De derogatie wordt vanaf 2023 stapsgewijs afgebouwd naar 2026. Dan vervalt de uitzonderingspositie. - Foto: Koos Groenewold -Nieuws

Brussel wil 22% minder mestproductie in 2025

De Europese Commissie verlaagt het mestproductieplafond van de Nederlandse veestapel stapsgewijs met 22% naar 135 miljoen kilo fosfaat en 440 miljoen kilo stikstof in 2025. Voor de komende jaren geldt een verlaging naar het niveau van 2020.

Dat staat in de concept-derogatiebeschikking die de Europese Commissie heeft gepubliceerd.

Het totale mestproductieplafond wordt tot en met 2024 verlaagd naar het niveau van 2020. Dat komt overeen met 150,7 miljoen kilo fosfaat en 489,4 miljoen kilo stikstof. De plafonds liggen nu nog op het niveau van 2002, dat is 172,9 miljoen kilo fosfaat en 504,4 miljoen kilo stikstof.

Lees ook: Nieuwe voorwaarden derogatie: strengere mestnormen in groter gebied

10% minder fosfaat, 6% minder stikstof

In de meest recente cijfers, van het tweede kwartaal van dit jaar, liggen zowel de fosfaat- als stikstofproductie van de totale veestapel met 150,7 miljoen kilo fosfaat en 467,9 miljoen kilo stikstof onder het productieniveau van 2020. Om de norm van 2025 te halen moet de fosfaatproductie nog 10% omlaag en de stikstofproductie nog 6% ten opzichte van de huidige productie van de totale veestapel.

De verlaging van het productieplafond is een van de onderdelen van de derogatie die Nederland krijgt om op graasdierbedrijven meer stikstof uit dierlijke mest te mogen gebruiken. De derogatie wordt vanaf 2023 stapsgewijs afgebouwd naar 2026. Dan vervalt de uitzonderingspositie.

Geen derogatie bij Natura 2000-gebieden

In de derogatiebeschikking staat tevens dat bedrijven in Natura 2000-gebieden vanaf 2023 geen derogatie meer krijgen. Vanaf 2024 geldt dit derogatieverbod ook voor de overgangsgebieden rondom Natura 2000-gebieden. Deze gebieden, van ongeveer 1 kilometer rondom de Natura 2000-gebieden, worden aangewezen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied. (NPLG).

Langs alle waterlopen wordt een verbod op bemesting ingevoerd op een bufferstrook van 3 meter langs de waterloop. Eerder zou dat – afhankelijk van de situatie – 2 tot 5 meter worden. Als de 3 meter meer dan 4% van het perceel beslaat, mag de bufferstrook versmald worden naar 1 meter.

Als een bufferstrook van 1 meter ook zou leiden tot meer tot 4% van het perceel, zoals in slotenrijke gebieden, mag de bufferstrook ook versmald worden naar 0,5 meter. Langs ecologisch kwetsbare waterlopen en eerder aangewezen oppervlaktewater blijft de bufferstrook 5 meter.

20% minder bemesten in verontreinigde gebieden

Nederland moet gebieden gaan aanwijzen als ‘door nitraten verontreinigde gebieden’. In deze nutriëntengevoelige gebieden moet de totale gebruiksnorm met 20% voor alle bedrijven verlaagd worden vanaf 2025. Derogatiebedrijven krijgen in deze gebieden ook een lagere norm dan in overige gebieden. Welke gebieden het zijn, is nog niet precies duidelijk.

In de concept-beschikking worden de regio’s Zand Noord, Zand Oost, Westelijk Noord-Brabant, Centraal zeeklei, Zuidwestelijk zeekleigebied, Westelijk zandgebied genoemd als gebieden waar enige inspanning nodig is om de nitraatdoelen te bereiken, terwijl de Gelderse Vallei, Oostelijk Noord-Brabant en Limburg Zand en Löss een ‘aanzienlijke inspanning’ vragen om de doelen te bereiken.

Voor fosforconcentraties in oppervlaktewater (eutrofiëring) moeten beperkte maatregelen worden genomen in het Zand Noord, Zand Oost, Westelijk Noord-Brabant, Oostelijk Noord-Brabant en Limburg Zand, Noordelijk zeekleigebied en Centraal zeeklei. In de Gelderse Vallei, Lössgebied, Westelijk Zeeklei, Westelijk veengebied en Westelijk zandgebied moeten forse maatregelen worden genomen.

De aanwijzing van de nieuwe gebieden moet uiterlijk 1 januari 2024 gebeuren.

Gebruik meststoffen elektronisch registreren

De Europese Commissie wil naast het verplichte bemestingsplan dat alle boeren vanaf 2024 het gebruik van meststoffen (zowel dierlijk als kunstmest) elektronisch gaan registreren. Vanaf 2025 wordt dit verplicht voor alle bedrijven. Ook moet de controle en handhaving van het mestbeleid worden aangescherpt, mede omdat het risico op fraude toeneemt vanwege de aanscherpingen van het beleid.

Het College van Eurocommissarissen moet nog definitieve goedkeuring geven voor de derogatie.

Gebiedsgerichte aanpak van mestfraude uitgebreid

De gebiedsgerichte aanpak van mestfraude zoals die geldt in de aangewezen hoog-risicogebieden Peel, Gelderse Vallei en Twente moet ook worden uitgebreid naar andere risicogebieden. Ook stelt de derogatiebeschikking de digitale mestbon (R-VDM) per 2023 verplicht. Verder moet naast de controles op derogatiebedrijven ook jaarlijks 5,5% van de varkensbedrijven fysiek gecontroleerd worden.

Voor graasdierbedrijven die gebruik willen maken van derogatie, blijven de voorwaarden op hoofdlijnen gelijk. Ze moeten verplicht 80% grasland hebben en mogen de extra stikstofruimte voor dierlijke mest alleen opvullen met graasdiermest. Daarnaast moeten ze een bemestingsplan hebben en als daar in de praktijk wijzigingen optreden moet dit binnen 7 dagen gemeld worden.

Scheuren van grasland

Bij het scheuren van grasland voor graslandvernieuwing geldt een verlaging van de gebruiksnorm met 50 kilo stikstof per hectare. Bij scheuren van grasland voor bouwland mag 65 kilo stikstof minder worden gebruikt.

Voor het aanwenden van drijfmest op klei en veen wordt het verdunnen van mest met water (2:1) verplicht. Het gebruik van een sleepvoetbemester mag alleen bij een buitentemperatuur onder de 20 graden.

Voor 2022 gelden nog de bestaande voorwaarden voor derogatie en de normen van 230 kilo stikstof uit dierlijke mest voor zuidelijk zand- en lössgebied en 250 kilo voor de overige regio’s. Boeren kunnen vanaf november derogatie aanvragen bij RVO.

Reacties

    1. waarom een domme opmerking even anders, hier moeten de boeren vertrekken. poetin is jaloers op onze agrarische sector. immers hij heeft al veel geld in de agrarische sector geinvesteerd, om zijn land zelfvoorzienend te zijn van voedsel voor zijn bevolking.

  1. Er is heel veel werk en overtuigengs kracht van het parlement en regering voor nodig om deze concept-derogatiebeschikking van de Europese Commissie naar de prullenbak te verwijzen .
    Als dat niet lukt ,DAN HELAAS MAAR NEXIT!!!!!!!

    1. Eshuis en Steenhuis, als je de producten buiten de EEG wilt afzetten zal dat tegen wereldmarkt prijs moeten die schommelt momenteel tussen de 30 en 35 euro per 100 kg melk en valt de inkomensweg afgezien daarvan is daar in Nederland geen meerderheid voor. Dus laat je uitkopen en ga buiten de EEG boeren .

  2. Niet normaal…. Zit er ook nog wat in de pijplijn van de rioolwaterzuivingsinstalaties ? Anders heeft al dat ambtelijke gepruts nog geen resultaat…

  3. Begrijpelijk dat Staghouwer die grondgebondenheid omarmde, geen perspectief brief kon schrijven , want dat is er niet bij een afbouw derogatie/kringloop.

  4. Dus van nu af geen kalveren stiertjes en koeien die hier afgemest worden importeren ,dat scheelt een hoop mest en stikstofuitsoot dus direct een importstop.

  5. Ik vraag me af wie er zo nog kan boeren in |Nederland. Overheid heeft ook totaal geen capaciteit voor deze controles. Dat is de afgelopen jaren wel gebleken. Veel van de voorstellen om derogatie te behouden worden nu tegen ons gebruikt. We moeten aan onze voorstellen voldoen en toch wordt de derogatie afgebouwd. Ziekelijke spelletjes…

Beheer
WP Admin