Financiële impuls voor Oostenrijkse landbouw
Na een tegenvallend jaar voor de inkomens in landbouw en veeteelt, komt de Oostenrijkse centrumlinkse coalitie met enkele honderden miljoenen euro’s extra subsidie. Het geld is onder meer voor instandhouding van de korting op landbouwdiesel en voor vervanging van roostervloeren in de varkenshouderij.
De Oostenrijkse regering heeft een extra financieel steunpakket van ruim €300 miljoen uitgetrokken voor de boeren. Het grootste deel is bestemd voor een korting van 20 cent per liter voor landbouwdiesel, met terugwerkende kracht vanaf tweede helft vorig jaar, tot eind 2025.
Daarnaast komt er een verlaging van milieubelasting op de land- en tuinbouw en veeteelt van €75 miljoen. Daarnaast is er een vergoeding van de CO2-beprijzing voor de jaren 2022 tot en met 2025. Het Oostenrijkse ministerie van Landbouw (BML) schat deze steun op €134 miljoen.
Diervriendelijke stallen
Verder komt er €50 miljoen als gebiedsgebonden steun en €50 miljoen als stimulans voor meer investeringen in diervriendelijke stallen. Door een duidelijke focus te stellen, vooral in de varkenssector, moet de verandering bijzonder aantrekkelijk zijn voor boeren. Landbouwminister Norbert Totschnig zei dat het steunpakket vooral is bedoeld om de concurrentiekracht van de agrarische bedrijven te versterken.
Uit recente jaarcijfers blijkt dat de Oostenrijkse boeren een slecht jaar achter de rug hebben. In 2023 leden zij een inkomensverlies van ruim 20% in vergelijking met het uitzonderlijk gunstige jaar ervoor. De belangrijkste factoren waren hoge productiekosten en, in sommige gevallen, lagere producentenprijzen. Hogere prijzen in de dierlijke productie en bescheiden besparingen op de inputkosten verzachten de inkomensdaling.
Veiligstellen lokaal voedsel
De agrarische sector ontving de aankondiging van het financiële steunpakket met grote bijval. De voorzitters van de Oostenrijkse en Neder-Oostenrijkse Landbouwkamers, Josef Moosbrugger en Johannes Schmuckenschlager, benadrukten dat verdere steun voor de landbouw essentieel is en bijdraagt aan het veiligstellen van de voorziening van lokaal voedsel.
De voorzitter van de nationale boerenvereniging, Georg Strasser, wees erop dat markt- en prijsschommelingen, hoge kosten voor grondstoffen, klimaatverandering en niet in de laatste plaats de steeds hevigere concurrentie de Oostenrijkse landbouwbedrijven voor grote uitdagingen stelden.
Volgens Josef Moosbrugger, voorzitter van de Kamer van Landbouw, is het prijs-kostenverschil in de belangrijkste Oostenrijkse productiegebieden aanzienlijk. De leidende landbouwpoliticus riep het Europese landbouwbeleid op om alle EU-landbouwfondsen aan te passen aan de inflatie. Hij verwees daarbij onder meer naar de Oostenrijkse inflatie-aanpassing van het nationale aandeel in de tweede pijler van het Europese GLB-landbouwbeleid. De huidige bondsregering is een coalitie van de christendemocratische ÖVP en de Groenen.