Foto's: Bert Jansen RundveeFoto

Druppelirrigatie mais goed gelukt, resultaat nog onzeker

Afgelopen zomer is het op het bedrijf van Patrick Hoefmans in Alphen (N.-Br.) een proef gedaan met druppelirrigatie in snijmais. Half oktober is de mais gehakseld. De opbrengst is hoger maar harde conclusies zijn nog niet te trekken.

Bekijk onderaan de fotoreportage.
Patrick Hoefmans experimenteert met druppelirrigatie in mais. Het lijkt een efficiëntere watergift met minder stikstofverlies. Lees de reportage van juli dit jaar: Mais water geven via slangetjes onder de grond

De proef is onderdeel van het project ‘Grondig boeren met mais in Brabant’ en wordt begeleid door Mark de Beer van Groeikracht. De foto is van afgelopen voorjaar toen in 1,1 hectare mais slangen in de grond zijn gelegd, een vergelijkbaar deel is niet gedruppeld.

Bij het perceel was al een pomp met capaciteit van circa 5 kuub per uur aanwezig. Het proefperceel heeft twee secties die via twee automatische kleppen water krijgen.

In de voorste rijen ligt de aanvoerleiding. Daaraan zijn leidingen gekoppeld die tussen twee rijen mais liggen. De blauwe slang gaat meerderde jaren mee; de leidingen in de grond is voor eenmalig gebruik. In totaal is 1.660 kuub water gegeven, dat is 166 millimeter.

De slangen liggen 7 tot 10 centimeter diep. De slangen zijn voorzien van een speciaal membraam waardoor de druk en druppelafgifte gelijkmatig verdelen. Vanaf 1 juni is dagelijks 1 uur per dag gedruppeld; vanaf 1 juli 2 uur per dag.

Half oktober, de mais is rijp om te hakselen. Dat betekent dat watersysteem verwijderd moet worden. Voor het hakselen de aanvoerslangen; na het hakselen de leidingen in de grond. Het ontkoppelen gaat volgens De Beer vrij snel en gemakkelijk.

Alles bij elkaar kost het verwijderen van materialen een kleine dag werk met 4 man. In het voorjaar koste het opbouwen zo’n 1,5 tot 2 dagen werk. Vergeleken met traditioneel beregenen is er tijdens het seizoen geen extra arbeid nodig.

Op 19 oktober is de mais gehakseld. In het proefgedeelte is met een goed oog het verschil in ontwikkeling te zien. Het geïrrigeerde deel ('Drip') had een opbrengst van 69,5 ton per hectare tegenover 64,9 ton voor het niet-beregende deel.

De slangen zitten nog in de grond en tijdens het hakselen wordt er soms overheen gereden. Dat kan lastig zijn bij het eruit halen, maar er is geen rekening mee te houden. De hakselomstandigheden waren prima.

Mark de Beer neemt monsters aan de kuil. Tussen de stroken zat een beperkte spreiding die normaal is voor proefvelden, maar geen eenduidig verschil tussen proefstroken. VEM varieert van 983 tot 1.006; zetmeel van 354 tot 376 gram en drogestof 31,7% tot 34,2%.

Na de oogst kunnen de slangen uit de grond. Op de kopakkers lopen de slangen door de rijen en zijn soms vergroeid met de wortels. Daarom worden die eerst handmatig losgemaakt. Een leermoment voor volgend jaar: geen of smallere kopakkers zaaien.

Voor het oprolwerk is een speciale machine ontwikkeld die vier rijen tegelijk meeneemt. De rol wordt hydraulisch aangedreven. Vanwege de verschillen in diepte en vastheid van grond, moet de trekker - met dochter Anke achter het stuur - regelmatig stoppen.

Door de verschillen in weerstand knapt er af en toe een leiding die weer aan elkaar geknoopt moet worden. Ideaal zou zijn als de rijen per persoon worden begeleid door één man, zeker als de oppervlaktes nog groter zijn.

Roestvorming rond het druppelgat, waarschijnlijk ontstaan door een niet goed functionerende ontijzeringsinstallatie. Gaatjes zaten weliswaar niet verstopt, maar een sterke concentratie ijzer kan invloed hebben op de opname van mineralen. - Foto: Mark de Beer

Een volgende keer is een diepte van 5 centimeter waarschijnlijk genoeg en werkt handiger bij het eruit halen, aldus De Beer. Alles bij elkaar is het een dag werk. Om 10.30 uur zijn ze met 4 man begonnen en om 17.00 uur zaten de slangen op de rol.

In de bouwvoor (0-30 cm) zit nauwelijks verschil in beschikbaarheid van NO3 en N. Van 30 tot 90 cm is minder N aanwezig, waarschijnlijk door de hogere opbrengst maar mogelijk is ook N verloren gegaan door continue water. Dat vraagt verdere analyse. - Foto: Mark de Beer

De wortels van de gedruppelde maisplanten zijn iets fijner en wat minder diepgeworteld dan de niet-gedruppelde. Voor de opname van vocht en mineralen hoeft dat geen probleem te zijn, maar kan de planten wel wat kwetsbaarder maken voor legering. - Foto: Mark de Beer

De Beer en Hoefmans zijn tevreden over het verloop van de proef. Een totale calculatie van kosten, opbrengsten en milieueffect volgt nog. Mocht de proef verder gaan, dan is interessant te kijken of water meer op behoefte kan worden gegeven.

Reacties

Beheer
WP Admin