Droogzetrichtlijn blijft ongewijzigd
De verwachte hogere celgetallen bij koeien leidt niet tot aanpassing van de droogzetrichtlijn.
De Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) heeft besloten om de droogzetrichtlijn niet aan te passen. Melkveehouders blijven dus werken met de ondergrenzen van het celgetal van 150.000 cellen per milliliter melk voor vaarzen en 50.000 cellen voor oudere koeien om deze met antibiotica droog te mogen zetten.
Aanpassing afkapwaarden
Voorafgaand aan het besluit heeft KNMvD het advies gevraagd aan de Werkgroep Richtlijn ‘Antimicrobiële middelen bij het droogzetten van koeien’ die ook in 2012 al advies gaf bij de totstandkoming van de richtlijn. Aanleiding voor de vraag om advies is de veranderende kalibratie van de meetapparatuur bij Qlip vanaf 1 januari 2022. Hierdoor stijgt het celgetal in de melk van koeien naar verwachting met ongeveer 12%. De werkgroep is unaniem tot het oordeel gekomen dat de aanpassing van de afkapwaarden niet nodig is. “Met name op de lagere koecelgetallen heeft een stijging van 12% een marginaal effect. Hierdoor is het nauwelijks van invloed op de beslissing hoe de koe wordt droog gezet en welke invloed dit heeft op het gebruik van antibiotica dan wel een mogelijke toename van de incidentie van (subklinische) mastitis. Daarnaast zijn de afkapwaarden arbitrair en kan er altijd onderbouwd van worden afgeweken”, zo schetst KNMvD, naar aanleiding van het advies van de werkgroep om de afkapwaarden in stand te houden.