AlgemeenAchtergrond

Duckstad in Egypte

Eenden zijn een probleem bij beheersing van vogelgriep. Van bestrijding kun je in Egypte al niet meer spreken, het virus is overal.

Wat is het toch met eenden dat die kennelijk in elk land uit maar één stad komen? Bij Walt Disney wonen ze in Duckstad, in Nederland komen ze uit Harderwijk en in Egypte lijkt het zwaartepunt van de eendenhouderij in een dorp in het Tanta-district te liggen: Burma village. Omdat eenden redelijk lang met het vogelgriepvirus kunnen rondlopen, daarna ook niet en masse doodgaan, zoals kippen, en weinig immuniteit opbouwen bij vaccinatie, zijn ze een probleem in de H5N1-beheersing. Van bestrijding kun je in Egypte eigenlijk al niet meer spreken, want het virus wordt nu in het hele land aangetroffen. Ik ben hier om te kijken hoe H5N1-controle binnen ketens kan worden bevorderd en dus is een bezoekje aan Burma, het Egyptische Harderwijk, nuttig.

Broederijen, babycrèches en volwassen eenden

Het eerste bezoek is aan een broederij. Er staan moderne Belgische broedmachines, maar er is geen ontsmetting voor voertuigen, voeten en handen en geen bedrijfskleding. Er zijn geen afdelingen, alle machines staan in één ruimte. Verder is het bedrijf gevestigd temidden van huizen, van waaruit tot mijn ontzetting pick-ups kuikens aan het laden zijn. En dat zijn geen ééndagseendjes, maar lummels van twee tot drie weken oud.
Na een beetje theedrinken wordt me wat duidelijker hoe de sector zich hier ontwikkeld heeft. In het verleden kreeg een aantal mensen het broeden van eenden in traditionele broedmachines onder de knie. Een voerfabrikant gaf kredieten en leverde goede kwaliteit voer. Die twee factoren waren genoeg voor de eendenrevolutie (was het in Harderwijk, toen dat nog een vissersplaats aan de Zuiderzee was, niet het visafval dat de eendenhouderij daar op gang kreeg?).
In het verleden zat de hele keten in het dorp, maar met het begin van de H5N1 trokken de grotere eendenhouders als hazen met hun moederdieren de woestijn in.
De meeste eenden in Egypte worden door mensen in hun huizen en op de daken gehouden. Families eten of verkopen ze zelf. Dus de broederijen bleven waar ze waren: dicht bij hun klanten in de Nijl Delta. Aangezien de kopers in dorpen en steden liever eendjes hebben die geen verwarming meer nodig hebben, zijn er zogenoemde ‘nursery farms’. Daar worden de ééndagseendjes tot twee, drie weken gehouden, waarna handelaren ze afnemen en letterlijk – met megafoon in de auto – uitventen.

Angstaanjagende dier-, eieren-, voer- en afvalstromen

Dus u ziet de nachtmerrie al: eieren komen uit de woestijn met de auto naar de broederij. Diezelfde auto neemt voer van de vertrouwde voerfabrikant in Burma mee terug naar de woestijn. Maar rond die voerfabriek is niets te zien van ontsmetting. En hij staat naast twee vier verdiepingen hoge kippen- en eendenschuren, waar wolken stof uitkomen. Iedereen haalt zijn eigen voer bij de fabriek, in de auto waarin ook weer eieren, kuikens en oude eenden vervoerd worden. Kuikens voor de opfok van nieuwe legeenden komen uit de Burma-broederij en gaan met diezelfde auto weer de woestijn in. De mest uit de hokken gaat weer op een vrachtwagen richting de woestijn, waar hij gebruikt wordt door de boeren met druppelirrigatie. Niemand heeft een wasplaats, de meeste kratten zijn smerig. Overal zie je containers met ontsmettingsmiddel. De mest op vrachtwagens wordt afgedekt met dekzeil. Dat zal wel zijn tegen het wegwaaien en gewichtsvermindering, maar vooruit, het dient twee doelen. Soms is er een halfbakken poging om de infectiedruk te verminderen. Ik werd bijvoorbeeld beneveld in een broederij voor ik van het kantoor verder ging op mijn eigen schoenen. Ik weet nog steeds niet met wat voor middel het was, maar ik heb het overleefd.
Er is in Burma, waar rond 2 miljoen kippen en eenden moeten rondlopen (totale dagelijkse voerproductiecapaciteit van de vier fabrieken gedeeld door 100 gram; je moet toch ergens je schatting op baseren) geen destructor. Alles wordt meegegeven aan de vuilnisdienst of in het kanaal gekieperd. Daar gaat in Egypte van oudsher al het afval in. Vroeger, toen dat nog alleen organisch afval was en er nog geen H5N1 was, kon dat. De jaarlijkse overstromingen en vissen zorgden voor de verspreiding en verwerking ervan. Nu is het triest om de hoeveelheden puin en plastic langs de kanalen te zien, want de meeste Egyptenaren zijn de oude gewoonte nog niet kwijt. Die kuikentjes die als ei uit de woestijn komen, vervolgens in de broederij belanden en via de ‘kuikencrèche’ achter op een pick-up met een handelaar verdergaan om deur aan deur uitgevent te worden, is vragen om ellende. Die is er dus genoeg.

Hoe de H5N1 in Egypte te controleren?

De harde hand van de overheid in de bestrijding van H5N1heeft hier volledig gefaald. Hoewel pluimveemarkten, het houden van pluimvee in steden en het slachten buiten een slachthuis in 2006 verboden zijn, gaat dit anno 2011 vrolijk verder. Het is ook niet realistisch om te verwachten dat je dit een, twee, drie kunt veranderen. Meer dan de helft van al het pluimvee in Egypte wordt zo gehouden en geslacht. De mensen willen bij het slachten staan om er zeker van te zijn dat ze vers vlees krijgen. Omschakeling naar een systeem van alleen maar slachten in een slachthuis en verkoop van diepgevroren kip kost tijd.
Niemand praat hier over gekoeld vlees.
Ik ben genoeg producenten tegengekomen in verschillende stappen van de keten die ongerust zijn over de verslechterende situatie. Als dat soort mensen nu eens ging werken aan een sectorgedreven kwaliteitswaarborgingssysteem, dan is er kans dat het op korte termijn beter gaat. Maar dan de algehele hygiëne en biosecurity niet allen maar voor H5N1 worden meegenomen, maar ook voor salmonella, coccidiose, clostridium en de klassieke pathogene ziektes als vogelpest, Marek, Gumboro en IB. De korte weg met veel verordeningen, dreigen en straffen, heeft gefaald. Nu dan maar eens de lange weg proberen met veel werk, maar hopelijk een betere productie en de voornaamste drijfveer: betere opbrengsten en een hoger inkomen voor iedereen in de keten. Ik blijf dromen!

Foto’s: Anton van Engelen

Beheer
WP Admin