RundveeOpinie

Ga geen plofkoeien fokken

Met de nieuwe NVI-index is er kans op het fokken van koeien die in drie lijsten 30.000 kilo dunne melk geven en dan versleten zijn. Voer voor wakker dier.

Afgelopen maandag namen we na dik 28 jaar afscheid van onze visgraatmelkstal. Met krap 46.000 uur op de teller kunnen we op zijn minst van een hoge levensduur praten. De hoogste capaciteit heeft hij wellicht nooit gehad, maar dit is ruimschoots vergoed door de hoge ‘levensproductie’. Een ding is zeker: hij heeft zijn geld opgebracht. Dat is een-op-een te vergelijken met een ideale koe: genoeg geven en lang volhouden.

In mijn vorige column schreef ik over de vernieuwde NVI die vooral gericht is op ‘na-2015’. Nog altijd is de discussie hierover actueel. Je kunt geen vakblad openslaan of er wordt wel weer naar de mening gevraagd van één van de betere stuurlui, veelal mensen die zelf geen koeien melken. Het verbaast me dat juist zij exact weten welke koe de boer na 2015 nodig heeft.

Ik ervaar het als een absoluut gemis dat in de hele fokkerijdiscussie het geluid van ‘de veehouder’ zelden te horen is. Waar zit die gemiddelde boer en waar laat hij zijn geluid horen? Gaat hij nog naar fokkerijvergaderingen of heeft hij de moed al opgegeven dat via deze kanalen zijn invloed door zou dringen? Overigens is de veehouderij hierin net zo als de rest van de maatschappij. De interesse voor politiek is de laatste decennia flink verminderd. Nu het besef doordringt dat de heren met de dure stropdassen de toekomst van de gewone man bepalen, begint politiek weer te leven.

Succesvolle ondernemers laten keer op keer zien dat de sleutel van hun succes is: het winnen van meer controle op het hele bedrijfsproces, ofwel meer in eigen hand en minder uitbesteden. Kortom, er bovenop zitten als een bok op een haverkist. Ki’s stieren laten fokken die de boer nodig heeft, in plaats van de zaak omdraaien.

In een artikel over de vernieuwde NVI las ik nog een paar interessante ‘stuurlui-meningen’. Edwin Boogaard van Ingenieursbureau Heemskerk bijvoorbeeld grijpt nog maar weer eens naar de vele ‘efficiëntie-onderzoeksrapporten’. Die bewijzen volgens hem keer op keer dat koeien met een hoge aanleg voor kilo vet en eiwit bij een gelijke drogestofopname efficiënter voer omzetten in melk, vet en eiwit. Voorwaarde is volgens hem wel dat deze koeien voldoende frame en capaciteit bezitten. Hij geeft precies weer waar ABS voor staat: kasten van koeien, gewoontjes op de benen, een berg melk en bedroevend lage (eiwit-)gehalten. De ABS-stieren die hij aanhaalt, Bolton en Shottle, zijn bijvoorbeeld vele malen sterker in kilo vet en eiwit aanleg dan ‘levensduur’-stieren als Ramos en Stadel. De laatste twee zijn volgens Boogaard niet de stieren waarmee we de goede kant op gaan.

Duidelijk een verhaal van een marketeer die zelf geen koeien melkt! Bolton met -0.28 procent eiwit, 102 benen en 90 laatrijpheid en Shottle -0.25 procent eiwit, 103 benen en 98 laatrijpheid. Als dit de lijn voor ‘na-2015’ wordt, eet ik mijn pet op en mijn haar erbij. Dan gaan we namelijk naar grote koeien die in drie lijsten 30.000 kilo dunne melk geven en dan versleten zijn. Als we dat doen, begint Wakker Dier straks nog een campagne over plofkoeien die zoveel melk geven dat ze ontstekingen krijgen, daardoor vol zitten met antibiotica en waarvan de uiers ploffen. Net zoals ze nu doodleuk bezig zijn met de vleeskuikens.

In dit verhaal heb ik meer op met de mening van onafhankelijk fokkerijadviseur Frans van de Kroon. Veehouders hebben volgens hem meer baat bij substantieel minder gedwongen afvoer dan bij 500 kilo extra melkproductie. We moeten volgens hem eerst zorgen voor een goede koe, pas daarna kunnen we doorgaan met productieverhoging. En hoewel ik vind dat dit geluid van veehouders had moeten komen, denk ik dat Kroon gelijk heeft. Met minder vervanging melken. Want dat geeft oudere koeien, minder jongvee, of meer vee te verkopen. Duurzaamheid, dat is wat telt, wat geld oplevert en wat verkoopt. Ook richting Wakker Dier.

Beheer
WP Admin