De aanstaande bedrijfsopvolger tobt heel wat rond. - Foto: Unsplash BoerenlevenAchtergrond

De grootste angsten van bedrijfsopvolgers

Bedrijfsopvolgers zijn niet altijd zo zeker van hun zaak. Hun grootste angst is: wil ik dit wel echt of doe ik het voor mijn ouders? Een goede communicatie voorkomt missers.

Vaak lijkt het zo vanzelfsprekend om het ouderlijk bedrijf over te nemen. Het rijden op de traptrekker werd gaandeweg ingeruild voor het grote werk, vrije weekenden en vakantiedagen gingen op aan meehelpen. Een plan B was er nooit. Ook niet met de aantrekkende wet- en regelgeving in het achterhoofd.
Tot zover de zelfverzekerde buitenkant. De binnenkant is niet zelden heel wat minder zeker. De aanstaande opvolger tobt heel wat rond. Kan ik het eigenlijk wel? Ben ik er wel klaar voor? Zien anderen mij wel als de nieuwe baas of blijven adviseurs en afnemers contact zoeken met mijn vader? En wat als ik het verkeerd doe? Dan help ik het bedrijf dat al generaties in de familie is, misschien wel om zeep.

Adviseur voor bedrijfsopvolger

Bedrijfsopvolgers zitten regelmatig vol angsten, zo merkte opvolgerscoach Esther Reinders. Als telg uit een ondernemersfamilie die installaties bouwt voor het verwerken van biomassa, maakte ze de dynamiek van een familiebedrijf van binnenuit mee. Om zakelijke én emotionele redenen strandde de overname, haar eigen ervaringen zet ze sindsdien in voor anderen. Nu coacht ze familiebedrijven waarbij ze vooral naast de opvolger gaat staan. “De overdrager heeft vaak al jaren een bedrijfsadviseur, maar de opvolger niet.”
Op basis van wat ze in de praktijk zag en meemaakte, stelde ze een top 4 samen van angsten en vragen waar bedrijfsopvolgers al dan niet bewust mee rondlopen. Die zijn: angst voor ruzie, vrees om niet als opvolger geaccepteerd te worden en om niet de ruimte te krijgen voor het nemen van eigen beslissingen. Met stip op één staat echter de vraag: wil ik dit eigenlijk wel echt? De ouders hebben het bedrijf uitgebouwd tot wat het nu is. Dat levenswerk voortzetten, heeft soms meer met loyaliteit te maken dan met overtuiging.

Familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt beschreef in haar boek Alles is familie de wetmatigheid dat kinderen áltijd loyaal zijn. Ze willen hun ouders gelukkig maken en gaan daarbij soms voorbij de ratio. Dat ziet ook Reinders: “Het komt voor dat kinderen enorme investeringen doen om hun ouders te plezieren terwijl het eigenlijk helemaal niet rendabel is.”

Die loyaliteit maakt dus dat sommigen het bedrijf overnemen omdat de ouders het zo graag willen. Om erachter te komen of het ook echt hun eigen diepste wens is, adviseert Reinders om te doen alsof het om een baan gaat waarop je moet solliciteren. Zou je dat dan doen? Of zou je dan diep van binnen liever voor iets anders kiezen? Als boerzijn na diep en eerlijk nadenken wel de ‘baan’ is die echt bij je past, hoe wil je het ondernemerschap dan invullen? Net zoals je vader het deed? Of heb je eigenlijk andere ideeën? Waar krijg je energie van en waarvan juist niet? Kun je werkzaamheden uitbesteden zodat het grote plaatje leuk blijft? Kun je de onderdelen waar je blij en energiek van wordt uitbreiden om de minder leuke kanten te compenseren?
Het zijn allemaal zaken die in de ogen gekeken dienen te worden vóór de overname in een vergevorderd stadium is. Hoe verder het proces, hoe moeilijker het namelijk wordt om het nog weer terug te draaien of bij te sturen.

Ruzie

Toch zit menig opvolger er ja-knikkend bij voor de lieve vrede. Want wat ze beslist niet willen, is ruzie in de tent. Angst daarvoor staat op plek twee en dat is begrijpelijk. De kans op conflicten is namelijk heel reëel en dat komt mede door een gebrekkige communicatie. Door twijfels en zorgen niet in een vroeg stadium op tafel te leggen, gaan de gevoelens ondergronds. Daar veranderen ze vroeg of laat van een smeulend kooltje in een bosbrand met soms onherstelbare schade.

“Zorgen en twijfels uitspreken, kan ontzettend moeilijk zijn”, weet Reinders. “Vooral voor de harde werkers. Ze voelen wel van alles maar kunnen dat niet beschrijven. Ze hebben dat nooit geleerd, soms was de instelling thuis: niet lullen maar poetsen. Terwijl het erkennen en omschrijven van gevoelens en emoties wel de sleutels zijn voor informatie over henzelf.” Met andere woorden: wie bijvoorbeeld een knoop in zijn of haar maag krijgt bij de gedachte aan samenwerken met een broer of zus, krijgt daarmee in feite waardevolle informatie aangereikt. Daar zit iets dat aandacht behoeft.

Lees verder onder het kader

Bedrijfsopvolgers hebben ruimte nodig om te ondernemen

Wat zeker ook aandacht behoeft, is de angst van bedrijfsopvolgers dat ze van de ouders niet de ruimte krijgen om het zelf te doen. Ook die angst is reëel want overdragers vinden het vaak maar wat moeilijk om het bedrijf los te laten en erop te vertrouwen dat hun opvolger het wel zal redden. Reinders: ”Wat ik regelmatig zie is dat ze het hun kinderen niet aan willen doen. Ze zijn zelf opvolger geweest, ze weten hoe groot de verantwoordelijkheid is en hoe moeilijk het kan zijn. Dat willen ze hun zoon of dochter besparen. Terwijl de nieuwe generatie juist staat te springen met allerlei ideeën. Dat nieuwe ondernemerschap moet wel de ruimte krijgen. Is die ruimte er niet, dan frustreert dat en ontstaan er conflicten. Die kunnen zelfs zover gaan dat de overname zakelijk misschien gezien een succes is, het bedrijf is er immers nog, maar dat er met bepaalde familieleden niet meer wordt gesproken.”

Dergelijke escalaties zijn te voorkomen met een goede communicatie. Dat is niet een praatje over het vet- en eiwitgehalte van de melk en ook geen babbeltje over het onderwatergewicht van de aardappelen. Communicatie gaat over het grotere geheel. Over vertrouwen geven en krijgen, over wie doet wat, over de rol van broers en zussen, de koude kant, over erkenning, verwachtingen en verantwoordelijkheden.

Omdat onderwerpen heel gevoelig kunnen liggen en deelnemers niet altijd even vaardig zijn ze goed te verwoorden, is het aan te raden hier begeleiding bij te zoeken. Een goede communicatie vergroot namelijk de kans op succes zowel zakelijk als privé. Reinders laat de deelnemers die voor begeleiding bij haar aankloppen daarom altijd een familieharmoniecontract tekenen. “Daarmee geven ze aan dat ze de onderlinge relatie goed willen houden want uiteindelijk is dat de essentie van een succesvolle bedrijfsoverdracht.”

Dit artikel is onderdeel van de rubriek De opvolger. Ook meedoen? Mail je naam, leeftijd, soort bedrijf en telefoonnummer naar margreet.welink@misset.com.

Reacties

  1. het is mischien in bepaalde gevallen niet zo simpel als u beschrijft de door u beschreven angsten erniet bestaan kunnen er toch zeer grote problemen zijn die niet opgelost kunnen worden

Beheer
WP Admin