Boerin Karin van der Toorn.<br /><em>Foto: Jan Willem Schouten</em> RundveeAchtergrond

Boerin: ‘Ik gedij het best als ik druk ben’

Karin van der Toorn (36) leeft op drukte. Hoe drukker hoe beter. Maar de organisatie van een groot boerinnenprotest in Den Haag had ze toch wat onderschat.

Vol overtuiging noemt Karin zichzelf boerin. “Voor mij is dat een vrouw die samen met haar man op volledig gelijkwaardige wijze een agrarisch bedrijf runt. Dat doe ik en ik ben er trots op.” Ze kreeg landelijke bekendheid toen ze recent een protest organiseerde tegen het voorstel om een kalf na de geboorte niet meteen weg te halen bij de koe.

De Tweede Kamer had de motie van de Partij voor de Dieren al aangenomen. Om te voorkomen dat de motie een wet zou worden, toog Karin met zo’n tweehonderd andere boerinnen naar Den Haag. “Het was niet alleen mijn initiatief”, verduidelijkt ze. “Maar ik nam, met drie anderen, wel de organisatie op me. Dat heb ik trouwens onderschat. Ik dacht: ik stuur een mail dat we een petitie willen aanbieden. Er kwam keurig een reactie terug dat we met acht vrouwen naar binnen mochten, maar dat de landbouwwoordvoerders van de Tweede Kamer niet zelf de petitie in ontvangst namen. Dat was niet onze bedoeling, natuurlijk.”

Beweeg over de iconen voor meer informatie.

Positieve reacties

Karin liet zich niet afschepen en rolde vervolgens van het één in het ander. Er moesten vergunningen geregeld om te mogen demonstreren, busvervoer moest er komen en nog veel meer. Het waren drukke dagen. “Mijn huis was een puinhoop, maar ja. Soms moet je keuzes maken.”

Het resultaat was dat de actie #kalverliefde de landelijke media haalde en veel positieve reacties kreeg van mensen die vonden dat de politiek nu echt was doorgeslagen. “Daar kreeg ik wel een kick van.” Of de motie nu wel of geen wet wordt, is verder een kwestie van afwachten.

Lees meer over de protestactie

De andere kant van het verhaal

Van huis uit kent Karin ook de kant van de burger. Haar ouders waren lid van organisaties als Wakker Dier en Greenpeace, veel familieleden zijn het nog steeds. “Als kind liet ik me door hen beïnvloeden, al was mijn mening wel altijd iets genuanceerder dan die van mijn familie. Ik hielp vanaf mijn dertiende namelijk al mee bij een boer in de buurt en zag dus ook de andere kant van het verhaal.”

Geven die verschillende zienswijzen geen frictie in de familie? Ze lacht: “Nee hoor, we hebben juist interessante discussies. En soms hebben ze best een punt. Dat vind ik niet erg, ik sta ervoor open en heb helemaal niet het gevoel dat boeren ‘het nooit goed doen’. Dat komt denk ik ook doordat ik voor Farmers to Farmers, een programma van FrieslandCampina, af en toe naar Azië reis om boeren daar te helpen. In Thailand sprak ik een boerin met drie koeien en een huisje van golfplaten. Toen ik weer thuis was, dacht ik echt: wat fijn dat wij hier ons bedrijf hebben.”

Vastbijten in uitdagingen

Ze voelt zich dan ook niet snel slachtoffer; niet van onwetende burgers en niet van de overheid die steeds weer nieuwe regels opstelt. “Iets nieuws zie ik als een uitdaging. Hoe kunnen we hier weer iets van maken? Ik kan me daar echt in vastbijten.”

Meedenken over het bedrijf en meewerken is iets dat ze van begin af aan wilde. “In trekkerwerk heb ik niet zo’n schik, ik ben vooral van het koemanagement. Ik beslis welke koe er wanneer droog of weg moet. Als de veearts voor de bedrijfsbegeleiding komt, loop ik mee. Ik neem ook de fokkerij voor mijn rekening. Sommige adviseurs vonden het eerst wel verwarrend als ik bijvoorbeeld een bepaalde stier wilde inzetten. Dan belden ze alsnog Mark, maar die stuurde ze consequent terug naar mij.”

‘Toch komt het nog voor dat mannen tijdens een gesprek over het bedrijf alleen Mark aankijken’

Inmiddels weet het meeste bedrijfsbezoek wel hoe de taken verdeeld zijn, maar toch komt het nog voor dat mannen tijdens een gesprek over het bedrijf alleen Mark aankijken of specifiek naar hem vragen. “Pas nog, een vertegenwoordiger die graag iemand wilde spreken die écht verstand van het bedrijf had. Nou, dan heb je aan mij een verkeerde. Ik heb hem weggestuurd, hij hoeft nooit meer terug te komen.”

Om alle ballen van bedrijf, baan, bestuurswerk en een sociaal leven in de lucht te houden, maakt ze zondags een weekplanning. “Dan weet Mark ook waar ik zit.” Verder werkt ze met bakjes, daar zitten per dag de stukken in die ze moet doornemen. En er is haar telefoon. “Als me iets te binnen schiet, zet ik dat daar meteen in.” Haar dagen zitten meestal flink vol. Erg? Juist niet. “Ik gedij het best als ik druk ben. Dan lééf ik. Hoe drukker, hoe beter. Als ik het niet druk heb, word ik chagrijnig. Maar dat duurt nooit lang, dan zoek ik wel weer iets op.”

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Beheer
WP Admin