Carla Zanderink-Veldscholten (58) woont in Denekamp (Ov.) en heeft in maatschap met haar man en dochter een melkveebedrijf. - Foto's: Michel Velderman BoerenlevenAchtergrond

Carla nam de boerderij over van haar vader

Carla Zanderink nam de boerderij over van haar vader, inmiddels staat haar dochter klaar om het stokje over te nemen. ‘Dat is mooi en lastig tegelijk.’

Ze waren met zeven meiden thuis en de grap dat haar ouders net zo lang doorgingen tot ze een zoon zouden krijgen, is veel gemaakt. Die zoon kwam er niet maar Carla’s vader zei hij altijd: jongens komen vanzelf wel. En zo was het.

Zeven zussen, dat klinkt als de serie van schrijfster Lucinda Riley en net als haar hoofdpersonen, kwamen ook de zeven zussen van Veldscholten allemaal goed terecht. Carla was de zus die het ouderlijk bedrijf overnam. Ze wist al heel vroeg dat ze dat wilde, maar voor een meisje was dat in die tijd nog niet erg geaccepteerd. “Mijn ouders accepteerden het wel, maar toen ik naar de landbouwschool wilde, heb ik daar toch vanaf gezien omdat de sfeer daar niet goed was. Het waren allemaal jongens en dat voelde voor mij niet goed om daartussen te zitten. Ik was toen ook niet gewend om met jongens om te gaan, ik wist niet hoe te reageren. We waren thuis namelijk met alleen maar meiden en ik was als vroege leerling ook nog wel erg jong.”

Lees verder onder foto

Carla kreeg soms de vraag of de baas ook thuis was. Dat was en is ze echter zelf.
Carla kreeg soms de vraag of de baas ook thuis was. Dat was en is ze echter zelf.

Landbouwschool voor volwassenen

Toen ze wat steviger in haar schoenen stond, ging Carla alsnog naar de landbouwschool maar deze keer die voor volwassenen. Hier haalde ze alsnog haar mas-diploma. “De sfeer op die school was wél goed, het was een mooie tijd.”

Samen met haar vader runde ze het bedrijf met toen nog 50 melkkoeien. Stap voor stap nam hij haar mee in de bedrijfsvoering, overleggen met adviseurs deden ze samen. Zo was ook voor de buitenwereld duidelijk wie er straks aan het roer zou staan. “In het begin was ik in loondienst. Daarmee zou ik nog weg kunnen, als ik bijvoorbeeld iemand zou treffen die niets in het bedrijf zou zien.”

Lees verder onder foto

Aan het werk in de stal onder toeziend oog van kleinzoon Bram.
Aan het werk in de stal onder toeziend oog van kleinzoon Bram.

Met vader in maatschap

Dat gebeurde niet. Carla kreeg vaste verkering met Hans en hij stond volledig achter haar keuze om de boerderij over te nemen. Toen was het moment voor Carla aangebroken om met haar vader in maatschap te gaan. Hans had een eigen baan en hield die, toen de kinderen kwamen ging hij minder werken terwijl zij zich op het bedrijf richtte.

Het is vervelend als iemand je het gevoel geeft dat je niet alleen kunt beslissen

“Tot die tijd had ik weinig last gehad van adviseurs die wel naar mijn vader keken en niet naar mij. Maar toen Hans meer bij huis kwam en ook toetrad tot de maatschap, kreeg ik ineens wel af en toe die vraag, of de baas ook thuis was. Ik heb erom gelachen maar dacht ook weleens: kom op zeg, je weet hoe het bij ons zit. Het is vervelend als iemand je het gevoel geeft dat je niet alleen kunt beslissen. Het is goed om met elkaar te overleggen over grote investeringen maar dat hoeft niet over elke zak voer, die knoop kan ik echt zelf wel doorhakken.”

Lees verder onder foto

Carla in de melkput met dochter Marijke (r.) en kleinzoon Bram. Voor hem hangt er een schommeltje, dan kan hij meekijken.
Carla in de melkput met dochter Marijke (r.) en kleinzoon Bram. Voor hem hangt er een schommeltje, dan kan hij meekijken.

Fase van overdragen

Inmiddels is het veel meer geaccepteerd dat ook een meisje het bedrijf kan leiden, dat merkt Carla aan haar dochter Marijke. Zij ging wel meteen na haar middelbare school naar de landbouwschool en zit nu met haar ouders in de maatschap.

‘Soms zie ik mijn dochter iets doen en vraag me af: bemoei ik me ermee of niet?’

Voor Carla is daarmee de fase van overdragen aangebroken. “Ik vind dat heel mooi en tegelijk is het ook best lastig. Dan zie ik haar iets doen en dan vraag ik me af: bemoei ik me ermee of niet? Ik denk dat zij vindt dat ik me er af en toe te veel mee bemoei, dat vond ik vroeger ook van mijn vader. Aan de ene kant is het goed om te doen, maar ik snap ook dat het niet altijd leuk is. Ze moet natuurlijk haar eigen fouten kunnen maken, dat mocht ik ook en daar leer je van.

Met beleidszaken kijk ik wel altijd mee. Over beleid beslis je sowieso nooit alleen. Je praat erover met elkaar aan de keukentafel, je wilt van elkaar weten hoe je ergens over denkt. Als je alles alleen gaat doen, dan ben je eenzaam denk ik. Dat lijkt me niet goed. Je hebt een sparringpartner nodig.”

Lees verder onder foto

Dochter Marijke (l.) staat klaar om het stokje van haar moeder over te nemen.
Dochter Marijke (l.) staat klaar om het stokje van haar moeder over te nemen.

Melken is uitlaatklep

Er valt heel wat te sparren want er is veel gaande in de veehouderij, zeker met alle stikstofproblematiek. “Voor onszelf maak ik me daar niet zulke heel grote zorgen over. Ik heb er meer moeite mee dat we als boeren niet gewaardeerd worden.” Dat gevoel beteugelt ze in de melkput. Melken is haar uitlaatklep, ze ervaart het als heel rustgevend, sombere gedachten vervagen waarna het werkplezier weer terugkeert. Een belangrijk aspect van dat plezier is het feit dat ze een gezinsbedrijf vormen en het meeste werk met de gezinsleden rondzetten. “Natuurlijk zijn er af en toe strubbelingen, dat lijkt me niet meer dan normaal. Maar een gezinsbedrijf is vooral iets heel moois.”

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Beheer
WP Admin