook ruimte biedt aan volledige weidegang, biodiversiteit en landschap. Daarmee komt CLM, gebaseerd op gronden op korte afstand van het bedrijf, op maximaal 18.000 kilo melk per hectare en niet meer dan 2 tot 2,5 GVE per hectare.

Met deze criteria en normen krijgt grondgebondenheid echt betekenis voor de melkveehouderij. En dat komt ook het maatschappelijk draagvlak blijvend ten goede.

Frits van der Schans is senior adviseur bij CLM Onderzoek en Advies.

Reacties

  1. Dat de politiek zich ermee bemoeit is tot daar aan toe maar met die CLM hebben we al helemaal niets te schaften. Neem een echte baan mijnheer van de Schans.

  2. Misschien heeft van der Schans nog tips voor een derogatie/kringloop bedrijf wat tot nu geen mest afvoerde? Of anders gewoon van de 8000lt koeien 12000lt maken?

  3. Wat is er mis mee als een melkveehouder mest afvoert? Burger blij want die hoeft daarvoor niet te betalen, transporteur blij want die kan een factuur sturen, akkerbouwer blij want die heeft beschikking over mest en de melkveehouder blij want die hoeft voor zijn overschotmest geen grond te kopen. Wat is eigenlijk het probleem?

    1. Helemaal niks farmerbn, wel een probleem is als je na veel inspanning derogatie grondgebonden bent je als dank een schop terug krijgt

    2. Ook jullie dus mest afvoeren of extra land kopen, attie. Maar waarom de politiek hier zich mee bemoeit is mij onduidelijk. Of je nu mest op eigen grond brengt of bij een andere landeigenaar, wat is het verschil?

    3. Wat is het verschil? Een hoop kosten en de kringloopcirkel voer/mest/koeien wordt doorbroken…

  4. In de tekst van Van der Schans gaat de discussie over grondgebondenheid weer over twee definities. Grond onder je bedrijf als bedrijfsmiddel (voerderwinning en bemesten) en als middel om de bedrijfsvoering te sturen.
    En bij dat laatste gaat het fout. Alsof niet-grondgebondenheid (lees mestafzet) geen functie heeft.
    Afgezette mest komt als (deels) kunstmest vervanger in de plantaardige sector terecht.
    6000 jaar geleden zijn we dieren gaan houden niet voor melk of vlees, maar voor de mest. Waarom wordt de waarde van mest in het voedselsysteem altijd negatief benaderd. Grondgebondenheid volgens de definitie van Van der Schans betekent geen mest(nutriënten en organisch stof) voor de plantaardige sector.

Beheer
WP Admin