Foto's: Martin Smits MechanisatieFoto

Fordjes kijken in Maldegem

Het weekend van 27 en 28 augustus was het Ford-trekkers kijken op de Smouffelbeekhoeve in het Belgische Maldegem.

Deze ligt op een steenworp afstand van de grens met Zeeuws-Vlaanderen. Drijvende kracht achter het evenement, dat voor de tweede maal werd georganiseerd, is Koen Vander Plaetse. De voornamelijk Belgische Ford-vrienden slaagden erin om 240 trekkers bij elkaar te krijgen en deze keurig opgesteld naar type en leeftijd tentoon te stellen.

Voor een buitenstaander zijn Ford-trekkers allemaal even blauw. De liefhebber kan echter een behoorlijke studie maken naar de onderlinge verschillen tussen trekkers die op het oog hetzelfde lijken. Onder andere de Dexta’s waren goed vertegenwoordigd.

Niet onbekend, wel redelijk zeldzaam: de Dexta’s met vieraandrijving. Een Italiaans feestje van Selelen. Organisator en Ford-liefhebber Koen Vander Plaetse restaureerde enkele jaren geleden een vierwiel-aangedreven Super Dexta (rechts). Later tikte hij nog een Dexta uit de periode met de oranje wielen op de kop in Italië. Nog in de eerste lak, met de originele stickers van de dealer in Turijn op de motorkap.

Koen is goed met de techniek van de oudere Ford-trekkers op de hoogte. Wie sleutelt en restaureert, houdt ook wel eens onderdelen over. Koen maakte een volledige transmissie van de Dexta als studiemodel, met uitleg van de werking.

En er viel nog meer te studeren op technische details. De opengewerkte Power Major van 1958 - die waarschijnlijk zijn langste tijd dienst heeft gedaan bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders als instructiemodel - is tegenwoordig in handen van een Nederlandse verzamelaar en werd in Maldegem tentoongesteld.

De trekkers zijn zo veel mogelijk op volgorde van leeftijd opgesteld. Bij Ford begint dat dan bij de F-typen, waarmee het in Detroit in 1917 begon. Later opgevolgd door meerdere varianten die als model N werden verkocht.

Na de Tweede Wereldoorlog was er behoefte aan een modernere trekker. Model N werd de E-27N en Ford introduceerde de naam Major. Vooral de grotere wielen waren een belangrijk verschil, en er was een hefinrichting leverbaar. Het mocht niet te veel kosten, de motor van de N is gehandhaafd maar nu wel voorzien van een startmotor.

In 1952 maakte de E27N plaats voor de New Major. Een volledig nieuwe motor, gewijzigde transmissie en lagere zitpositie waren de opvallende verschillen. Een dorspoelie was nog standaard. Major werd Power Major, daarna Super Major. En commercieel een groot succes.

Niet geheel origineel, wel een verhaal: in Amerika waren de Ford-trekkers grijs met oranje, later grijs met blauw. En overwegend volgens een ander concept gebouwd dan de Europese Fords. Lange tijd waren ze uitsluitend met benzinemotor leverbaar. Majors en Dexta’s waren daar de dieseltrekkers. De Super Major werd, passend bij de Amerikaanse kleurstelling, met grijze motorkap geleverd. En hij had toen al de aanduiding ‘5000’.

De Amerikaanse typeaanduiding was een voorbode: in 1964 introduceerde Ford de Pre-Force 6X-serie trekkers. In de volksmond de Ford 2000 tot en met 5000. Voor de 4000 en 5000 werd de aanduiding Major en Super Major nog steeds gebruikt. (Dexta en Super Dexta voor de 2000 en 3000). In dit geval een exemplaar met Select-O-Speed, de zeventraps full-powershift van Ford.

Een mooie 6X-serie 5000 met Select-O-Speed is inmiddels redelijk zeldzaam. Met vierwielaandrijving moet je ze met een kaarsje zoeken, maar ze bestaan!

De enige in België en wellicht in Europa? Een Amerikaanse Ford 3600 van 1972, onder andere te herkennen aan de koplampen. In Amerika waren de Fords nog lange tijd leverbaar met benzinemotor, en dan is opbouwen van lpg relatief eenvoudig.

Zeg je Ford, dan zeg je County. Onder Ford-liefhebbers een van de meest gezochte uitvoeringen. Zoals de 1454, destijds gebaseerd op de Amerikaanse 9600. Daar zijn er in Nederland ook meerdere van verkocht, vaak met cabine.

De County is een compacte trekker en ze staan hier ook compact opgesteld! De FC944 heeft als type bij County nooit bestaan. Dit exemplaar kreeg deze aanduiding omdat het later is voorzien van een viercilinder met turbo van een Ford 7000. Deze forward control was destijds de eerste en enige County als basis voor een Delvano-zelfrijdende spuit. Staat in België ook nu nog als ‘spuittoestel’ geregistreerd, en is (anders dan een trekker) in dat land niet keuringsplichtig. Onlangs gerestaureerd en voorzien van een zelfgemaakte (lasergesneden), niet van origineel te onderscheiden cabine. Er zat aanvankelijk een Delvano-cabine voorop.

Lange tijd bouwde Delvano zijn zelfrijders vrijwel uitsluitend op Ford-trekkers. Dat begon in 1962 met een Fordson Dexta en heette Safe Trac. Dit principe is tot 1994 gehandhaafd. Vele zijn nog in gebruik, maar de trekkers houden het vaak langer vol dan de spuitmachine. Daardoor zijn meerdere machines later voor ander werk omgebouwd.

Van de Fords uit de TW-serie zijn er nog diverse in gebruik. Inmiddels zijn het ook trekkers voor de liefhebber. Restaureren in plaats van opruimen!

Of vroeger alles beter was? Dat is de vraag. Maar misschien wel mooier... Ford werd onderdeel van het huidige CNH. De merknaam verdween in de landbouw, de Italianen zijn de baas. Tussen de 240 blauwe rakkers daarom ook een bescheiden plaats voor enkele Fiat-trekkers.

De liefde voor blauw is nog lang niet verdwenen. Onder het modernere materiaal dat sponsoren tentoonstelden was ook een combinatie van een New Holland T7 met - geheel in stijl - een Joskin mesttank.

Reacties

Beheer
WP Admin